dinsdag 29 oktober 2013

Wat zouden middeleeuwers vinden van Pompidou-Metz?

Ik ben een groot liefhebber van de middeleeuwse gotiek. En dan vooral van de kathedralen uit die tijd. Als er ergens zo'n machtig gebouw boven een stad uittorent , moét ik er gewoonweg heen. In het noordelijk deel van Frankrijk kan ik mijn hart dan ook helemaal ophalen. Echt ongelooflijk wat de bouwmeesters van die tijd, zo ongeveer vanaf het jaar 1200, gepresteerd hebben. Gewoon bouwmeesters dus, want de architecten moesten nog worden uitgevonden. Ambachtslieden, vaak van vader op zoon, met een heel goed oog voor verhouding en esthetiek. Toen, in die van christendom doordrenkte tijden, bouwden ze gewoon de hoogte in ter ere van hun God. En natuurlijk ook, maar dan wat bedekter, van die van de plaatselijke kerkbestuurders en gegoede burgerij die het van groot belang vonden dat hun toren toch hoger was dan die van concurrenten. God regeerde in plaats van het grote geld. Alhoewel? Over die wereld heeft  Ken Follett een paar interessante boeken geschreven, Pilaren van de Aarde (Pillars of the Earth) en Brug naar de Hemel (World without End). Aanraders wat mij betreft.


Maar goed, die kathedralen dus. Toen ik laatst in Straatsburg moest zijn, reden we langs een hele mooie. Die van Metz. Die zie je vanaf de autoroute al overduidelijk liggen. Moderne architecten en politieke stedenbouwers zouden 't nu in dat taaltje van hun hebben over   "een stedelijk icoon" of "een statement" of "een architecturale sculptuur om je stad mee op de kaart te zetten".  Gewoon voor het algemeen belang natuurlijk, dat spreekt voor zich! Interessant is daarom dat een paar jaar geleden Metz er zo'n modern "statement" bij kreeg. Een dépendance van het Pompidou in Parijs. Het Pompidou-Metz. Tja, en als ik dan toch in de buurt ben!


 Dat Pompidou-Metz staat er inderdaad als zo'n architecturale sculptuur. Zo'n vreemde vorm  waar architecten zich, dankzij alle moderne bouwtechnieken, helemaal op kunnen uitleven. Bij nieuwe musea is dat zelfs een absolute noodzaak. Kijk maar naar wat er op onze wereld de laatste tientallen jaren aan waanzinnig gevormde kunstgebouwen is bijgekomen. Niet altijd even esthetisch vind ik, wel interessant. Dat geldt ook in Metz.

Naast de expositiezalen was er één ruimte die ik extra interessant vond. Een grote uitbouw met een gigantisch raam dat vanuit dit moderne "icoon" direct uitzicht biedt op dat middeleeuwse icoon, de kathedraal. Een mooie vondst, die directe link van nieuw naar oud.


 Maar ook in die Cathédrale Saint-Étienne de Metz heb je dat. Want daar zie je niet alleen nog gebrandschilderde ramen uit de 14de eeuw, maar ook de indrukwekkende ramen die Marc Chagall ontwierp in de jaren 1958-1960. Als de zon daar doorheen schijnt, wordt je gewoon overweldigt door de kleurenpracht ervan. Echt een kunststuk. En een link van oud naar nieuw.  Toch mooi, die verbondenheid tussen dat oudste en nieuwste icoon van Metz. Wel kwam de vraag in me op wat een middeleeuwer zou vinden van het Pompidou-Metz als die nu plotsklaps in Metz zou worden gedropt.  Maar ik moet mezelf het antwoord schuldig blijven. Dat weet ik niet. Tot volgende week.
TOOS

dinsdag 22 oktober 2013

La Traviata in La Fenice in La Serenissima

En waarom een héééél klein ietsiepietserig stukje van het beroemde operagebouw Teatro  La Fenice in Venetië eigenlijk van mij is. Dat zou namelijk ook boven deze aflevering kunnen staan. Maar voor een titel is dat toch wat lang. Overigens, zowel de lange als de korte titel verdienen natuurlijk wel enige uitleg.


Uit voorgaande stukjes is wel duidelijk dat ik kort geleden een week in Venetië doorbracht. Eén van de mooiste steden ter wereld en ook een lievelingsstad van mij. Die speciale binding begon ergens in de tweede helft van de jaren 90. La Fenice was weer eens afgebrand, niet voor de eerste keer dus in haar bestaan sinds 1792. Zoiets gaat natuurlijk geld kosten, heel veel geld voor restauratie en herbouw. Vanuit mijn Niçoise galerie Qvadrige ontstond het idee om met een aantal kunstenaars een benefiettentoonstelling te organiseren in Venetië in samenwerking met een bevriende galerie daar. De verkoopopbrengsten zouden voor het opbouwfonds van La Fenice zijn. Zo gezegd, zo gedaan. Vandaar dat er ineens werk van mij in Venetië hing en ik daar vanzelfsprekend ook was. Daar begon mijn liefde voor La Serenissima, een liefde die nog steeds voortduurt.
 
Links boven mijn "ansjovisjes"
Er hangt overigens nog steeds werk van mij. Vanuit verkoop aan particulieren maar ook in een restaurant. Aciugheta, vlak bij de Piazza San Marco, een naam die met ansjovis heeft te maken. Door de connecties van onze Venetiaanse galeriehouder Antonio konden we daar toen voor een inboorlingprijs eten. En dat scheelt behoorlijk met de toeristenprijs, neem dat maar van mij aan. Als tegenprestatie hebben wij, de kunstenaars, destijds elk een klein kunstwerkje gemaakt. Ik een tekening met oprukkende ansjovisjes. Een paar weken geleden ben ik even op controle geweest, en ja hoor, het hangt er nog steeds.

 Door die benefietactie kan ik dus met recht beweren dat een heel klein restauratiestukje van La Fenice  door mij is bekostigd. Maar van het bijwonen van een voorstelling daar was 't tijdens al mijn Venetiaanse bezoeken nog nooit gekomen. Nou kost je dat ook echt een rib uit je lijf. Maar voor alles in het leven is er een eerste keer. Ook dus voor zo'n opera in La Fenice. Zeker toen ik op internet zag dat La traviata van Verdi werd opgevoerd. Dat beroemde werk beleefde er ten slotte zijn wereldpremière in 1853 en was ook de eerste productie bij de heropening in 2004. Mooier kon gewoonweg niet!

Ik heb ontzettend genoten. Wat wil je ook bij zo'n operadrama  met bijna alleen maar klassieke tophits en een prachtige bezetting. Maar dat laatste zijn ze daar aan hun stand wel verplicht. Het blijft natuurlijk een draak van een verhaal met alle bijbehorende liefde, zieligheid, leed, ziekte, opofferingsgezindheid en dood. Maar die muziek! Kippenvelmomenten zoals goeie muziek die kan veroorzaken. Bij een volgende keer in Venetië, en die komt allicht, misschien toch maar weer die rib uit mijn lijf? 

Tot volgende week.
TOOS

dinsdag 15 oktober 2013

De kunstkronkelweg van Nice via Middelburg naar Drusenheim

Achter gebeurtenissen in het leven zit eigenlijk altijd wel een logica. Zo lijken Nice, mijn woonplaats Middelburg en Drusenheim  in de Elzas op het oog weinig met elkaar te maken te hebben. En toch  zorgde logica ervoor dat ik afgelopen weekeinde bij de opening van het Musée PASO in Drusenheim was.


Want lezers van "TOOS&ART" kunnen weten dat ik samenwerk met Galerie Qvadrige/La Diane Française in Nice (http://www.galerie-quadrige.com/) . Die galerie vertegenwoordigt diverse kunstenaars. Uit Italië, Spanje, Denemarken, Duitsland en natuurlijk ook Frankrijk. Eén van de Franse kunstenaars is PASO, kunstenaarsnaam van Paul Klein. Een succesvolle, oude rot in het vak met wie ik bevriend ben geraakt. Hij woont in Straatsburg, maar is geboren in het nabij gelegen Drusenheim. En wat maar enkele kunstenaars bij leven overkomt, is hem nu overkomen. Hij heeft een eigen museum gekregen. Nog wel in zijn geboorteplaats. Zo'n museum moet natuurlijk geopend worden. Met toeters en bellen, en vanzelfsprekend met de nodige kunstminnende en politieke hotemetoten. 

 Niet dat ik mijzelf daartoe reken, maar de uitnodiging om aanwezig te zijn heb ik toch in dank aanvaard. Vooral omdat 't zo bijzonder is, als kunstenaar bij leven en welzijn je eigen museum in de schoot geworpen krijgen. Alhoewel, PASO heeft daarvoor wel een schenking van vele honderden schilderijen aan zijn Musée gedaan. Ten slotte moet er wel wat getoond kunnen worden en is 't toch ook wel handig als er regelmatig van schilderijen gewisseld kan worden.
Echt iets om als kunstenaar jaloers op te zijn, de ruimten die PASO nu ter beschikking heeft om zijn sterk geabstraheerde en kleurige schilderijen te tonen. Jammer toch dat al die verschillende Nederlandse overheidslagen minder cultuurminnend zijn dan de Franse. Dat valt me altijd weer op, Frankrijk hecht echt veel meer aan haar cultuur dan wij dat in ons land doen. Cultuur mag er wat kosten.


Ik heb overigens gelijk maar Nederland vertegenwoordigd, gezien het feit dat mijn lief en ik de enige aanwezige  Nederlanders waren. Zowel bij de opening overdag als bij het vriendendiner 's avonds bij PASO en zijn vrouw Helga thuis. Daar hebben we het feest op de bekende Franse wijze nog even voortgezet. Met champagne vooraf en kaas aan het eind! Zo is zo'n weekendje Elzas beslist niet onaangenaam. Zeker niet in combinatie met een bezoekje aan het nieuwe museum voor moderne kunst dat het Parijse Centre Pompidou in Metz heeft laten bouwen. Het Centre Pompidou-Metz dus. Maar daarover een volgende keer. Tot volgende week.

TOOS

dinsdag 8 oktober 2013

Is de Biënnale van Venetië 2013 de moeite waard?


Nederlands paviljoen
 Dat is zo'n gewetensvraag, elke keer weer dat ik er ben geweest. En dat is toch al heel wat keertjes, vier jaar geleden voor 't laatst. Van te voren weet ik al dat ik flink wat kunstzinnig gedoe en kunstprietpraat tegen ga komen waaraan ik mij erger. Of waarbij ik gewoon mijn schouders ophaal. Zo van "nou, dat zal dan wel". Maar ook dat ik getroffen ga worden door kunst die me echt iets doet. De vraag is alleen hoe het positieve zich verhoudt tot het negatieve en wat al die curatoren van de verschillende landen nu weer verzonnen hebben. Daarover straks meer. Wel strooi ik al foto's als sfeerbeelden er tussendoor. Ik ga overigens nog aan een fotoboek beginnen dat ik te zijner tijd mijn blogbezoekers niet onthoud.




Hoe dan ook, het blijft een bijzondere belevenis, die Biënnale. Dagenlang kun je in Venetië ronddwalen van kunstplek naar kunstplek. De Giardini, het officiële en oorspronkelijke expositieterrein met de landenpaviljoens waaronder ook het Nederlandse. Het Arsenale, 't eeuwenoude, robuuste, geheimzinnige industrieterrein van de stad dat sinds 1999 bij de Biënnale is getrokken. En de vele gebouwen in de stad zelf die worden afgehuurd door landen die geen plek hebben in de Giardini of het Arsenale. Dat worden er gelukkig zelfs steeds meer. Gelukkig, omdat je als bezoeker op die manier op de prachtigste plekken komt die normaal niet toegankelijk zijn. Niet meer gebruikte middeleeuwse kerken, paleizen waarvan plotsklaps de deuren openstaan en waar je zomaar gratis doorheen mag wandelen. Voor nop een prachtige inkijk in de oude grandeur van La Serenissima met ook nog gratis uitkijk op het Canal Grande. Dat alleen al maakt een bezoek de moeite waard.



klein stukje van het Arsenale
Maar nu de kunst. Veel dus dat voor mij onder de noemer "de kleren van de keizer" valt. Wie kent niet het wereldberoemde sprookje van Hans Christian Andersen. Een naakte keizer die denkt in de prachtigste kleren rond te lopen omdat iedereen tot de keizerlijke kring wil behoren en niemand de moed heeft te zeggen dat die prachtige kleren helemaal niet bestaan. Mijn lief gebruikt hiervoor wel de term "gebakken lucht". Gebakken lucht dus naast  veel conceptueel blabla waarbij je lappen tekst tot je moet nemen in een vaak tot mislukken gedoemde poging om te begrijpen wat er mee wordt bedoeld. Het Nederlands paviljoen met "onze" Middelburgse curator Lorenzo Benedetti , directeur van museum De Vleeshal, en kunstenaar Mark Manders onttrok zich hieraan. Echt een hoogtepunt naast nog een paar andere.


Het ronddwalen door het Arsenale is dat so wie so altijd al. Die langgerekte hallen met hun gigantische pilaren onder de houten daken, het schaarse licht, de geheimzinnige sfeer, in één woord prachtig. En als ik dan af en toe ook nog kunst zie die me optilt, kan die dag niet meer stuk.
Opvallend vond ik trouwens het gebrek aan goeie schilderkunst. Vooral veel installaties, foto's en heel veel  video. En bij dat laatste vind ik nog steeds dat de meeste makers/kunstenaars maar eens naar een echte filmacademie of naar Hollywood moeten gaan om het vak te leren. Alhoewel, op dat gebied beginnen toch wel steeds meer goed gemaakteprojecten te ontstaan. Maar als 't zogenaamd kunstzinnig vaag, vlekkerig,  schokkerig en onbegrijpelijk moet zijn, haak ik af.


Om uiteindelijk de vraag in de titel te beantwoorden: ja. Al die "kleren van de keizer" zijn nodig om de echte parels eruit te halen. Tot volgende week.
 TOOS

dinsdag 1 oktober 2013

Venetië .... en een bijziende Leonardo da Vinci?

Al weer drie jaar geleden was ik voor het laatst in Venetië. Dus werd het vanwege mijn verslaving aan die stad beslist tijd voor een herhalingsbezoek. Zeker ook omdat er drie jaar geleden geen Biënnale was. En enig denkwerk maakt dan snel duidelijk dat die er dit jaar dus wel is. Voorwaar een extra reden voor het boeken van een ticket naar de mooiste stad van de wereld. Want dat is La Serenissima, de bijnaam van Venetië, in mijn ogen. Telkens opnieuw als ik er ben, geniet ik weer met volle teugen. Maar daarover en over mijn speciale band met de dogenstad een volgende keer.

Nu eerst Leonardo da Vinci. Een poos geleden schreef ik al over hem omdat hij toen weer eens in het nieuws was. En wat wilde het toeval? In de Gallerie dell'Accademia, het mooiste museum van Venetië voor oude kunst, is een expositie met heel veel tekeningen van deze homo universalis. Die kans kon ik mij niet laten ontgaan. Dus van te voren al kaartjes on line gereserveerd en de dag na aankomst 's morgens gelijk naar de Gallerie. Met de vaporetto natuurlijk, naast de benenwagen het belangrijkste openbare vervoermiddel van de stad. Heerlijk om weer over het Canal Grande te varen.

Zoveel tekeningen van da Vinci had ik nog nooit bij elkaar gezien. Verbazingwekkend wat er na zo'n zes eeuwen allemaal nog is overgebleven. Want die krabbels,  schetsen en wat meer uitgewerkte ontwerpen waren in feite vooral  voorstudies. Maar wat een kracht, wat een kunde, wat een artistiek vermogen! Elk stukje leeg papier gebruikte hij. Met tekst, vaak in spiegelschrift, en tekeningen door elkaar heen. Opvallend  hoe ongelooflijk klein en nauwkeurig sommige tekeningen zijn! Leonardo moet er letterlijk met zijn neus bovenop hebben gezeten. Zou ie soms wat bijziend zijn geweest? Hoe kun je anders zo tekenen? Zou daar ooit onderzoek naar zijn gepleegd?
Absoluut direct al een hoogtepunt van mijn bezoek aan Venetië. Vooral ook door de aanwezigheid van de zogenaamde Vetruviusman, gemaakt rond 1490. Wie kent die tekening niet? Eén van de iconen van de Renaissancekunst. En die kunst kwam weer voort uit de herontdekking destijds van de oude Romeinse cultuur. Die Vetruvius had tegen het jaar 0 een boek geschreven over o.a. architectuur en de geometrische verhoudingen binnen het menselijk lichaam. Daarvan, en van eigen onderzoek en metingen, maakte da Vinci weer gebruik voor zijn beroemde tekening. Oog in oog daarmee geeft toch een gevoel van sensatie.

En als je daarna de Gallerie dell'Accademia weer uitkomt en gelijk tussen de prachtige middeleeuwse architectuur van Venetië staat, dan kan zo'n dag dus op geen enkele manier meer stuk. Tot volgende week.
TOOS