dinsdag 26 februari 2013

TOOS, truffels en kunst


 Schreef ik vorige week nog over kunst en Wenen, nu gaat 't over kunst en Norcia. En dan nog wel mijn eigen kunst. In Norcia? Ja, inderdaad, Norcia. Een oud stadje in Umbria dat het Italiaanse centrum is voor de Tuber Melanosporum Vittadini, il tartufo nero, oftewel de zwarte truffel. En van de norcineria, wereldberoemde salami. Grote kans dat bij de gastronomen onder ons nu de speekselklieren door een Pavlov reactie optimaal gaan werken. Net nu, voor de 50ste keer, is daar de internationale truffelmarkt, de Mostra Mercato del Tartufo Nero. En ook net nu is daar dus werk van mij te zien in het Museo Castellino.



Hoe ik daar terecht kwam? Tja, zoals gewoonlijk is dat weer een ingewikkeld verhaal. Maar heel kort door de bocht geformuleerd komt ’t er op neer dat mijn levensgezel goeie connecties heeft met ImSpa Poductions (www.imspa.com ). En ImSpa , liefhebberend in de kunst, heeft weer connecties in Umbria. Zodoende hebben mijn schilderijen nu een flinke reis afgelegd, samen met die van een paar andere kunstenaars. Want het betreft een groepstentoonstelling in dat museum van Norcia. “5 Artisti Olandese a Norcia".
Heerlijk om weer eens die Italiaanse toestanden mee te maken. Want Italianen zijn niet echt sterk in organiseren, maar des te sterker in improviseren. Dat weet ik uit ervaring. Dus weet ik ook dat je je niet al te druk moet maken als zaken in eerste instantie niet helemaal lopen zoals je als georganiseerde Nederlander verwacht. Uiteindelijk komt ‘t weer, bijna, op z’n pootjes terecht.
Het museum is zo’n stevig oud kasteel waar Italië volmee staat.  Dat is het mooie van dit land. Overal beeldende kunst in de vorm van architectuur, beeldhouwwerken en schilderingen. Van die oude stadjes die op zich vaak al een kunstwerk zijn. Zo ook Norcia, met nog steeds de oude omwalling waarin ook huizen zijn opgenomen. Maar in een volgende blogaflevering laat ik nog wel wat foto’s zien. Van bijvoorbeeld de heilige Benedictus. Want die zou hier geboren zijn. Ja, die van de Benedictijner monnikenorde. En ook nog de schutspatroon van Europa. Ten minste, zo heeft de Paus dat bepaald in 1964. Of hij “Brussel” daarin heeft gemengd? Vast niet! Tot volgende week.
TOOS
 

dinsdag 19 februari 2013

Kunst, feest, Andy Warhol, Wenen en nog veel meer


Die kunstwereld is eigenlijk maar een raar wereldje. En als kunstenaar heb ik recht van spreken. Toch? Stel je voor. Bij je leven al ben je een superster, een levende  legende. Maar na je dood zak je peilloos diep weg in grote vergetelheid. En nu is je werk bezig met een sterke opmars. 't Kan verkeren in de kunst.

Ik moest hieraan denken bij het schilderij "Abundantia". Een uitbundig extraatje dat ik meekreeg in Museum Boijmans Van Beuningen toen ik daar laatst was  voor de tentoonstelling van Jan van Eyck. Maar over hem gaat dit niet, van Van Eyck kun je moeilijk beweren dat hij in vergetelheid raakte. Nee, 't betreft  Hans Makart. Wie? Ja, goeie vraag. Nou, dat was dus de Andy Warhol van de 19de eeuw. Met wel het niet onbelangrijke verschilletje  dat Warhol na zijn dood beroemd is gebleven en de anekdotes rond zijn werkplaats The Factory en zijn New Yorkse societyleven nog steeds luidruchtig rondzingen. Ook Makart had zo'n heftig, beroemd en kort leven. Van 1840 tot 1884. Je moest in zijn stad Wenen, toen een machtig Europees centrum, en tot ver over veel landsgrenzen heen ook echt niet te vragen wie Hans Makart was.  In cultureel ingestelde kringen was je dan gelijk een ontzettende nitwit.

Stel je eens voor dat zich dagelijks voor mijn atelier in Middelburg  lange rijen vormden om tegen betaling dat atelier te mogen bezoeken. Dat zal voor mij wel bij een gedachtenexperiment blijven. Niet echter voor Makart. Maar ik moet natuurlijk wel toegeven dat mijn werkplaats 't niet helemaal haalt bij die van hem. Dat blijkt wel uit bijgaande foto. Want de fotografie was net in die tijd volop in ontwikkeling. 
 Daarom kunnen we ook zien dat Hans maar een klein mannetje was. Overigens wel een mannetjesputter.  Hij mocht voor de stad grootse praaloptochten ontwerpen waar gigantische volksmassa's op af kwamen. Zijn huis was één groot partycentrum. Schilderijen van hem gingen op zegetocht langs Europese en zelfs Amerikaanse steden. Zo ook dat schilderij "Abundantia" van hierboven , genoemd naar een tweederangs Romeinse godin, die van de Hoorn des Overvloeds. Berlijn, Leipzig, Amsterdam, Londen, Philadelphia en New York deed ze aan. En toen verdween Makart dus helemaal van het toneel. Tot zijn barokke, uitbundige en feestelijke kunst de laatste tijd weer aan een nieuwe zegetocht bezig is. Met bijvoorbeeld een grote expositie in Wenen. Tja, waar anders!
 En zo stond ik dus een paar weken geleden voor een werk van zijn hand. Het enige dat er nu van hem in Nederland hangt. Zeg dus maar eens dat die kunstwereld geen raar wereldje is! Tot volgende week.
TOOS

dinsdag 12 februari 2013

Rotterdam geeft Amsterdam mooi het nakijken


Nee, dit gaat dus niet over voetbal want met Feyenoord en Ajax houd ik me niet zo bezig. En bij de havens  is al lang duidelijk wie de grootste heeft. Het gaat over kunst. Wat anders in dit blog?


 Ooit had Amsterdam de KunstRai, later Art Amsterdam, als voornaamste kunstbeurs in Nederland. Maar vorig jaar ging Art Amsterdam ten onder door fout management (komt wel meer voor de laatste tijd, geloof ik) en die bekende kinnesinne in de Nederlandse galeriewereld. Maar dat is een verhaal apart.  In de tussentijd bouwde Art Rotterdam al jaren gestaag aan een steeds betere naam. En nu is dit dus DE prominente Nederlandse beurs. Buitenlandse galerieën komen  graag in de Cruise Terminal op de Kop van Zuid om de nieuwste ontwikkelingen in de internationale kunstwereld te tonen. Gevolg? Onvoldoende ruimte voor veel  Nederlandse galerie eigenaren die er ook wel een plekkie zouden willen. Dus wat gebeurt? Er komen twee extra kunstbeurzen bij die gelijktijdig met de Art Rotterdam draaien . Op Katendrecht nog wel! De wijk die vroeger berucht was vanwege de zeelui, de kroegen en de willige dames. Bij die laatsten dan wel tegen betaling.

 Op dat Katendrecht staan nog een aantal oude, grote pakhuizen en fabrieken. Prachtlocaties om moderne en alternatieve kunst in een industriële en dus afwijkende omgeving te tonen. Daar had je dus afgelopen week de RAW Art Fair en Art at The Warehouse. Reden om me een zaterdag lang onder te dompelen in de beeldende kunst. En in de verschillende werelden van die verschillende beurzen. Dat zag je heel duidelijk aan het publiek. Op Katendrecht liepen veel jongeren rond en gezinnen met kinderen. Gewoon lekker allerlei leeftijdsgroepen door elkaar. De sfeer was heel ongedwongen, bijna feestelijk. Zo'n rauwe, industriële omgeving beïnvloedt toch wel heel duidelijk de kunstambiance op een prettige manier.  Bij Art Rotterdam was 't allemaal keuriger. Met ook meer  "grijze koppen". Veel meer het normaal  te verwachten kunstpubliek. Maar voor mijn gevoel toch ook meer "kleren van de keizer kunst". Of zoals mijn levensgezel dat dan zegt "hier ben ik geestelijk nog niet aan toe". 

Maar dat neemt niet weg dat ik, net als op de Katendrechtse beurzen, interessante verrassingen tegenkwam. Kunst die ik nog niet kende en die bleef hangen. Dat maakt voor mij zo'n bezoek dan altijd weer de moeite waard. Tot volgende week.


TOOS


dinsdag 5 februari 2013

Was Jan van Eyck bijziend?



 Ken je dat? Bijvoorbeeld een interessante expositie duurt nog maanden. Dus heb je tijd zat om er heen te gaan. En dan ineens is die tijd bijna voorbij en moet je je alsnog haasten. Dat had ik dus bij de  tentoonstelling rond en over Jan van Eyck (Maaseik circa 1390-Brugge 1441). In zijn tijd al wereldberoemd in heel Europa.
Ik realiseerde me plotsklaps dat de deadline in het Museum Boijmans Van Beuningen op 10 februari lag. Reden dus om snel naar Rotterdam af te reizen. Er zijn namelijk maar enkele tientallen werken met zekerheid aan Van Eyck  toegeschreven. En dan is het wel heel bijzonder dat daarvan nu in Boijmans  vijf olieverven en twee miniaturen zijn te zien. Waar je ook nog  eens letterlijk met  je neus bovenop kunt komen. 't Gebeurt niet vaak dat je van zo dichtbij zulk wereldberoemd werk kunt bekijken. En die neus er bovenop is echt nodig. Onze Jan moet zijn ogen trouwens ook heel dicht bij het paneel hebben gehad, zo ongelooflijk verfijnd en detaillistisch is alles geschilderd. Zouden er in die 15de eeuw al opticiens zijn geweest met digitaal opgeslagen klantgegevens, dan hadden we nu vast geweten hoever onze Jan met zijn ogen in de min zat. Want ik kan me absoluut niet voorstellen dat je zo verfijnd kunt schilderen als je niet behoorlijk bijziend bent.

Die detaillering is prachtig te zien op een verrassend klein paneeltje dat overigens niet af is. De Heilige Barbara voor een toren in aanbouw waarin ze later zal worden opgesloten. Maar dat is een heel ander verhaal. Op alleen een foto (hierboven), krijg je echt de indruk  dat het veel groter  is. Voor mij was dit monumentale schilderijtje het hoogtepunt. Al is bijvoorbeeld de  Annunciatie, waar rechts een ooit verdwenen deel ontbreekt, ook hors categorie.
Opvallend was dat er steeds meer mediatoeters en bellen bij zo'n belangrijke expositie komen. Zijn begeleidende  "oortjes" met toelichtende teksten al standaard, nu hoorde er ook nog een schermpje bij. Opvallend was dat heel wat bezoekers meer naar uitvergrotingen op hun scherm keken dan naar de kleine werken zelf. Want om daar dichtbij te kunnen  komen, moest je in de drukte gewoon de tijd nemen. Interessante ontwikkeling, nietwaar, onze digitale revolutie?
 Aanleiding tot deze expositie was de restauratie van Van Eyck's paneel "Drie Maria's aan het graf". Een restauratie die ook op film werd  getoond. Op bijgaande samengestelde foto is het verschil tussen "voor" en "na" te zien. Durf maar eens te zeggen dat die restauratie  niet geslaagd is!
Overigens wordt het beroemdste werk van Jan van Eyck, het veelluik Het Lam Gods dat altijd in de kathedraal van Gent heeft gehangen, nu ook gerestaureerd. En als bezoeker kun je dat de komende paar jaar gadeslaan. Ik heb dus nog tijd zat om naar Gent te gaan. Hoewel? Tot volgende week.
TOOS