dinsdag 27 augustus 2019

Kunst die een verkeersfile veroorzaakt? Het bestaat!


Dit verhaal begint in juli in de Franse Var en eindigt vorige week bij het Waalse Wanlin. Of nee, eigenlijk begint 't al in Nice. In het Mamac, het museum voor de moderne kunst daar. Een aantal jaren geleden alweer liep ik daar tegen een expositie aan van ene Bernar Venet. Nog nooit van gehoord, maar wel afkomstig uit het gebied boven Nice. Ik was direct geïntrigeerd door zijn monumentale, abstracte sculpturen. Heel eenvoudig, heel afgewogen, heel esthetisch. 
sculptuur van Venet in Nice
 Weer wat jaren later ontdekte ik een enigszins verstopt, huizenhoog werk van hem dat sinds kort een nieuwe, veel prominentere plek heeft aan de bekende Promenade des Anglais in Nice. Steeds meer drong 't tot me door dat hij eigenlijk behoorlijk beroemd was en in diverse landen grote sculpturen had staan in de openbare ruimte.
Een paar jaar geleden pas las ik een piepklein berichtje over de Venet Foundation, opgericht in 2014. Best curieus. Een in New York gevestigde stichting met een kunstpark bij Le Muy in de Var. Het gebied dat je vanuit het westen doorkruist voordat je via het Massif de l'Esterel afdaalt naar Cannes en Nice. Daar moest ik natuurlijk heen, naar dat kunstpark. Maar ja, 't was slechts open in de zomermaanden op donderdag en vrijdag. En dan mocht je 't ook nog alleen met een gids groepsgewijs betreden als je alles van te voren via internet had geregeld. Oh ja, ook heel merkwaardig, de toegangsprijs was in dollars. Iets belastingtechnisch? Vast wel!

Een vriendin, woonachtig in de Var, was ook heel nieuwsgierig naar die toch behoorlijk verstopte Foundation. Zij zorgde dus voor kaartjes op een vrijdagmiddag in juli. We waren toen toch onderweg vanuit Nederland naar Nice om van daaruit richting Gubbio te trekken (zie vorige afleveringen). Gewoon even een klein ommetje, meer niet. Maar wel een geweldige ervaring.
 
bij de parkeerplaats van het complex
Een prachtig onderhouden groot park aan een riviertje waar die grote sculpturen van Venet optimaal uitkomen. Een grote hal waar de cortenstaal elementen die hij gebruikt geheel esthetisch verantwoord liggen opgestapeld. Grote galerieruimten waar zijn eigen 2-dimensionale werk hangt en waar ook tijdelijke exposities van kunstvrienden van hem worden georganiseerd. Zoals nu van Claude Viallat, een oude kunstenaar waarmee mijn galerie Quadrige in Nice ook samenwerkt. En in dat alles liepen we in alle rust rond met een steeds weer uitzwermend groepje van maar zes personen.
 
de hal waarin elementen zijn  opgeslagen




de expositie van Claude Viallat op het complex
Over smaak valt te twisten, dus 't kan heel goed zijn dat Venet's kunst niet jouw piece of cake blijkt te zijn. Maar dan nog kan de ambiance van het geheel je overdonderen.



Overigens hoef je binnenkort helemaal niet meer zo ver te rijden om werk van hem te kunnen aanschouwen. Want nu komt het Waalse Wanlin in beeld. Enkele weken geleden stuurde die vriendin uit de Var een mailtje over iets dat gaat gebeuren bij de E411. Die saaie, vrijwel recht toe recht aan weg tussen Brussel en Luxemburg. Die gaat nu wat minder saai worden met een kunstwerk van 250 ton staal en 60 meter hoog bij Wanlin. Al zichtbaar van kilometers afstand. En wie maakt dat? Bernar Venet! Wij natuurlijk nieuwsgierig naar waar dat dan wel zou zijn.

Afgelopen week, op de terugweg uit Gubbio in Wallonië aangeland, hadden we elkaar al aangekeken. Waar oh waar? Opeens reden we een volstrekt onverwachte file in. Eentje van anderhalve kilometer, zo werd aangegeven. Wegwerkzaamheden zeker. Het enige wat je dan kunt doen, is je aan dat frustrerende fileleed overgeven. Tot we plots ver vooruit een bruin getint, gebogen stuk staal de lucht in zagen pieken. 't Zou toch niet dat ... Ja, dat zou dus wel.
 
bezigheden om de Arc Majeur te plaatsen


Ze waren al bezig om Venet's Arc Majeur te verankeren in de benodigde 1000 ton cement. Daarvoor was één rijbaan afgezet. Een file dus voor en door de kunst. Daar konden we wel vrede mee hebben. Een animatiefoto laat zien hoe je straks van ver die Arc Majeur al kunt ervaren. Nu maar hopen dat nieuwsgierige en daardoor afremmende automobilisten er niet een permanente kunstfile gaan veroorzaken.
 
zoals 't er uit moet komen te zien
't Kan bijna niet anders, dit gaat een icoon worden. Hoger dan het Jezusbeeld in Rio de Janeiro, hoger dan het Vrijheidsbeeld van New York. Hier kan het noodlijdende Wallonië mee scoren. En dat voor 'maar' 2,5 miljoen. Ook nog geschonken door een Belgische industriebedrijf. Tot volgende week.
TOOS   

dinsdag 20 augustus 2019

Bijna al beroemd in Gubbio


'Toos, zou jij willen meewerken aan de eerste prijs voor het Torneo dei Quartieri?' 'Vertel Giampietro, wat is dat?' Want dat moest gastheer en keramist Giampietro Rampini me wel eventjes uitleggen. Nou, dat bleek dus het op één na grootste jaarfeest van de stad te zijn. Altijd op de avond van 14 augustus. Met direct daarop volgend het Ferragosta, Maria Hemelvaart, één van de belangrijkste vieringen in gans Italië. Logisch dus, die 14e augustus, want dan kun je 's avonds en 's nachts lekker doorhalen. Hoe je de 15e dan uit bed komt is een andere zorg. Maar daarover straks meer.
 
ver na middernacht wordt er nog druk feest gevierd voor de kerk van je eigen stadskwartier

Eerst de opzet van dat Torneo dei Quartieri. Een groots opgezette manifestatie op het prachtige Piazza Grande. Waarbij de vier concurrerende wijken van de middeleeuwse stad tegen elkaar opboksen met een eigen enscenering rond een zelf gekozen historisch thema. Maar dat weet ik dus ook allemaal pas sinds kort. Daarna komt er nog een wedstrijd kruisboog schieten. Met, dat zal niet verbazen, weer vier teams uit die vier wijken. Bestaand uit stoere, middeleeuws geklede mannen Want het zijn vanzelfsprekend wel alleen mannen die schieten. Vrouwen deden zoiets nog niet in de middeleeuwen. En het feminisme in macho-Italië? Dan kan nog wel een inhaalslagje maken.
.
de kruisboogschieters voor de wedstrijd

in actie
Dat er bij zo'n festijn wat te winnen valt spreekt voor zich. De prijs waarover Giampietro sprak was die voor het beste middeleeuwse optocht-en-toneel spektakel. Een keramisch bord waarop ik eerst een deel zou schilderen waarna zijn vrouw Roseanna en hijzelf het zouden afmaken. Een echte coproductie Rampini/van Holstein. Of ik vereerd was met die uitnodiging? Wat dacht je! Want ik krijg na een paar weken dat keramiek beschilderen al wel in de vingers, maar het is technisch echt heel anders dan werken op een doek met olieverf. Dus als je dan als eerste buitenlandse kunstenaar aan zo'n belangrijke prijs voor de Gubbianen mag meewerken? Daar ga je van stuiteren. Mentaal gesproken dan. Want voor de lichamelijke variant is mijn lijf niet meer geschikt. Hier een foto van het prijsbord.


De afbeeldingen op de rand zijn van mij. Met daar tussendoor prachtig ingepast natuurlijke elementen van Roseanna. Giampietro schilderde het middendeel.

Die avond van het feest liepen hij en dochter Giulia ook mee in de optocht van zijn wijk San Giuliano. Want een wijk zonder eigen heilige, dat kan natuurlijk niet. Trommelaars voorop en het tableau de la troupe van bestuurders, notabelen, schone jonkvrouwen en gewoon voetvolk er achteraan. Prachtig om dat trommelgeluid uit de verschillende wijken te horen weerklinken in de smalle straten en tegen de steile helling waarop Gubbio ligt. Op de Piazza Grande werd dan de uiteindelijke onderlinge scenische strijd uitgevochten.





Maar afgezien van het daarop volgende kruisboogschieten ben je er nog niet. De balletschool van Gubbio kwam er ook nog aan te pas. En het spectaculaire vendelzwaaien. Dat alles gade geslagen door het publiek op de tribunes en een letterlijk en figuurlijk hooggeplaatst middeleeuws gezelschap op de indrukwekkende trap van het machtige Palazzo dei Consoli. Met natuurlijk een stel af en toe op lange trompetten blazende herauten achter zich.


dat vendelzwaaien en gooien is maar moeilijk scherp te krijgen in het donker

Daar mocht ik me later ook bij voegen, staand naast de burgemeester, om de eerste prijs uit te reiken aan de winnende wijk. Toevallig die van Giampietro. Waarbij van mijn kant van partijdigheid geen sprake kon zijn. Dat was het werk van een onpartijdige jury.
naast de burgemeester op het podium
 
de uitreiking
En daarna bleef het nog lang onrustig in de stad. Toen levensgezel en ik na inname van de nodige bubbels ruim na twaalven de steile straten afdaalden, kwamen we nog twee trommelbendes tegen die gebroederlijk al roffelend op hun instrumenten door de straten marcheerden. Vergezeld nog steeds van een aantal middeleeuwse dames. Dat trommelen klonk overigens wel iets onregelmatiger dan eerder op de avond. Een bijna magisch realistische scene.

Oh ja, en het grootste jaarfeest van Gubbio dan? Dat is het Festa dei Ceri, altijd op 15 mei. Ik heb met Giampietro afgesproken daar volgend jaar bij te zijn. Tot volgende week.
TOOS

dinsdag 13 augustus 2019

De geïmproviseerde Gubbio-banner òftewel Italië in een notendop

Of er een verschil is in culturen tussen Italië en Nederland? Zekers! Ik heb niet voor niks diverse exposities gehad in de laars van Europa. Daarbij kan dan een grote mate van flexibiliteit heel nuttig blijken. Daarom wil ik jullie het volgende, kostelijke en cultuurgebonden verhaal niet onthouden. Gubbio, de stad waar ik nu verkeer, is plaats van handeling (lees ook voorgaande blogs).

Gubbio
Maar de proloog begint in ons eigen, soms wat over georganiseerde Nederland.
In aanloop naar de internationale groepstentoonstelling 'Arte incontra Artigianato' hier in Gubbio had levensgezel regelmatig overleg met Martin Impelmans van de organiserende stichting Grenze(N)loze Kunst. Onder andere over publiciteit. Martin moest als Italiaans sprekende maar Nederlandse spin in het Gubbiaanse gemeenteweb allerlei zaken en zaakjes regelen. Ook dus die pr. En wat is tegenwoordig een expositie zonder uitbundig wapperende vlaggen en aandachttrekkende metershoge banners op buitenmuren. Wat in Gubbio dus per definitie middeleeuwse en derhalve beschermde muren zijn. Dat er daarin op wonderbaarlijke wijze wel eens wat verdwaalde spijkers en schroeven verzeild zijn geraakt? Dat is natuurlijk geschiedenis. Toestemming voor nieuwe spijkers en schroeven? Ojee, dan hebben we een groot probleem, Professore Impelmans! Dat kunnen we echt 
de affiche bij de expositie
niet toestaan. Dan kun je als Nederlander hoog of laag springen, maar Italiaanse ambtenaren kennen hun Italiaanse regels natuurlijk veel beter dan zo iemand uit het hoge noorden. Regels waarvan ambtshalve geen letter, hoe klein ook, mag worden afgeweken. Onder geen beding! Jammer, jammer, Signor Impelmans. Ja maar, die verdwaalde spijkers die er al zitten dan? Ach, u begrijpt vast wel dat wij daar niets van af weten. Conclusie? Geen banners aan de buitenmuur bij de expositie. Vlaggen dan misschien? Want er zitten toch vlaggenhouders hoog in de muur? Oh, maar daarvoor moeten wel speciale vlaggenstokken worden gemaakt. We gaan kijken wat we daaraan kunnen doen. Martin liet al vast vlaggen drukken in Nederland.

Bij de opening op zaterdag 27 juli? Geen banners dus. Maar ook nog geen vlaggenstokken. Toen mijn gastheer en mede-exposant, keramist Giampietro Rampini, opmerkte dat er toch eigenlijk wel wat publiciteit op de buitenmuur moest, vertelde levensgezel hem bovenstaand verhaal. Oh, daar ging hij wat aan doen! Maar de gemeente dan? Kom toch, hadden we die dan nodig? Hij moest nu eerst naar Finland, was woensdag terug en ging donderdag aan de gang. Maar aan Martin mochten we niks vertellen.
Dus op donderdagmiddag loopt Giampietro levensgezel achterop in Gubbio. Harm, Harm die banner! Heb jij een goeie foto van werk van Toos op je laptop? Natuurlijk! Goed, dan gaan we nu aan de slag. Dus werd er, met mij erbij, een langwerpige, abstracte uitsnede van een schilderij gekozen en op USB-stick gezet. Daarna gelijk naar de drukker. Die kon namelijk direct aan de gang. Daar even praten, uitleggen en de start van het drukken meemaken.
de banner begint uit de pers te komen
Toen even ergens koffiedrinken met een dolce, de banner van meer dan 3 meter lang bij 1 meter breed na een half uurtje ophalen, terug naar het keramiekatelier, de familie in de persoon van Gampietro's moeder inschakelen om op haar naaimachine nog iets aan de banner te fixen en vrijdagmorgen was alles klaar.
helemaal geprint!
 
de banner uitgehangen in de keramiekwerkplaats
Nou ja, nog niet helemaal. Want er moesten boven en onder stangen aan en die behoorden natuurlijk wel esthetisch verantwoord te zijn. We zitten uiteindelijk wel in Italië! Stangen dus met middeleeuws aandoend pijlpunten aan weerszijden. Dat deed de smid die vrijdag nog wel even.
Op zaterdagmorgen waren Giampietro en levensgezel uiteindelijk illegaal bezig om gaten in de eeuwenoude muur te boren en de banner te bevestigen. Martin wist niet wat hij zag.
 
het bevestigen van de banner


Giampietro en de verbaasde Martin bekijken het resultaat

Tussendoor moest Giampietro nog wel even weg. Tja, hij had wel veel voorbereid, maar toevallig net niet de juiste maat steenboor en pluggen meegenomen. Nessun problema! Er zat wel een ijzerwinkel om de hoek. Wat weer eens de stelling van levensgezel bewees: improviseren kunnen ze als geen ander, die Italianen.
Heeft daarna een ambtelijk iemand nog iets over die banner gezegd? Nee natuurlijk. En die vlaggen? Die wapperen eindelijk ook. Twee weken na aanvang van de expositie. Italië in een notendop dus. Tot volgende week in de Corriere della Toos.

TOOS

dinsdag 6 augustus 2019

Ik wou dat ik twee Toosjes was, dan ........



de wandelgangen van de Middelburgse Abdij
In een bundel van Michel van der Plas van lang geleden stond het heerlijke gedicht:
Ik zit mij voor het vensterglas
onnoemlijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was,
dan kon ik samen spelen.

 Hier in het Italiaanse Gubbio, in de provincie Umbrië, kwam de volgende variatie in me op:
Ik wou dat ik twee Toosjes was,
Dan had ik me kunnen delen.

Want dat was eind vorige week best handig geweest. Eén Toosje in Gubbio en één Toosje in Middelburg. Waar het 20-jarig bestaan van onze onvolprezen Kunst en Cultuurroute werd gevierd. Met de opening van een drie weken durende speciale expositie (zie de affiche) en het afscheid van onze net zo onvolprezen, jarenlange voorzitter Jan Kiewiet. Maar ja, ik zit voor een viertal weken vast in Gubbio. Wat trouwens geen straf is te noemen!

Dus kon ik Jan geen stevig bedankende afscheidshand geven in de kloostergangen van de Abdij, kan ik niet onze gezamenlijke expositie daar aanschouwen en mis ik ook nog eens de speciale tentoonstelling 'Omarm Vrijheid'. Plaatsvindend in de zelden geopende crypten onder die kloostergangen. Echt een moetje, die crypten, prachtig! Een beetje wrang daarbij is eigenlijk wel dat ik zelf nog het idee voor die tentoonstelling heb aangedragen.
 
afscheid van de voorzitter Jan Kiewiet
bezoekers bij mijn bijdrage aan de expositie

expositie 'Omarm Vrijheid' in de crypten
mijn bijdrage aan 'Omarm Vrijheid'
 Want hebben we in Middelburg niet elke twee jaar de uitreiking van de bekende en prestigieuze Roosevelt Awards? Gebaseerd op de Four Freedoms van USA-president Roosevelt: Vrijheid van godsdienst, Vrijheid van meningsuiting, Vrijwaring van gebrek, Vrijwaring van vrees.
Mij leek 't een inspirerend idee daarmee aan de gang te gaan op basis van uitspraken van laureaten die in het verleden zo'n Roosevelt Award hebben ontvangen. Veertien routedeelnemers, met mij erbij, hebben een kunstwerk gemaakt op basis van zo'n uitspraak. Die van mij? 'For me peace is not only the absence of war but the absence of fear'. Een uitspraak van de dappere, jonge Pakistaanse vrouw Malala Yousafzai die als meisje door een achterlijke Taliban in haar hoofd werd geschoten. Had ze maar niet moeten pleiten voor onderwijs voor meisjes. Want stel je eens voor dat vrouwen ontwikkeld zouden raken! Te gek voor woorden toch? De wereld, zijn bekrompen en enge wereld dus, zou ten onder gaan. Malala overleefde het en reist nu de wereld over om te pleiten voor de vrouwenrechten. Een vrouw naar mijn hart dus.

 Daarom voelde ik me vorige week bij een bezoek aan Perugia, de hoofdstad van Umbrië, extra getroffen. In zo'n steile kronkelstraat van de ook daar weer magnifieke middeleeuwse kern werd ik plots geconfronteerd met een geschilderd portret van haar aan een muur. Toeval? Ja, natuurlijk. Maar wel een bijzonder toeval.

Gelukkig kan ik mijn afwezigheid tegenover mijn Middelburgse kunstgenoten wel verantwoorden. Want het is hier ook werken geblazen. In het atelier van mijn gastheer, keramist Giampietro Rampini. Als onderdeel van de 'Mostra Internazionale d'arte e artigianato'(Art meets Craftmanship) hebben we namelijk een samenwerking opgezet. Ik ga keramiek van hem beschilderen. Een nieuw kunstavontuur. Waarover beslist gerapporteerd gaat worden in de Corriere della Toos. 
overleg met Giampietro
aan het beschilderen

Tot volgende week.
TOOS