Weer eens een cryptische titel! Maar oh zo verklaarbaar.
Ten minste, als je het eind van dit stukje haalt.
Toen ik mijn pakhuis uit 1738 in 1999 in Middelburg
kocht, was 't daar een gigantische puinzooi. Daarom ook was een ontbindende
koopvoorwaarde dat het pand helemaal leeg moest worden opgeleverd. Dit
betekende voor de toenmalige bezitter dat er uiteindelijk 13 grote, volle
containers naar de stort zijn gegaan. Vrijwel niets bleek ook nog maar van
enige waarde. Behalve een paar houten panelen met krullerig houtsnijwerk. Niet
bijzonder goed, maar wel intrigerend.
Enig speurwerk leverde op dat het zeer waarschijnlijk
panelen waren die nog stamden uit de tijd van de VOC. Echt financiële waarde
hadden ze niet, maar voor mij gevoelswaarde des te meer. Zeker ook omdat ze dus
kwamen uit de tijd dat mijn huidige atelier/woonhuis werd gebouwd.
Daarom heb ik altijd iets willen doen met die panelen.
Maar wat? Het motief van dat snijwerk dus gaan gebruiken voor T-sign. Voor de
hand liggend toch? TOOS-design met daarin dat motief verwerkt. Zoals
bijvoorbeeld een bijzettafel van metaal, een mesa-brocado. Want in het Spaans
klinkt dat natuurlijk veel mooier. En een metalen luz-brocado, een
waxinelichtjeshouder voor aan de muur.
Daarvoor heb ik het motief op tekening
gezet en het door een echte vakman via een computerprogramma en de
lasersnijtechniek laten omzetten in een paar prototypes waar ik nu thuis elke
dag van kan genieten. Maar die panelen stonden nog steeds in een hoekje in mijn
atelier. Tot ik laatst bedacht dat ik ze goed kon gebruiken voor de versiering
van een kastje. Ik vind het namelijk zalig af en toe als afwisseling van het
schilderen gewoon lekker wat te rotzooien met allerlei andere materialen.
mesa-brocado |
luz-brocado |
En dus kocht ik vorige week bij meubelketen Leen Bakker een
zelfbouwpakket van eenvoudig blank, laag kastje van min of meer de goeie
afmetingen. Daarna heb ik die panelen, door met beitel en figuurzaag aan de
gang te gaan, tot de juiste proporties teruggebracht. Nu staat het geheel, bijna af, bij
mij in het woongedeelte.
Maar wat heeft dat China er dan nog mee te maken?
Wel, in 2008, toen ik artist
in residence was in een galerie in Peking, kocht ik ergens in een
buitenwijk daar op een soort rommel en antiek markt waar geen toerist te bekennen
was een prachtig slot. Echt een mooi ding van het soort dat je af en toe wel op
antieke Chinese kasten ziet. De verkoper wilde er eerst € 150 voor hebben. Al
communicerend via rekenmachine, wegloopgedrag,
handgebaren en afkeurende geluiden, want mijn Chinees is beslist
onderontwikkeld te noemen, kocht ik het uiteindelijk voor € 15. En dan heb ik
waarschijnlijk nog te veel betaald naar Chinese begrippen.
Maar nu prijkt dat slot ten slotte in symbiose met de
panelen op mijn kastje. Want hebben de VOC en China lang geleden niet heel veel
met elkaar te maken gehad? Dus tot slot: logisch toch, die driehoeksverhouding
tussen de VOC, China en Leen Bakker! Tot volgende week.
TOOS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten