Fries Museum: grote affiche zogezegd met mij rechtsmidden |
De Reuzen hebben Europese Culturele Hoofdstad Leeuwarden al
een paar weken verlaten. Een ander interessant evenement daar, een
tentoonstelling in het Fries Museum, duurt echter nog wel even. Absoluut de
moeite waard en vandaar dit stukje.
Eerst even een rijtje namen: Rembrandt, Vermeer, Van
Gogh, Mondriaan. Die altijd opduikende rij als 't gaat over Nederlandse
kunstenaars die echt over de hele wereld gekend zijn. Maar stel nou dat je de
vraag krijgt om er een vijfde kunstenaar aan toe te voegen. Dus ook iemand die
in alle werelddelen herkenning oproept. Dan kom ik zelf direct uit op Maurits
Cornelius Escher (1898-1972). Oftewel MCE, de ondertekening die je op al zijn
werk vindt. Want wie kent niet die befaamde houtsneden en steendrukken van zijn
realistische en toch onmogelijke bouwwerken waarin het spel met onder en boven
je hersenen op zijn kop zetten? Constructies die niet kunnen maar in Eschers
verwerking toch weer wel.
En wat te denken van die serie razend knappe Metamorfosen
waarin verschuivende plant, dier of mensvormen heel 'normaal' in elkaar veranderen
en verglijden?
Zou je je nu nog kunnen voorstellen dat een plafond van
hem van 15 bij 15 meter met daarin insectenfiguren bij een verbouwing zonder
aandacht van wie dan ook verwijderd wordt? Afgezien van één oplettende geest aan
wie we 't danken dat het nu nog bestaat? Lijkt me van niet! Toch gebeurde dat
met een in 1951 door Escher gemaakt plafond voor het nieuwe Philips laboratorium
in Eindhoven. Bij de opening daarvan werd zijn naam niet eens genoemd, laat
staan bij die verbouwing 15 jaar later toen men er even niets mee kon.
Tientallen miljoenen Escher-posters later, die kamers
over de hele wereld hebben gesierd, lijkt zoiets een onmogelijke gotspe. Best
bijzonder voor iemand die ooit tegenover muzikant Graham Nash ( ja, die van de
wereldberoemde groep 'Crosby, Stills and Nash') opmerkte dat hij eigenlijk geen
kunstenaar maar een wiskundige was. Zie onderstaande trailer maar van de zeer
recente documentaire 'Escher: het oneindig zoeken'. Ik zag die vorige week in
de bioscoop. Conclusie: indien mogelijk, gaan!!
Je kunt overigens ook naar Ljouwert, naar dat al genoemde
Fries Museum. Voor de tentoonstelling 'Escher op reis'. Zeg dus maar eens dat
Escher niet in de belangstelling staat. Pure mazzel in feite voor Leeuwarden dat
hij daar geboren is. Konden ze er als Culturele Hoofdstad toch maar mooi mee
uitpakken. En dat doen ze ook.
stiekem gemaakte foto op de expositie: je mag er namelijk niet fotograferen |
op de expositie kun je een selfie (links) maken in die beroemde bol van Escher waarin hij ook zichzelf afbeeldde (rechts) |
officiële foto: opvallend is hoe klein de originele houtsneden in werkelijkheid zijn |
Op heel informatieve en logische wijze wordt je daar door
zijn leven geleidt. Via de prachtig verfijnde houtsneden die hij tijdens zijn
langdurig verblijf in Italië maakte. Met de schetsen van zijn bezoek aan het
Alhambra in Granada waar de abstracte Moorse herhalingsmotieven als een
mokerslag bij hem binnenkwamen. En met al die bekende afbeeldingen waarmee hij
in de jaren 60 uiteindelijk pas echt beroemd werd via de hippiecultuur die
vanuit Californië de hele wereld overwaaide.
een vroeg werk van Escher waarin al een voorbode is te zien van zijn latere werk |
houtsnede gemaakt in Italië |
schets gemaakt in het Alhambra in 1936 |
Dol waren de hippies op zijn voor
hen psychedelische afbeeldingen.
Dat laatste komt in Leeuwarden jammer genoeg niet echt
goed tot uiting. Maar daar is die documentaire dan weer goed voor. Expositie en
film vullen elkaar in dat opzicht heel mooi aan. Zo wist ik niet dat Mick
Jagger van de Stones ooit aan Escher gevraagd had een ontwerp voor een
platenhoes te maken. Maar dat MCE daar door tijdgebrek geen zin in had. Hij
begreep, curieus genoeg, trouwens helemaal niets van die hippietoestanden.
Liever had hij contact met bètawetenschappers. Die begrepen ten minste waarmee
hij bezig was in zijn zoektocht naar het weergeven van het begrip oneindigheid.
kijkend door een grote loep naar zo'n zeer verfijnde houtsnede |
Die weigering bij Mick Jagger kon hij zich destijds
financieel ook wel permitteren. In de jaren 50 zou dat wel een tikje anders
zijn geweest. Door artikelen in 1951 in de Amerikaanse tijdschriften Time en
Life brak hij daar wel door, maar met een verdienste van zo'n 2200 dollar bij
de verkoop van 150 door Escher zelf gedrukte houtsneden in 5 jaar tijd kun je
niet echt over een vetpot spreken. Vergelijk dat eens met de tienduizenden
euro's die nu voor sommige van zijn originele prenten worden neergeteld. 't Kan
verkeren. Maar het is wel terecht. Dus zullen we dat rijtje namen in het
vervolg maar houden op Rembrandt, Vermeer, Van Gogh, Mondriaan en Escher? En
wil je in 4 minuten tijd nog wat meer over hem opsteken? Kijk dan eens naar de
volgende BBC minidocumentaire.
Tot volgende week.
TOOS