Als kunstenaar ben je deze maanden wel bijna verplicht om
twee grote tentoonstellingen te bezoeken. Een van een dooie kunstenaar in het
Haags Gemeentemuseum en een van een levende in het Stedelijk Museum van
Amsterdam. Van Mark Rothko die in 1970 zelfmoord pleegde en van Marlene Dumas
die gelukkig nog onder ons verkeert. Maar beiden iconen in de huidige wereld
van de moderne kunst. Dat "huidig" en "modern" is eigenlijk
taalkundig wat dubbelop, maar het ligt ten slotte in de kunstgeschiedenis van
de toekomst verborgen of ze ook iconen blijven. Hoeveel voorbeelden zijn er
niet van kunstenaars die in hun tijd beroemd waren en van wie nu bijna niemand
meer weet?
Mijn nieuwsgierigheid naar de tentoonstelling van Rothko is
nu bevredigd. Van hem had ik in werkelijkheid ooit maar enkele schilderijen
gezien. Schilderijen trouwens waarvan recent het hiernaast afgebeelde No.21
(Red, Brown, Black and Orange) voor 45 miljoen dollar in New York op de veiling
werd verkocht. Zou 't dat waard zijn? Vast niet! Is die kunstmarkt voor de
grote namen in de moderne kunst overspannen? Vast wel! Zijn er mensen met veel
te veel geld die graag pronken in hun omgeving met de vraag "Heb je mijn nieuwe
Rothko al gezien"? Beslist! Maar dat ter zijde.
Ook vroeg ik me af wat ik aanmoest met de verhalen die altijd
de ronde doen bij Rothko. Van die verhalen waarbij kijkers naar zijn werk zo diep
emotioneel geraakt worden dat ze zelfs in huilen kunnen uitbarsten. Hoe zou
mijn toch best wel sensitieve kunstenaarsziel gaan reageren op zo'n overmaat
aan werken van hem? Nou, die ziel reageerde eigenlijk dubbel. Want was Rothko
nou echt een groot kunstenaar? Zijn eerdere schilderijen uit de veertiger jaren
vond ik beslist niet geweldig. Bij Picasso kon je in zijn jeugd gelijk al zien
wat een ongelooflijk talent hij had. Maar bij een Rothko op zelfs 40-jarige
leeftijd kon ik dat, naar mijn idee, niet constateren.
vroeger werk van Rothko |
Was hij zo doorgegaan,
dan was hij, denk ik, nu onbekend geweest. Maar na de Tweede Wereldoorlog kwam in
Amerika het abstract expressionisme heel sterk op. Kunstenaars probeerden zich
te ontworstelen aan allerlei conventies. Daarbij kwam bijvoorbeeld
"onze" van oorsprong Rotterdamse Willem de Kooning boven drijven. Of
Barnett Newman waarbij velen zullen reageren met "O die" bij het
horen van "Who is afraid of red, yellow and blue". Of Jackson Pollock
met zijn dripping paintings. En dus
Mark Rothko met zijn schilderijen met de kleurvelden. Meestal horizontale banen
boven elkaar in verschillende kleuren.
Rothko in summiere verlichting |
Werd ik tot in mijn ziel geraakt? Nee. Wel vond ik het
heel interessant de ontwikkeling van Rothko te zien, van zijn vroegere werk tot
wat nu heet zijn classic style met de
kleurvelden vanaf de jaren 50. Vooral als hij in die stijl werkte met allerlei
nuances rood vond ik het boeiend. Ander
werk raakte mij minder. Interessant ook is een heel summier verlichte zaal,
helemaal zoals Rothko dat zou hebben gewild. Daarin moet je heel langzaam en
goed kijkend de kleine verschillen in kleurvelden op een aantal werken tot je
laten doordringen. Een manier die je dwingt de tijd te nemen. Iets dat Rothko
ook van zijn kunstkijkers verlangde.
Bij de vraag of Rothko een groot kunstenaar was, heb ik
voor mijzelf geen duidelijk antwoord. Ik twijfel. Hij was met zijn stijl in
ieder geval wel een juiste persoon op de juiste plaats, Amerika, op de juiste
tijd, de jaren vijftig van de vorige eeuw. En daarmee heeft hij zeker een
plaats in de kunstgeschiedenis verdiend. Maar ben je daarmee automatisch een
groot kunstenaar?
het laatste schilderij van zowel Rothko als Mondriaan |
Tot volgende week.
TOOS
1 opmerking:
Boeiend blog.
Groet
Laila
Een reactie posten