Vanuit Nederland sijpelt er natuurlijk altijd wel een en
ander door naar mijn kunstcocon in Nice. 't Is maar net of en wanneer ik de
deur van dat cocon op een kier zet. Het oranje van de schaatssupporters ligt
natuurlijk al een poos in de klerenkast maar is recentelijk, zo begreep ik, in
de vorm van voetbalsupporters oranje weer opgedoken. In Bulgarije en in de
Amsterdam Arena. Niet dat ik een schaats of voetbalsupporter ben, maar ik vind
die kleur oranje altijd zo mooi. Of ie nou wel of niet moreel gedeukt uit de
strijd tevoorschijn komt. Daar heeft onze Vader des Vaderlands in de 16de eeuw
toch maar mooi voor gezorgd door op jonge leeftijd via vererving prins van de
Franse stad Orange te worden. Die Franse invloed draagt nu dus toch maar mooi
bij aan onze zo vaak bediscussieerde Nederlandse identiteit.
Door dat Nederlandse oranje moest ik ineens ook denken
aan het Thaise, Laotiaanse en Cambodjaanse oranje. Ook in die streken een heel
populaire kleur. Maar dan voor de kleding van Boeddhistische monniken. Dus had
ik me er eigenlijk automatisch op ingesteld dat tijdens mijn recente reis door
Myanmar 't oranje heel vaak op mijn netvlies zou vallen. Ga maar na. Het aantal
monniken daar, jong of oud, mannelijk of vrouwelijk, tijdelijk of permanent,
wordt tussen de 300duizend en een half miljoen geschat. Moeilijk te missen dus.
Zeker als een groot deel 's morgens op
hun blote pootjes op stap gaat om naar Boeddhistische traditie in de straten
hun etenskom te laten vullen door gulle gevers.
meisjesmonniken in het voorgeschreven roze |
Maar wat bleek? Hebben de manmonniken in Myanmar dat
oranje ingeruild voor hoofdzakelijk bordeauxrood! Tja, 's lands wijs, 's lands
eer zogezegd. Waar ik gelijk aan wil toevoegen dat bordeauxrood ook een heel
aangename kleur is. En dat echt niet alleen vanwege de dieprode wijn uit de
Bordeaux streek. Want je kunt er ook prima mee schilderen. Of schilderachtige, kleurrijke
monnikenfoto's van maken. Toevallig ben ik hier in Nice de laatste tijd ook
bezig met het sorteren van foto's voor mijn Birma boek. Best een monnikenwerk
trouwens gezien de gigantische
hoeveelheid door te spitten plaatjes. Maar ook een goeie reden om al vast een bordeauxrood
monnikenvoorproefje te geven. Met hier
en daar toch nog een toefje mannelijk oranje of vrouwelijk roze.
Monnik kun je al heel jong zijn. Zo bleek uit het verhaal
van een ruim 20-jarige gids met wie we een dag op stap waren. Samen zittend in
een boot en wandelend door dorp en land kom je natuurlijk wel tot een gesprek.
Hij was al twee keer monnik geweest. Zij 't elke keer maar voor enkele weken.
Want dat kan dus, monnik worden voor korte tijd. Het hoort bij de traditie,
geeft aanzien en staat goed op je cv. Kost trouwens wel een behoorlijke
grijpstuiver als je het goed wilt doen bij die eerste keer. Feest in de tempel,
speciale kleren voor de hele familie, uitgebreide maaltijd, enz.
feest in de tempel voor kinderen die monnik worden |
In het beroemde boek "Animal Farm"(1954) van George Orwell stond 't al: alle dieren zijn gelijk, maar sommige zijn gelijker |
Dus is 't ook weer niet voor iedereen weggelegd. Hele dorpen organiseren daarom wel eens een centrale ceremonie voor veel kinderen te gelijkertijd. Iedereen draagt een steentje bij en het drukt de kosten. Onze gids wilde na zijn trouwen met toestemming van zijn vrouw misschien nog wel een derde en laatste keer voor een tijdje het klooster in. Vaker dan drie keer in je leven mag namelijk niet. En ben je getrouwd, dan moet je vrouw dat ook goed vinden. Alles dus een tikje anders dan bij het katholieke kloosterleven. Tot volgende week.
TOOS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten