dinsdag 14 juli 2015

Nog een palazzo'tje kopen?

palazzi genoeg in Venetië
Ging schrijver en beeldend kunstenaar Jan Wolkers ooit "Terug naar Oegstgeest", een van zijn bekendste boeken, ik ga nog even terug naar Venetië. Jammer genoeg niet met een zodanig grote flappentap op zak dat ik me daarmee de aanschaf van een palazzo zou kunnen veroorloven. Al was 't maar een heel kleintje. Mogelijkheden te over namelijk. Dat blijkt wel uit het steeds groter wordende contingent paleizen waar tijdens de Biënnale exposities worden georganiseerd. Allereerst door het toenemend aantal landen dat niet op de Giardini of in het Arsenale terecht kan (lees voorgaande afleveringen). Maar ook door allerlei wereldwijde kunststichtingen die graag een beetje in de Venetiaanse kunstbus willen meeblazen.  Ze huren een leegstaand palazzo ergens op een riante plek of laten een al jaren gesloten kerk weer openen. Want de huidige inwoners van de stad, 56 duizend in getal, hebben echt geen honderd kerken meer nodig.

de cour van palazzo Grassi
Dat betekent natuurlijk dat ik daardoor nu in paleizen binnenkom die vroeger alleen toegankelijk waren voor de elite van de ooit zo machtige en rijke Dogenstad. Dus hoef ik eigenlijk toch geen palazzo te kopen. Eens in de twee jaar staan de deuren toch wel  voor me open. Zoals bijvoorbeeld die bij de puissant rijke Fransman François Pinault. Denk maar aan Gucci, Puma en veilinghuis Christie's en je hebt een aardig beeld van de man. Hij zei een aantal jaren geleden tegen multinational Fiat en toenmalig eigenaar "doe mij dat palazzo Grassi aan het Canal Grande maar". Met als gevolg dat je voor een kleine geldgift, want zakenman Pinault is natuurlijk ook niet gek, in dat gigapaleis vrij rondloopt tijdens de Biënnale om een deel van zijn eigen gigakunstcollectie te mogen aanschouwen.  Of, voor diezelfde gift, in de Punta della Dogana. Eeuwenlang was dat het douanecomplex van de stad, met opslag van goederen tot aan de hoge balkenplafonds. Daarna stond het een aantal jaren leeg. Nu is het, hoe raad je 't, ook al weer een museum. Prachtig gerestaureerd met, ook al weer, geld van Monsieur Pinault. Overigens wel erg leeg ingericht dit keer. Helemaal passend dus in de tendens van "lege kunst" zoals ik die een paar weken geleden signaleerde. 
Punta della Dogana museum
François had blijkbaar ook nog ergens zo'n negen miljoen liggen om de zes echt grote schilderijen te kopen van Baselitz die nu nog in het Arsenale hangen. Enkele afleveringen geleden stond van die werken een foto in dit blog omdat ik ze zo indrukwekkend vond. Wie weet zie ik ze nog eens een keer terug in een van die Pinault musea.

Maar Pinault is niet de enige in zijn soort. Steeds meer leegstaande palazzi raken in rijke buitenlandse handen. En steeds meer van die paleizen worden dus gebruikt voor exposities. Als dat zo door gaat is Venetië over een aantal jaren een en al kunststad. De grootste ter wereld, afgezien zelfs nog van de Biënnale. Wel natuurlijk met hier en daar nog wat bewoners er tussendoor.
tuin van een, normaal gesproken, gesloten palazzo
paviljoen Azerbeidzjan


Terwijl ik zo dwaalde door al die paleizen bleken diverse nog steeds die grandeur van vroegere eeuwen te hebben. Barokke ruimten waar je het ruizen van de zijden jurken zonder veel moeite zo bij kon fantaseren. Maar regelmatig zag ik toch ook zalen met vlak gestucte, witte muren en kale plafonds. Tja, onderhoud in zo'n vochtige lagunestad als Venetië kostte ook vroeger al een lieve Italiaanse lire die er niet altijd was. Nu kwam ik er een mix tegen van verrassende en "wat moet ik er mee" kunst.




Chiesa di San Giorgio Maggiore
Echt verrassend waren een paar oude kerkjes die nu weer eens deden wat in voorgaande eeuwen heel 
normaal was. De deuren openzetten. Niet meer voor de mis en de biecht. Want ga je er op zoek naar een pastoor of priester, dan kun je zoeken tot Sint Juttemis.  Wel voor soms heel intrigerende kunst in prachtige gotische of barokke ambiances.
Chiesa di San Antonino
Zo  moest ik natuurlijk naar de eindelijk weer geopende Chiesa di Santa Catarina. Mijn eerste officiële naam is ten slotte niet voor niets Catharina. Catharina? Ja, logisch toch: Catharina, Cato, To, Toos. Geloof 't of niet, maar zo is het wel gekomen! In die verduisterde kerk bevond zich een "archeologische" installatie waarbij 't leek of er net allerlei beelden half waren opgegraven. 
Chiesa di Santa Catarina
En daar mocht je, in het donker, ook nog heel voorzichtig tussendoor lopen over nauwelijks zichtbare paden.
Toch wel opmerkelijk dat ik tijdens die paleizen en kerkentocht kunst onder de paraplu van de Biënnale tegenkwam die ik in de vele kunstkritieken nergens terugzag. Terwijl toch heel veel officiële landenbijdragen er absoluut niet aan konden tippen. "Voer voor psychologen" om maar te eindigen met dat boek van een andere grote Nederlandse, ook al dode schrijver. Harry Mulisch. Venetië en de Biënnale blijven intrigeren.  Dus kom ik er vast nog wel eens op terug. Tot volgende week.

TOOS

Geen opmerkingen: