We hebben in het verleden flink wat Arabische landen
afgereisd, levensgezel en ik. Tunesië, Yemen, Syrië, Jordanië, Marokko en
Egypte. Georganiseerd met een groep of als backpackers op onszelf. Landen met
een grote historie, met interessante oude kunst en een aparte cultuur. Destijds
natuurlijk niet wetende dat je nu een aantal van die streken maar beter even kunt
mijden. Heel erg jammer. Levensgezel en ik hebben elkaar zelfs in Egypte
ontmoet. Maar dat is weer een heel ander verhaal.
Vanwege die vroegere reizen en de in eerdere blogs
beschreven uitnodiging deel te nemen aan de Biënnale voor kunstboeken in
Alexandrië was 't dus heel interessant om eind april, na heel veel jaren, weer
eens in Egypte rond te neuzen. Nou ja, Egypte? Alleen Alexandrië en Caïro dan,
om nauwkeurig te zijn. Logisch dat je dan gaat vergelijken met de Egyptische
ervaringen van toen, van de tijd dat onze haren absoluut minder of misschien zelfs
nog niet grijs waren. Dit keer daarom even geen kunst, maar wat willekeurige
notities bij dat recente verblijf.
Taxichauffeurs
Taxichauffeurs? Altijd oppassen. Bij aankomst 's avonds op het vliegveld van Caïro
zou er één op ons staan wachten voor de rit naar het hotel in het centrum.
Levensgezel had dat via internet geregeld met een als betrouwbaar bekend staand
bedrijf. Er was zelfs al vooraf betaald. Maar hoeveel chauffeurs er bij de
uitgang ook stonden met omhoog geheven kartonnetjes, geen bordje met onze naam.
Nou hebben die zonder bordje natuurlijk
feilloos snel in de gaten dat je zoekend rondloopt. Keus te over dus om
naar Caïro te komen. Maar levensgezel bekijkt zoiets altijd op z'n gemak. Maakt
een rondje, maakt een praatje, kiest voor zichzelf al vast een chauffeur,
vraagt naar de prijs, loopt nog een rondje, vraagt nog eens naar de prijs, enz.
Want Egypte en dan niet onderhandelen? Dat gaat er bij hem niet in. Dus ging de
eerst gevraagde 18 dollar via 15 naar 12 en ten slotte naar 10. Niet dat het
daarvoor zou gaan lukken, dat wist hij ook wel. Er is altijd wel weer een truc
waardoor die prijs toch nog omhoog gaat. Maar dat hoort bij het spel.
de chaos van Caïro |
Dus de taxi in voor 10 dollar. Bij de slagboom bij het
verlaten van de parkeerplaats voor taxi's moest de chauffeur wel ineens geld aan
de parkeerwacht daar overhandigen. Vijf dollar naar zijn zeggen. Of dat ook
klopte? Dat hadden we zo gauw niet kunnen zien. Dus werd die rit toch ineens
weer 15 dollar. Kijk, daar heb je de truc! Ook bleek zijn korte termijn
geheugen niet helemaal op orde want van die 10 dollar kon hij zich absoluut
niets meer herinneren. "We hebben toch echt 15 afgesproken, my friend!"
Daar moet je je dan ook niet druk over maken. Andere cultuur en een domme westerling
die er toch niets van snapt. Go with the flow, zoals dat heet. Dus betaalde
levensgezel keurig 15 dollar na aankomst bij het hotel. Maar in één van de
biljetten zat een kreukje. En dat is in Egypte een doodzonde voor
dollarbiljetten. Dat hoort niet. Een verschijnsel dat we van vroeger al kenden.
Bij kreukjes schijnt de waarde te dalen. Toen heeft levensgezel laten blijken
dat hij en de chauffeur beslist niet in de wieg waren gelegd om vrienden voor
het leven te worden. En de taximan begreep dat uiteindelijk ook wel.
aan de thee in Caïro |
Overigens was die 15 dollar een redelijk gangbare prijs.
Want voor die taxi die niet was komen opdagen hadden we €16,32 moeten betalen.
Dat is na een klacht achteraf trouwens keurig terug gestort. Blijft natuurlijk
de vraag wat de prijs zou zijn geweest als levensgezel in eerste instantie niet
had afgedongen.
Hotelveiligheid
In alle hotels bleken ineens van die veiligheidspoortjes
te staan. Zoals op het vliegveld. Van die dingen die gaan piepen bij onverantwoord
aanwezig metaal.
detectiepoortjes in de hotels |
Zo werden we toch maar uitstekend beveiligd tegen het gevaar
van terroristen. Hoewel? Bij zo'n poortje zat altijd een mannetje die
natuurlijk moest ingrijpen bij calamiteiten. Als ie er ten minste al zat. Want
zo iemand moet natuurlijk ook regelmatig even een plasje doen of naar buiten
voor een sigaret of een kletspraatje. Indommelen of verdiept zijn in de krant
hoorde er trouwens ook bij. Toch bestond er beslist een kans dat hij opkeek bij
een piep van onze kant. Maar dan werden we met een wuivend handgebaar gelijk
doorgelaten. Wat moeten we er toch vertrouwenwekkend hebben uitgezien, elke
keer weer. Of we ons er veiliger door hebben gevoeld? Is dat van belang? Hoe
dan ook is zo'n staatsmaatregel natuurlijk wel goed voor baantjes in een land
waar de werkloosheidscijfers gigantisch hoog zijn. En vergeet ook die andere
cultuur niet. Westerse efficiency is niet overal zaligmakend.
Deze schots en scheve notities lopen uit de hand. Dat heb
ik al wel in de gaten. Dus heb ik achter de titel maar snel een Romeinse I
geplakt. Tot volgende week.
TOOS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten