Pasen. Met daarbij het opstaan van Jezus uit de dood als kerkelijk wonder. Maar is 't eigenlijk ook al geen wondertje
dat hij elk jaar opnieuw weer op een
andere datum gestorven blijkt te zijn? Zijn geboorte wordt wel altijd op 25
december gevierd, maar zijn kruisiging en de daaraan gekoppelde opstanding op
1e Paasdag vallen op steeds
verschuivende datums. Best wonderlijk. Maar goed, daarover ga ik niet, dat doet
'Rome'. Waar ik zo vlak voor de Pasen dit jaar aan moest denken is een ander
wonderbaarlijk Paasverhaal dat zich vorig jaar afspeelde.
het plein waar zich dit Paasverhaal afspeelt |
Levensgezel en ik bevonden ons toen, een volle drie weken
eerder dan de Pasen nu, in Italië. In Toscane, om nauwkeuriger te zijn. Op
bezoek bij Nederlandse vrienden in hun tweede huis ergens aan de kust. Zij
hadden weer familie die wel vast in Toscane woonde maar dan een aardig stukje
meer landinwaarts, iets ten zuiden van Florence. Die vonden het leuk als we op
Tweede Paasdag met z'n vieren bij hun op bezoek kwamen. Met in het vooruitzicht
eerst een bubbelende borrel en aansluitend
het onvermijdelijke Italiaanse restaurant was dat no problema natuurlijk. Maar bij aankomst bleek dat restaurant toch
nog wel even een klein problema te
zijn geweest.
Het eerste belletje voor een reservering: vol. Tweede
belletje: vol. Derde belletje: we zijn dicht. Pas bij het vierde belletje: bingo.
't Werd daardoor wel ietwat verder rijden. Alweer no problema. Onderweg naar dat vierde belletje keek levensgezel mij
ineens vragend aan. "Ik zag net op een richtingenbord Vigline Valdarno
staan. Was dat niet die plaats waar we ooit eens een aantal weken hebben
gebivakkeerd?" Onzekerheid troef bij ons beiden. De vraag of we naar dat
Vigline gingen werd overigens wel bevestigend beantwoord, maar onze onzekerheid
moest nog even voortduren.
Nu eerst een flink aantal jaren terug in de tijd. Ik was
uitgenodigd om in december 2003 deel te nemen aan de Biennale Internazionale
Dell'Arte Contemporanea in Florence en had daarop ja gezegd. Dat leek me wel
leuk. Maar een paar weken in Florence zelf gaan zitten bleek toch een tikje
buiten de begroting te vallen. Vandaar dat ik in een stadje 20 kilometer
zuidelijker een soortement loft had gehuurd, bovenin een hoog
appartementencomplex. Op een letterlijke steenworp afstand van het treinstation
daar. Lekker makkelijk, direct de trein in en bij de halte Florence er weer uit.
Maar of 't nou in dat Vigline Valdarno van hierboven was geweest? Het was hooguit een heel bescheiden belletje dat er rinkelde.
Bij het binnenrijden van Vigline passeerden we in ieder
geval wel een spoorwegovergang, maar verder? De parkeerplaats? Mwah! Toen in de
binnenstad die arcade? Zou best wel eens kunnen. Daarna het grote plein? Ja,
dit kenden we. We herinnerden ons toen ook een restaurant op dat plein. Ergens
daar in die hoek. Ging daar niet ook een trap naar beneden naar een gewelfde kelder
waar we destijds diverse keren prima hadden gegeten? 't Zou toch niet dat we
daar ……? Maar dat zou dus wel! Die hoek, die trap, dat gewelf, nu liepen we daar
ineens met z'n zessen. Reken dus maar dat we er opnieuw van een voortreffelijk
maaltijd hebben genoten want de eigenaar bleek nog steeds dezelfde.
de toegang van het restaurant |
de kelder |
Natuurlijk zijn we, inclusief onze Italiaanse vulling en behoorlijk
laat op de avond, nog even richting station gelopen om te aanschouwen hoe 't
stond met dat toenmalige loft van ons. Kijk, daar was 't! Nog steeds ook inclusief
de bijbehorende kubuskamer met een view die plompverloren bovenop het dak
stond en van waaruit zich een deur opende tot dat dak. Gewoon je stoel buiten
zetten en je had volledig rondom een gigantisch terras ter beschikking.
Over toeval gesproken! Want stel je nou eens voor dat die
restaurantreservering van het eerste, tweede of derde belletje wel was gelukt.
Dan had ik dit wondere Paasverhaal toch maar mooi niet kunnen beleven. Tot
volgende week.
TOOS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten