links in Kröller-Müller, rechts in Kunstmuseum Den Haag |
Dat boek moest ik natuurlijk hebben! Ik schrijf ten slotte niet zomaar regelmatig over vrouwen in de kunst. Een onderwerp dat me zeer na aan het hart ligt. Dus plaatste ik gelijk een bestelling in Engeland. Bleek ineens een paar dagen later dat er ook een Nederlandse vertaling, 'HET GROTE VROUWEN KUNST BOEK', op de markt kwam. Maar Engels of Nederlands, over Charley Toorop niets, nothing, rien, niente, nada. En dat terwijl ze in alle belangrijke Nederlandse musea voor moderne kunst hangt. Gewoon zoals 't behoort bij zo'n kunsticoon, bij die grande dame in de Nederlandse kunstwereld van de eerste helft van de 20e eeuw. Want reken maar dat ze dat was.
Even kort door de bocht. Dochter van de beroemde schilder Jan Toorop. Opgroeiend in de avant-gardistische kringen rond haar vader waarbij de kunst met de paplepel werd ingegoten. Al jong bevriend met Piet Mondriaan, daardoor bezoeken aan Parijs met zelfs een tentoonstelling in die stad. Een turbulent leven met veel verhuizingen en veel mannen na een mislukt, vijf jaar durend huwelijk waaruit drie kinderen werden geboren. Maar altijd met de drang naar schilderen, dat was het ultieme. Zonder academie weliswaar, maar met de kennis van haar vader en over de vloer komende schildersvrienden ontwikkelde ze een geheel eigen stijl. Al zoekende kwam ze uit bij Vincent van Gogh waardoor ze ook net als hij een poosje ging wonen in de Borinage, de mijnstreek in Wallonië.
Arbeiders uit de Borinage 1923, houtskool op papier
Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam
Twee vrouwen uit de Borinage 1922 Gemeentemuseum Helmond |
Dichter bij huis vond ze inspiratie in de boerengemeenschap van Westkapelle op Walcheren. Dat spreekt mij als ZeBra, Zeeuwse Brabander, natuurlijk wel aan. Heel wat zomers verkeerde ze er omdat haar roemrijke vader dan het middelpunt was van de nu zo bekende Domburgse kunstenaarskolonie. Met o.a. Mondriaan, Henri le Fauconnier en Jacoba van Heemskerck. Maar de sociaal bewogen en eigenzinnige Charley verkeerde liever enkele kilometers verderop. Bij de boeren in Westkapelle.
Boeren (1930), Centraal Museum Utrecht
Boerengezin in Zeeland 1927 Stedelijk Museum Amsterdam |
Muzikanten en dansende boeren 1927 Kröller-Müller Museum |
Uiteindelijk kwam ze in het voornamelijk mannelijke kunstbolwerk tot die heel persoonlijke stijl die bij geen enkele kunststroming hoort maar die je overal direct herkent.
Medusa kiest zee 1939-41, Kröller-Müller
Zelfportret met haar drie kinderen (1929) Groninger Museum |
De maaltijd der vrienden 1932-33, Boijmans van Beuningen |
Zelfportret tegen palet 1934 Kröller-Müller Museum |
Portretgroep van H.P.Bremmer en zijn vrouw met kunstenaars uit hun tijd 1936-38 Kröller-Müller |
Zelfportret 1943-44, Kröller-Müller |
Oude bloeiende appelboom 1949 |
'Drie generaties', met haar al overleden vader als bronzen kop en schilderszoon Edgar Fernhout 1941-50, Boijmans |
Charley Toorop voor dat beroemde schilderij 'Drie generaties' |
Misschien is dat wel de reden dat ze niet in 'GREAT WOMAN
ARTISTS' voorkomt en die al genoemde, expressionistisch schilderende Jacoba van
Heemskerck wel. Net zoals trouwens
Artemisia Gentileschi, Sofonisba Anguisola, Judith Leyster, Clara Peeters en Rachel
Ruysch. Vrouwen waarover ik al herhaaldelijk schreef. En waarbij aan sommigen door
curatoren van het Mauritshuis korte video's zijn gewijd in het kader van dat
nieuwe boek.
Maar over die namen heeft dan ook de geschiedenis geoordeeld. Die hebben het schiftingsproces van tijd en kwaliteit ruimschoots doorstaan. Wat je niet kunt zeggen van een aantal in de uitgave voorkomende kunstenaars van pas zo'n 30, 40 jaar oud. Eigenlijk een grote schande voor zo'n salontafelboek van een paar kilo met teveel Angelsaksische pretenties . Een paar voorbeelden.
werk van Tschabalala Self (geb. 1990 New York)
werk van Amalia Ulman (geb. 1989 Buenos Aires) |
Zouden die echt over een halve eeuw nog bij de grote vrouwelijke kunstenaars horen? Ik mag toch echt hopen van niet. Dat ze daarbij dan ook nog 'mijn' Leonor Fini (zie deze blogaflevering ) geen bladzijde gunnen ten koste van dit 'gedoe', maakt 't alleen nog maar erger.
Ik verwacht dat Karin Haanappel het beter gaat doen. Karin Haanappel? Ja, de kunsthistoricus die zich in Nederland zeer beijvert voor de positie van de vrouw in de kunst. Met lezingen, seminars, optredens voor radio en tv,enz. En met boeken. Kijk maar eens bij https://www.haanappelart.com/.Volgend jaar moet haar 'Herstory of art' uitkomen. Een geheel herziene versie van de 1e druk uit 2012 die nergens meer is te krijgen. Een Nederlandse uitgave trouwens, ondanks de titel. Maar die is natuurlijk te mooi om niet te gebruiken. En Karin, zorg dat Charley Toorop erin voorkomt. Owee als dat niet het geval is! Want dan moeten we toch eens ernstig met elkaar praten. Tot volgende week.
TOOS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten