dinsdag 28 april 2015

Een nieuw baasje voor Cerby

de veilingzaal in het NBC Congrescentrum
Als ie kon kwispelen zou Cerby dat nu doen. Want hij heeft een heel goeie nieuwe baas gekregen. Maar ja, met dat staartstompje van hem gaat dat natuurlijk nooit lukken. En zelfs als het zou gaan, is hij er heel voorzichtig mee. Want de oermoeder die ik er op schilderde, moet natuurlijk wel oermooi blijven.
 
de oermoeder op het staartstompje van Cerby
Om wat duidelijker te zijn, Cerby is dus verkocht op de recente veiling van The Dogparade. Die reizende buldoggententoonstelling (www.thedogparade.com) met zo'n 25 grote en kleine beschilderde honden. Een expositie die geld, 't liefst heel veel, moest opbrengen voor het ontwikkelen van een medicijn tegen de dodelijke energiestofwisselingsziekte bij kleine kinderen. Via heel veel steden eindigde hun tocht ten slotte in het grote NBC Congrescentrum te Nieuwegein. Daar stonden ze opgesteld in een prachtig ingerichte, door de directie van NBC gratis ter beschikking gestelde ruimte. Terwijl de vele gasten en aanwezige kunstenaars culinair werden verblijd met een uitgebreid menu gingen alle honden onder de hamer van veilingmeester en meesteres. Met heel veel succes.
 
alle aanwezige kunstenaars op het podium
Uiteindelijk werden alle kunsthonden verkocht. Dus ook mijn Cerby. Hij mocht een substantiële bijdrage leveren aan de totaal opbrengst van zo'n € 184.000. Een bedrag dat door een van de gasten spontaan werd aangevuld tot twee ton. Een geweldige geste. En natuurlijk ook een geweldige opbrengst.
Dat bedrag gaat in zijn geheel naar de wetenschappelijke onderzoeksgroep van professor Jan Smeitink aan de universiteit van Nijmegen. Geld dat ze daar heel goed kunnen gebruiken. De wereldwijde farmaceutische industrie heeft namelijk geen belangstelling om een medicijn tegen die energiestofwisselingsziekte te ontwikkelen. De doelgroep is te klein. Terwijl er in Nederland alleen al per week toch één à twee kinderen worden geboren met die ziekte. De meesten van hen worden nooit ouder dan 10 jaar. Maar Jan Smijtink is nu zover dat binnenkort, na een onderzoek en ontwikkelingsperiode van 20 jaar, een eerste versie van het beoogde medicijn op gezonde proefpersonen kan worden getest.
 
de veiling van Cerby
Prachtig dat mijn Cerby daaraan ook gaat bijdragen. Dankzij de nieuwe eigenaar natuurlijk. De opa van een kleinkind dat ook die ziekte heeft. 't Was best emotioneel mijn verhaal over alle in Cerby verwerkte symboliek aan hem en zijn dochter te  vertellen. Ik weet nu heel zeker dat mijn hondje van 1,6 meter hoog een heel goede baasje heeft gekregen.
de nieuwe eigenaar, zijn dochter en ik bij Cerby
Hieronder heb ik nog eens het filmpje ingebouwd dat ik maakte over het ontstaan van Cerby in mijn atelier. Dat is trouwens ook te vinden op mijn YouTube-kanaal http://bit.ly/18v7JxZ .

Al met al dus een gouden avond. Voor Mike Zeelen, de bedenkster en organisatrice van het project. Voor alle vrijwilligers die ze erbij wist te betrekken. Voor alle nieuwe eigenaren van een kunstbuldog. En natuurlijk voor alle betrokken kunstenaars. Met deze link http://bit.ly/1DCalUd
is een video te zien van het einde van de avond waarbij de totale opbrengst wordt bekend gemaakt. Tot volgende week.
TOOS

dinsdag 21 april 2015

San Lorenzo revisited

Campo San Lorenzo in Venetië
November afgelopen jaar kreeg ik een mailtje uit Venetië. Van ene Efthalia Rentetzi. Nooit van gehoord, volstrekt onbekend. Of ik belangstelling had om in 2015 in de lente mee te doen met een tentoonstelling in de San Lorenzo. Tijdens de beroemde kunstbiënnale van Venetië dus. Want die wordt altijd georganiseerd in de oneven jaren van mei tot november. Mijn lief en ik keken elkaar aan. San Lorenzo ...? Was dat niet die ruïneuze kerk waar we in 2013 hadden rondgelopen tijdens ons bezoek aan de Biënnale toen? Die kerk die voor een deel was gerestaureerd door de staat Mexico? Opdat ze daar hun eigen kunstpaviljoen konden inrichten tijdens die Biënnale? Die kerk die we bij voorgaande Venetië expedities altijd links hadden laten liggen. Toch altijd gesloten. Die kerk die we van naam al eerder hadden leren kennen uit de heerlijke serie detectives van schrijfster Donna Leon met de Venetiaanse Inspettore Brunetti als hoofdpersoon? Want vroeg Inspettore Brunetti zich niet regelmatig af of die kerk aan de andere kant van het canale tegenover de Questura niet ten eeuwigen dage gesloten zou blijven? Geen geld, bureaucratie, regels, veel te veel kerken in Venetië, of stomweg onwil en geen belangstelling, zo vroeg hij zich dan af? Voor Venetiëliefhebbers is die serie trouwens een absolute aanrader. je krijgt een heel interessante en kritische inkijk in de Venetiaanse en Italiaanse cultuur. Want denk niet dat Venetië en Italië zomaar over één kam zijn te scheren. Zowel maatschappelijk als bestuurlijk.  Maar dat is een heel ander verhaal.
nog niet helemaal gerestaureerd dus, die San Lorenzo
Deze San Lorenzo dus, werd die bedoeld door bovengenoemde Efthalia Rentetzi? Inderdaad! Of, om preciezer te zijn, niet die kerk zelf maar de Sala del Portale. Want die kerk wordt, zoals we in 2013 dus toevallig hadden ontdekt, al gebruikt voor de Mexicaanse kunstpromotie. Maar die Sala del Portale maakt wel onderdeel uit van het totale kerkcomplex, gelegen aan de Campo San Lorenzo. Het plein dat ik toen, in 2013, ook nog op de foto zette. Over toeval gesproken!
De uitnodiging voor deelname aan die expositie heb ik natuurlijk aanvaard. Lang, lang geleden, in de jaren 90, heb ik namelijk al eens een paar keer geëxposeerd in de Dogenstad. En dat waren prachtige ervaringen. De eigenaar van galerie Percorsi d'Arte overleed echter plotseling en daarmee was het kunstcontact verloren. Dat heb ik altijd heel jammer gevonden. Maar nu was er dus weer een nieuwe kans.
 
deel van het San Lorenzo complex
affiche expositie
 Sinds die mail van november vorig jaar is er dan ook heel wat gebeurd. Efthalia is beslist geen onbekende meer, zij 't dat ik haar nog steeds niet in levende lijve heb ontmoet. Maar dat gaat volgende maand gebeuren. Dan opent op vrijdag 15 mei de expositie  "Differences on Identity: Artistic perspectives" waarvan zij curator is. Met daarin mijn bijdrage. Samen met die van vooral vrouwelijke kunstenaars uit Ierland, IJsland, Noorwegen, Australië en de USA. Eén man is erbij. Nou, vooruit, dat mag.
Schriftelijk hebben Efthalia en ik elkaar in ieder geval al aardig leren kennen. Want zo'n voorbereiding met alles erop en eraan kost heel wat tijd en heel wat mailtjes. Over de kunst. Over de afstemming met de andere kunstenaars. Over de opbouwmiddelen met wat wel en niet kan in een historische zaal die monumentenbescherming geniet. Denk maar niet dat ik daar zomaar een spijker in de muur mag slaan!En over zoiets puur Venetiaans als het transport. Want je kunt wel vol goede moed met de auto volgeladen met kunst naar Venetië rijden, maar dan? Er zijn daar twee soorten vervoermiddelen, de benenwagen voor jezelf en de boot voor de rest. Dat maakt die stad aan de ene kant heel bijzonder en aantrekkelijk, maar aan de andere kant juist heel ingewikkeld. Alle transport gaat over het water volgens een streng reglement . Alleen met bedrijven die daarvoor een vergunning hebben. Dat betekent dus de auto uitladen aan een kade vlak bij de oude stad, de kunst overladen op de boot, tuf-tuf richting het canale bij de Campo San Lorenzo, daar weer uitladen en dan alles met steekkarretjes of met de hand versjouwen naar de Sala del Portale. 
een van die vele transportboten in de Dogenstad
Maar dat moet van te voren wel allemaal geregeld worden. Die transportboten liggen niet zomaar zonder afspraak op je te wachten. Hoe dan ook, bijna alles lijkt nu voor elkaar. Op naar Venetië in mei. En hier tot volgende week.

TOOS

dinsdag 14 april 2015

Terug naar Ekeren

"Nou, dat was dan de laatste keer", zo dacht ik, toen ik vorig jaar naar buiten stapte en de deur in de Pastoor Goedschalkxstraat in Ekeren bij Antwerpen achter mij in het slot viel. De laatste keer dat ik die licht schuifelende tred van Rudolf had gehoord bij die klassieke muziek zachtjes op de achtergrond. En met het uitzicht op de groene binnentuin, zittend op die bekende stoel aan die bekende tafel met een dikke, platte, rechthoekige Solnhofener kalksteen voor me met een potje speciale tusche ernaast. Want, zo meldde ik destijds, mijn meestersteendrukker Rudolf Broulim ging er mee stoppen. Het was mooi geweest, hij ging met pensioen en zijn steendrukatelier ontmantelen. Gewoon nog even een paar kleine klusjes en dan was 't gedaan.

Maar toen was hij vorig jaar september met zijn Marie te gast op het grote feest dat mijn levensgezel en ik gaven voor zo'n 140 mensen in mijn Middelburgse pakhuis.
 
nog even een indruk van dat feest

Een feest waarvoor we nog steeds complimenten krijgen als we feestgangers van toen weer spreken. Een van de mooiste complimenten kregen we al op die avond zelf. Van Rudolf. "Toos", zo sprak hij met zijn licht Vlaamse accent, "deze avond verdient een cadeau. Jij komt bij mij helemaal gratis en voor niks nog één keer een steendruk maken die je dan aan alle gasten van deze grandioze avond kunt toesturen als speciale herinnering. We moeten alleen nog even bekijken wanneer dat kan gaan gebeuren vanwege dat uitruimen van mijn atelier."

Dat uitruimen is dus nog niet afgerond. Eigenlijk staat het wel vast dat een aantal van de steendrukpersen naar een academie in China gaan. Daar willen ze graag de steendruktraditie voortzetten die in Europa, net zoals Rudolfs atelier, aan onttakeling onderhevig is. Maar de bureaucratische molens in China draaien traag. Regeltje hier, stempeltje daar, vergunningkjes, nog meer belangrijke ambtenaren, ach, eigenlijk de bekende riedel.

Dus zat ik een dikke week geleden toch nog weer aan die tafel op die stoel in Ekeren. 
overleg met Rudolf over de steendruk
Met die klassieke muziek zachtjes op de achtergrond. Met de vertrouwde licht schuifelende tred van Rudolf op de ateliervloer. En met uitzicht op een nog kale binnentuin want de lente liet wat langer op zich wachten dan ons verlangen daarnaar. Overigens wel met vlak voor mijn neus de musjes en de vinkjes die zich tegoed deden aan van die voedselbolletjes in netjes in de boom. Want Marie en Rudolf zorgen goed voor die gevederde vriendjes. Net zoals Rudolf ook altijd goed zorgt voor mij. Met koffie, met zo'n dikke Solnhofener kalksteen weer voor mijn neus en een potje van zijn zo speciale tusche ernaast. Plus natuurlijk de penselen en de speciale lithopotloden. Ik was weer helemaal blij.





En die steendruk? Dat worden twee verschillende afbeeldingen. Het onderwerp ervan? Natuurlijk dat feest waaruit deze geste van Rudolf voortkwam.


een video impressie van het tekenen op de steen
Wanneer ze klaar zijn, hoor ik vragen. Tja, dat zal mee worden bepaald door die Chinese bureaucratie en de ambtenaren van Ekeren. Want voor de ontruiming van het atelier moet de Pastoor Goedschalkxstraat worden afgesloten, moet er een grote hijskraan komen en moeten die grote steendrukpersen vanuit het atelier aan de achterkant van het huis over die binnentuin en het voorhuis heen op een grote vrachtwagen worden getakeld.  Ook nog Vlaamse bureaucratie dus. Maar ik houd jullie op de hoogte. Tot volgende week.

TOOS

dinsdag 7 april 2015

Hoe de Rembrandtkaart mij Matisse liet voorschouwen

De oase van Matisse in het Stedelijk Museum Amsterdam
Een paar weken geleden maakte ik al wat propaganda voor de Rembrandtkaart. Dat was naar aanleiding van mijn bezoek aan de expositie Late Rembrandt in het Rijksmuseum. Maar de lengte van die blogaflevering dreigde helemaal uit de hand te lopen waardoor ik toen mijn gratis reclame voor die kaart nog even opschortte . Met de belofte er op terug te komen.
Dat is dus nu. Met de grote Matisse-tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam als aanleiding. Want krijg ik me daar een aantal weken geleden zomaar een mail van de Vereniging Rembrandt met de vraag of ik gebruik wil maken van de voorschouw van "De oase van Matisse"! Ik mocht al naar de preview voordat die expositie officieel zou openen. Nou, dat was dus niet tegen dovemansoren gezegd. 
één van de vroegere, abstractere werken, Zicht op de Nôtre Dame, 1914
één van de laatste, abstractere werken, Herinnering aan Oceanië, 1952-1953
Zo liep ik daar op een dinsdagmiddag een paar weken geleden al rond en zag ik ´s avonds bij "De Wereld Draait Door" en bij "Pauw" allerlei lieden aan tafel aanschuiven om reclame te maken voor die tentoonstelling die pas een paar dagen later officieel zou openen. En ik had daar dus al lekker rondgekeken. Maar daarover straks meer, nu eerst toch even die Rembrandtkaart.

Veel cultuurliefhebbers kennen natuurlijk de museumjaarkaart. Je betaalt € 54,95 voor een jaar en kunt dan meer dan 400 musea in Nederland gratis bezoeken. Tenzij er een speciale tentoonstelling is, dan komt er soms een extra toeslag om de hoek kijken. Zoals bij Late Rembrandt: € 5 extra. Wat ontdekte ik nu laatst? Als je bij de Vereniging Rembrandt voor twee personen te gelijkertijd twee Rembrandtkaarten aanvraagt, betaal je € 90. Nou weet ik wel dat het peil van het huidige rekenonderwijs in Nederland heftig ter discussie staat. Maar zelfs discalculieklantjes moeten toch, eventueel met rekenmachine, kunnen berekenen dat je voor twee personen met die Rembrandtkaart dus duidelijk goedkoper uit bent. Okay, je kunt dan slechts 125 musea gratis bezoeken. Maar als je geen behoefte hebt aan bijvoorbeeld het Openbaar Vervoer Museum in Doetinchem, het Tassenmuseum Hendrikje in Amsterdam of Het Nollenproject in Den Helder, dan is dat totaal geen probleem. Alle echt belangrijke kunstmusea vallen er wel onder.
En wat is nog een bijkomend voordeel? Je betaalt geen extra toeslagen. Zoals dus die € 5 van hierboven bij Late Rembrandt. En je krijgt een uitnodiging voor de voorschouw van "De oase van Matisse". Ooit daarvan gehoord bij de museumjaarkaart? Dus enthousiast over die Rembrandtkaart? Ja, nogal.
 
Stilleven met mand met sinaasappelen, 1912, zo'n typisch stilleven van Matisse
Odalisque, 1920-1921, één van de vele odalisken n.a.v. zijn reizen naar Marokko
Ben ik ook zo enthousiast over die grote expositie van Matisse (1869-1954)? Ja en nee. Ik word hoe dan ook altijd blij van zijn kunst. Het fauvisme waarvan hij de grondlegger was, dat werken met wilde, heldere en onlogische kleuren, roept bij mij altijd een blij gevoel op. Daarom vind ik het eigenlijk storend dat in het eerste deel van de expositie de Matissen thematisch gecombineerd worden met heel veel ander werk. Van kunstenaars die hem inspireerden en van tijdgenoten die op een of andere manier een connectie met hem hadden. Van Gogh, Manet, Cézanne, Seurat, Mondriaan, Kirchner, Picasso, Malevitch, zelfs Rothko. De schappen van de eigen collectie in het Stedelijk zijn hiervoor grondig geplunderd. Maar voor mij wordt daardoor het "Matisse-gehalte" te veel verdund. Het doet te weinig recht aan een aantal heel mooie werken van hem die er dan min of meer "tussendoor" hangen. Al die anderen? Dat geloof ik eigenlijk wel. Maar dat is heel persoonlijk, in diverse krantenrecensies wordt deze aanpak juist heel positief gewaardeerd. 
één van mijn favorieten,echt Matisse, 1947
Femme en bleue, 1937
Interieur met zwarte varen, één van zijn laatste olieverven, 1948
Pas in de grote bovenzalen is het bijna allemaal Matisse dat de klok slaat. Met heel veel van de knipsels die hij op oude leeftijd noodgedwongen ging maken. Gehandicapt door een operatie kon hij het lichamelijk niet meer aan te schilderen en concentreerde Matisse zich heel sterk op die knipseltechniek. Zittend in zijn rolstoel of liggend in bed dirigeerde hij zijn assistenten bij het tot op de millimeter nauwkeurig schikken en vast prikken van composities met die gekleurde knipsels. En hoe anders ook dan zijn schilderijen, ook die werken maken me blij. 
een bezoek aan Tahiti zorgde voor veel inspiratie, 1936
Mimosa, 1951
de grote zaal met knipsels van Matisse
Dus liep ik het Stedelijk toch helemaal vrolijk uit. Ook in de wetenschap dat er zich de komende maanden waarschijnlijk lange rijen gaan vormen bij het Stedelijk die ik dus mooi had kunnen omzeilen. Met nog een voornemen daarbij. Namelijk om, als ik over een poosje weer eens langer in Nice verkeer, daar de vele voetsporen van Matisse eens na te lopen en daarover te schrijven. Overigens, die Rembrandtkaart heb ik weer goed opgeborgen voor een volgend gebruik. Oh ja, en vergeet niet dat de kosten voor die kaart ook nog bijdragen aan de aankoop van nieuwe kunst voor onze musea. Tot volgende week.

TOOS