Lyon, je rijdt er doorheen of omheen. Ik meestal er door.
Want om is inderdaad heel erg om.En bij
er doorheen valt de file altijd reusachtig mee. Pure afstand en tijdwinst dus. Dan
ervaar je ook hoe groot Lyon is. Naar inwonertal de tweede stad van Frankrijk.
Welke de eerste is? Raad dat zelf maar. Deze keer had ik me voorgenomen er te
stoppen in het kader van "nu ga ik". Het kader dat ik vorige week al
schetste en gelijk maar toepaste op Aix-en-Provence.
Dat Lyon heel anders zou zijn dan Aix was me wel
duidelijk van al die keren dat ik over de A7, de Autoroute du Soleil, langs de
Rhône door Lyon was gereden. Stedenbouwkundig duidelijk Parijse sferen. Maar
wel met twee grote rivieren in plaats van maar eentje. De Rhône en de Saône vloeien
er namelijk samen. Een confluence,
zoals dat op z'n Frans heet. En laat nu net op dat punt van het schiereiland
dat Lyon eigenlijk is, een nieuw architectonisch icoon zijn neergezet. Het
Musée des Confluences, een natuur-historisch museum.
Musée des Confluences |
Want een beetje stad heeft of krijgt tegenwoordig
natuurlijk zo'n gebouw, meestal een museum, dat er heel futuristisch en
bouwkundig eigenlijk onmogelijk uit moet zien. Bilbao zette jaren geleden de
toon en vele steden volgden. Lyon nu zeer recent ook.
Maar eigenlijk kwam ik toch meer voor die Parijse sfeer.
Je kent dat wel, prachtig statige en grote gebouwen in 18e en 19e eeuwse stijl,
dito pleinen, promenades langs de rivier, grote beelden en imponerende
boulevards.
de kathedraal in de oude stad |
Dat beeld klopte helemaal, met één klein en één groot verschil. Er
is nog een echt middeleeuws centrum, zij het kleiner en minder aantrekkelijk
dan in Aix, en, best belangrijk, de sfeer is heel relaxed. Gemoedelijke
terrassen met veel gemoedelijker prijzen dan in Parijs, vriendelijke mensen,
relatief rustig verkeer, veel voetgangersgebied en goed openbaar vervoer. Niks mis mee. Ook niet
met de kunst trouwens. Psychisch gezien vast een afwijking van me, maar persoonlijk
toch altijd een belangrijke graadmeter. Leverde Aix in dat opzicht al verrassingen
op, Lyon deed 't ook.Niet zo zeer wat betreft de moderne kunst. Natuurlijk is er
een Musée d'Art Contemporain. Maar het enige interessante daar was dat ik even
op ziekenbezoek kon bij Fidel Castro. Bij mijn bezoek aan Cuba begin dit jaar
had ik dat wel geprobeerd, maar geen toestemming gekregen. Nu begreep ik waarom.
Hij had zich stiekem naar Lyon laten overbrengen om daar in alle rust verbaasde
museumbezoekers te kunnen ontvangen. Maar de rest? Slecht, slecht. Heel snel
vergeten!
Die teleurstelling werd echter geheel en al goed gemaakt
in het Musée des Beaux Arts de Lyon. Een soort klein Louvre. Alhoewel klein? Een
gigantisch gebouw waarin je uren kunt ronddwalen. Maar ja, vergeleken met het
Louvre is alles klein. Zelfs de beste padvinder kan daar verdwalen. Maar met
Lyon als tweede grote stad in Frankrijk kun je dit museum rustig ook een tweede
plek geven achter het Louvre. Vanaf de Middeleeuwen tot nu, onderverdeeld over
de vele, vele zalen. Met moderne kunst waar het zootje in het Musée d'Art
Contemporain niet aan kon tippen.
indrukwekkend modern werk in het Musée des Beaux Arts |
Natuurlijk alle bekenden. Van Rembrandt tot Picasso, in
gezelschap van alle grote Franse kunstenaars. Maar ook verrassingen. Zoals een
aantal werken van ene Cubaan Wifredo Lam(1902-1982).
werk van Wifredo Lam |
Had ik in Havana al een
paar zalen vol met zijn op Picasso geënt werk gezien, kom ik ook hier schilderijen
van hem tegen. Daar zullen de jaren die hij in Parijs leefde beslist aan hebben
meegewerkt. En verder ene Louis Janmot(1814-1892). Nog nooit van gehoord, van
deze Lyonnais. Met werk dat heel duidelijk beïnvloed was door de Prerafaëlieten,
die beroemde groep 19de eeuwse, vooral Engelse schilders waar ook onze eigen
Albert Alma-Tadema toe behoorde. Die verdiende een heel goede boterham met zijn
werk in Londen.
werk van Louis Janmot |
Dat kan niet gezegd worden van Janmot, maar zijn werk is er
niet minder om. Echt een ontdekking voor een Nederlandse kunstenaar die dan
toch weer niet genoeg weet van de Franse kunstgeschiedenis.
Dat soort zaken is natuurlijk het prettigst te
overpeinzen op een terras. In de zomer 't liefst wel onder een parasol.
Want
het kan daar dan in de zon behoorlijk warm zijn. Meestal boven de 30 graden, zo
vernamen we van diverse inwoners. Maar ach, dat waren ze gewend. En daardoor
moest ik ineens denken aan ons eigen Nationaal Hitteplan. Dat kwam ergens in
juni uit een ambtelijke la toen de temperatuur een viertal dagen lang boven de 27 graden uit
durfde te komen. Tjonge, dat was me wat. Maar we konden met z'n allen de
gevaren redelijk goed doorkomen als we dat plan maar volgden. Voldoende water
drinken, dunne kleding dragen, in de schaduw blijven en op het heetst van de
dag vooral de lichamelijke inspanning beperken. Kijk, daar heb je wat aan bij een bevolking
waarvan beweerd wordt dat bijna 50% hoger opgeleid is. In Lyon hoorde ik niemand
over zo'n Hitteplan. Stom hè! Tot volgende week.
TOOS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten