Vorige week liep ik helemaal verlekkerd rond op de TEFAF. Die jaarlijkse, wereldwijd
bekende kunstbeurs in Maastricht waar bijna de helft van de 75.000 bezoekers buitenlands is. Een beurs met kunst van 7000 jaar geleden tot nu.
Eigenlijk één groot museum, zij 't dat alles wat er hangt, staat en ligt te
koop is.
Daarvoor moet je dan wel een heel dikke portemonnee meenemen of een
diamanten credit card. Wat te denken van een net ontdekt schilderijtje van de
jonge Rembrandt.
de net ontdekte Rembrandt |
Of van een zeldzaam, zo te zien niet afgemaakt middeleeuws gebedenboek
met prachtige miniaturen van de kunstzinnige gebroeders Van Limburg uit 1407
dat een paar jaar geleden opdook. Zes of zeven nullen met een of ander getalletje ervoor, ga daar maar vanuit.
getijdenboek van de gebroeders van Limburg |
Oh ja,
en dan vergeet ik nog het bloemstilleven van Roeland Saverij uit 1615 dat door
het Mauritshuis werd aangeschaft voor € 6,5 miljoen. Of wil je misschien een
koopje? Een pianostoeltje van ontwerper Gerrit Rietveld voor slechts € 195.000!
Zo'n soort beurs dus. En zo'n soort museum.
Roeland Saverij, bloemstilleven, 1615 |
een beurs "standje" |
Ook geen goedkoop museum trouwens. Veertig euro entree.
Maar ik had vrijkaartjes via een bevriende galerie. Dat scheelt toch gelijk een
leuk slokje op een borrel. Jammer genoeg golden ze niet voor de openingsavond.
Die is tegenwoordig voorbehouden aan voornoemde dikke-beurzen-cliënten en de
kunstbobo's dezer aarde . En zelfs daar geldt al een strikte pikorde. Zo heb je
niet alleen een preview voor de officiële opening begint, er is ook al een
pre-preview. Ik heb het idee dat de pikorde wordt bepaald de lengte van de
limousine waarmee je komt voorrijden in combinatie met de grootte van de
privéjet waarmee je landt op Maastricht-Aachen Airport. Die vliegen daar de
hele week af en aan, vooral op de openingsdag.
In de jaren 90 was dat alles toch eenvoudiger. Toen was
ik een keer uitgenodigd voor de opening, 's avond vanaf 6 uur. En één beeld
daarbij staat me nog steeds helder op het netvlies gebrand. Met levensgezel op
weg van Eindhoven, waar ik toen nog woonde, naar Maastricht peuzelden we in de
auto al vast een boterhammetje op ter maagvulling. Op de beurs liepen al heel
wat bezoekers rond. Vooral heel veel gesoigneerde heren in grijzige
maatkostuums en feestelijk opgetuigde dames die kort daarvoor nog bij de kapper
hadden gezeten. Je hoorde Engels, Frans, Duits, Italiaans, absoluut een
internationaal gezelschap. In de gangpaden stonden her en der grote langwerpige
tafels met, naar ik aannam, etenswaar. Omdat er grote, damasten tafellakens
overheen lagen kon je namelijk niet zien wat zich daaronder bevond. En nu dat
beeld. Toen die lakens om klokke zeven werden verwijderd stortte de fine de fleur de l'Europe zich op het
aldaar getoonde exquise voedsel alsof ze door dagen vasten uitgehongerd waren.
Zagen die tafels er bij aanvang nog als culinaire kunstwerken uit, een kwartier
later waren het voedselruïnes. Eén groot slagveld aan etensresten. Ik heb 't verbijsterd
waargenomen. Echt tenenkrommend. En door de plaatsvervangende schaamte heb ik zelf
geen hap meer tot me genomen. Ik had ten slotte in de auto al die boterham met
kaas verorberd.
Ik neem aan dat 't tegenwoordig door de spreiding bij de
opening anders gaat. Pre-preview met de eerste gretige, voorrang hebbende
kopers. Dan de preview met geïnteresseerden en kooplustigen van wat lagere maar
nog altijd hoge orde. En ten slotte de officiële opening met museumdirecteuren,
tentoonstellingscuratoren, verzamelaars en
andere bobo's van allerlei kunstinstituties als genodigden. Zo'n 10.000 in
totaal, die eerste dag, volgens het persbericht. 't Zou eigenlijk best een
studie waard zijn om na te gaan in hoeverre de TEFAF het beeld bevestigt dat
tegenwoordig in diverse economische studies naar voren komt. Namelijk dat het
verschil tussen arm en rijk op onze aarde de laatste decennia weer duidelijk
toeneemt. Maar dat is een heel ander verhaal.
Hoe dan ook, ik heb genoten van de kunst. Griekse en
Romeinse beelden en beeldjes of de resten daarvan. Prachtige oud-Chinese kunst.
Middeleeuwse veelluiken. De prachtigste miniaturen in perfect bewaard gebleven
middeleeuwse handschriften.
Natuurlijk ook navolgers van Jeroen Bosch in het
kader van zijn grote tentoonstelling in Den Bosch.
Allicht ook de 17de eeuwse
oude meesters, ooit de core business van de TEFAF.
En niet te vergeten de
moderne en hedendaagse kunst. Ooit in de jaren 90 voorzichtig begonnen met een
tiental stand wordt daarmee nu al bijna een kwart van het beursoppervlak in
beslag genomen. Noem een beroemde kunstenaarsnaam en die hangt er. Picasso kon
je niet eens ontwijken, al zou je dat hebben gewild. Ook zelfs al hedendaagse
installaties. Kleren van de keizer waarmee ze beter gelijk kunnen stoppen.
Zonde!
Echt dus één groot, gigantisch museum waar ik van half
twaalf 's morgens tot sluitingstijd om 7 uur heb rondgedwaald. Met als gevolg
wel behoorlijk brandende voetjes. Maar voor de kunst moet je wat overhebben.
Tot volgende week.
TOOS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten