Ik verkeer al een paar weken onder de
internetradarhorizon en dat zal ook nog een paar weken zo blijven. Dat komt wel
eens meer voor, dan ben ik er dus gewoon even niet. Maar trouwe lezers hebben
't al gemerkt, ik laat ze niet in de steek. Hier dus nog weer zo'n van te voren
klaar gezette aflevering. Iets korter en iets anders van karakter dan normaal.
Dit keer over Venetië.
La dolce far niente, 100 cm-120 cm
Bij mijn eerste bezoek aan La Serenissima, de meest
serene, was ik gelijk verliefd op die
stad. En u, heel veel jaren later, is dat nog steeds zo. Elke keer als ik er
terugkom zuig ik de stad weer opnieuw in me op, elke keer is weer fascinerend.
Dit oneven jaar 2017 gaat dat ook weer gebeuren. Want in de oneven jaren is er
altijd de Biënnale. Een kunstgebeurtenis die ik eigenlijk niet mag missen en
die altijd een goed excuus is om weer naar Venetië te gaan. Om weer te kunnen
zien hoe dicht schoonheid en verval bij elkaar liggen. Om weer te verdwalen in
tegen het water doodlopende steegjes. Om 's avonds te dwalen door de
volkswijken als de horden dagjesmensen zijn verdwenen. Om ergens rond vijven op
een terras plaats te nemen met een spritz in de hand. Aan een plein zonder
auto's en brommers want die heb je niet in Venetië. Of op een kade waar de
vaporetto's, de openbare waterbussen, en
de vele vrachtbootjes en watertaxi's voorbij komen.
Campo, olieverf 80 cm-70 cm
Ricercatore, olieverf 80 cm-70 cm
Mezzobuio, olieverf 80 cm-90 cm
Nebbia a Venezia, olieverf 65 cm-45 cm
Ik heb in de loop der jaren heel wat Venetiëschilderijen
gemaakt. Elke Venetiaan zal daarin La Serenissima herkennen maar de weergegeven
plekken nooit kunnen vinden. Die bestaan namelijk alleen in mijn gedroomde
Venetië, het Venetië dat al schilderend in mijn atelier langzaam op het doek te
voorschijn komt.
Nog heel lang hoop ik terug te kunnen komen naar één van
de mooiste steden van de wereld. Zo niet de mooiste! Tot volgende week.
Ik ben voor wat weken onder de internetradarhorizon
verdwenen. Dat gebeurt wel eens meer, maar mijn lezers laat ik natuurlijk niet
in de steek. Vandaar dus van te voren klaar gezette wekelijkse afleveringen.
Maar wel wat korter en iets anders van karakter.
Toos van Holstein, Musica, olieverf 80 cm-160 cm
Is de poort één van de terugkerende thema's in mijn
schilderijen, muziek is dat ook. Beide, poorten en muziek, zijn voor mijn
gevoel universeel. Want waar ik ook kwam, er zijn poorten en er is muziek. Bij
de mariachi op het grote plein in Mexico Stad en bij de muzikant met zijn
bluesgevoel in de Vlissingse kroeg. Bij de gitarist die improviserend in de
Heineken Music Hall de sterren van de hemel rockt en bij het strak gedirigeerde
symfonieorkest in het Amsterdamse Concertgebouw.
Toos van Holstein, Your own world, olieverf 80 cm-80 cm
Bij de ouwe mannenband op een
pleintje in Cuba en bij het ouwe mannenorkest ergens in China met die zo andere
klank dan Westerse oren gewend zijn. Bij de Franse saxofonist die vanwege de
galm onder een arcade zijn melancholieke geluid laat horen en bij het Vlaamse
amateurkoor dat met vuur barokmuziek doet herleven. Overal hoorde en zag ik
muziek in allerlei soorten.
Toos van Holstein, Cantare, olieverf 90 cm-120 cm
Toos van Holstein, Fortissimo, olieverf 130 cm-100 cm
Dat schilder ik graag. Waarbij ik probeer dat horen en
zien te combineren in een geluidloos schilderij dat toch moet vibreren van de
klank. Mee ook omdat ik in mijn jongere jaren regelmatig back stage verkeerde. Bij het schilderen betrapte ik me er dan ook
op dat ik in mijn muziekschilderijen van vroeger vaak een rockband van achter
het podium weergaf. Terwijl dat tegenwoordig meer van voren gebeurt. Maar hoe
dan ook, die muziek zal terug blijven keren in mijn werk. Van tijd tot tijd
"moet er een muziekschilderij uit". Tot volgende week.
Ik verdwijn voor een viertal weken onder de
internetradarhorizon. Dat gebeurt vaker, maar zoals gewoonlijk laat ik mijn
lezers daarbij niet in de steek. Dus verschijnt er toch elke week een
aflevering die ik van te voren heb klaar gezet. Maar noodgedwongen wat korter
en anders van karakter. Laat je verrassen.
Toos van Holstein, Zocalo, olieverf 90 cm-120 cm
Regelmatig hoor ik bij mijn werk de opmerking "oh,
Toos van Holstein, die met de poorten". Op zich klopt dat. Want poorten
komen regelmatig voor op mijn schilderijen. Zij het op maar een beperkt
gedeelte ervan. Maar zoals dat voor mij ook het geval is, laat een poort
blijkbaar sterke indrukken achter bij velen. Die poort is dan ook een
archetype, een sterk symbool voor het bestaan van de mens.
Toos van Holstein, Dame blanche, olieverf 70 cm-50 cm
Ga maar na. Al duizenden jaren komt ze in allerlei
architectonische vormen voor bij allerlei culturen verspreid over de hele
aarde. Maar is 't ook niet een poort die ons bij de geboorte toegang geeft tot
het leven? En krijgen mensen met een bijna doodservaring niet vaak een beeld
van een tunnel met aan het eind een opening, een poort met heel veel licht
erachter?
Daagt ook de fysieke poort de van nature nieuwsgierige
mens niet uit om er doorheen te gaan en nieuwe gebieden, nieuwe verten aan de
andere kant te ontdekken? Maar symboliseert ze juist ook niet het omgekeerde?
De geborgenheid van de thuiskomst? Na een korte of lange reis, na een dag
werken of na een avontuurlijke periode?
Te gelijkertijd kun je die poort zien als afweermiddel
tegen het onbekende, tegen gevaar. Dan doen
we 'm dicht uit angst of als afweer tegen de vijand. Je zou kunnen zeggen dat
daardoor die poort tegenwoordig ook weer een sterk symbolische functie heeft.
Hoe doen we 't met de poort naar Europa? Open of dicht?
Toos van Holstein, Harmony, olieverf 80 cm-120 cm
Voor mij heeft de poort dus een veelvormige symbolische
betekenis. Daarbij vind ik 't gewoon een heerlijke vorm om van tijd tot tijd op
het doek te zetten. Maar dat lukt me alleen als ik mijn poort openzet, er in
gedachten of in werkelijkheid op uit ga om de uitingen van andere culturen te
absorberen en te verwerken in die schilderijen. Ik denk dan ook dat ik nog lang
niet klaar ben met het weergeven van de poort in al haar variaties en alle
mogelijke contexten. Mijn slogan is ten slotte niet voor niets "for me art
is travelling the mind". Tot volgende week.
Als je alle interessante tentoonstellingen van dit moment
in Nederland wilt zien, moet je kilometers gaan vreten en de tank van je auto zeker
een paar keer volgooien. Tenzij je een fervent aanhanger bent van het openbaar
vervoer. Maar ook dan blijven die kilometers er. Ga maar na. Alma-Tadema in
Leeuwarden en Russische schilders in Assen. Over beide schreef ik al eens. Of
Rodin in Groningen, De Lairesse in Enschede en "Het Vleiend Penseel van
Caesar van Everdingen" in Alkmaar. Of toch maar liever de "Hollandse
Meesters uit Boedapest" in Haarlem, Hercules Segers in het Rijksmuseum en
Daubigny in het Van Gogh? Niet te vergeten trouwens de renaissanceschilder Fra
Bartolomeo in het Rotterdamse Boymans Van Beuningen en "Hollanders in
Huis" uit de Britse koninklijke collectie in het Haagse Mauritshuis. Hoezo
keuzestress? Alleen bij het op een rijtje zetten hiervan krijg ik al de
bibbers.
Maar één expositie heb ik hier bewust nog overgeslagen. Die
wilde ik echt absoluut zien! De overzichtstentoonstelling "Machinespektakel"
van Zwitser Jean Tinguely (1925-1991) in het Stedelijk Museum van Amsterdam.
Hieronder al vast een klein YouTube filmpje dat ik ervan maakte.
Voor die Tinguely kan ik echt bewondering opbrengen. Hoe
die in de jaren 60 en 70 de kunstwereld letterlijk maar ook figuurlijk in
beweging zette met zijn kinetische kunst, in één woord magnifiek.
Probeer 't maar eens. Van schroot, tandraderen, motortjes
en gewoon ouwe rotzooi allerlei
bewegende gekkigheid zodanig in elkaar lassen, schroeven en timmeren dat
iedereen er gefascineerd naar blijft kijken. Want dat deed ie. Gewoon lekker ludiek
spelen met spullen uit de oudijzerhandel.
nooit zomaar ouwe rotzooi weggooien
machine waarmee je zelf kunst kunt maken op papier
Al ruim voor de ludieke tijden van
onze Nederlandse Provobeweging aanbraken en voordat de hippiebeweging op gang
kwam. Heel goed de tijgeest aanvoelend zoals bleek uit populaire exposities in
het Stedelijk in 1961 (Bewogen Beweging) en 62 (Dylaby). Ook ruim voordat de
Beatles in 1964 hun eerste en enige optreden in Nederland in Blokker hadden. En
voordat de Rolling Stones in datzelfde jaar zorgden voor een in een mum van
tijd verbouwd Kurhaus in Scheveningen.
Heerlijk toch dat je als kunstenaar zo de tijdgeest kunt
aanvoelen? Door met volstrekt idiote, zinloos bewegende machientjes al die
toekomstige maatschappelijke veranderingen op een prettig gestoorde manier van
te voren symboliseren. Ten minste, zo zie ik 't.
In het Stedelijk is in "Machinespektakel"zijn hele ontwikkeling vanaf eind
jaren 50 mooi te volgen. Van klein naar steeds groter en ingewikkelder. Van
zomaar naar meer symbolische lading. Van roestig schroot naar zwart geschilderde
installaties. Want dat vond Tinguely na verloop van tijd toch chiquer. En
daarin kan ik hem alleen maar gelijk geven.
Mooi ook dat zijn levensgezellin Niki de Saint Phalle
(1930-2002) in de tentoonstelling goed aan bod komt.
Tinguely met Niki de Saint Phalle
door Niki beschilderde kop
De kunstenaar van de
zogenaamde vaak meer dan levensgrote Nana's. Opgeblazen vrouwenfiguren die nu
over de hele wereld zijn terug te vinden. Maar ook de kunstenaar die, voordat
ze daarmee begon, al heel wat experimenten achter de rug had. Zoals haar schietschilderijen.
Schietschilderijen? Ja, inderdaad. Maar dat is weer een ander verhaal dat nog
wel eens ter sprake zal komen. Want ze heeft veel van haar kunst geschonken aan
het Mamac, het museum voor de moderne kunst in Nice. En zoals je weet, verkeer
ik daar nog wel eens.
Terug naar Tinguely. Want er moet bij die expositie toch
nog wel een negatieve noot geplaatst worden. Er heerst namelijk in de
Tinguely-zalen veel te vaak een serene rust. Waar is dat bijbehorende schuren
en piepen, knarsen en kraken van zijn installaties? Dat is er dus meestal niet.
Want het grootste deel van de tijd staat alles stil. Te oud, te fragiel, te
versleten. 't Mag allemaal niet meer te veel bewegen. Dan zou er namelijk tegen het eind van de
tentoonstelling in maart geen tentoonstelling meer over zijn. Dan zou alles als
een vorm van recycling weer op één grote schroothoop kunnen worden gegooid.
tekening van Tinguely
deel uit de installatie Mengele-Totentanz, 1986
Alleen eens in de zoveel tijd begint er iets te bewegen. En dan moet je er ook
snel bij zijn. Want tegen de tijd dat je met gezwinde pas vanuit zo'n stille zaal in die ineens
schurende en piepende ruimte aankomt, kan alles daar al weer zijn stil
gevallen. Dat is echt jammer. Want zo heeft Tinguely het natuurlijk nooit
bedoeld. Maar elk nadeel hep ze voordeel. Zo moet je gewoon veel geduld
opbrengen tot de volgende bewegingscyclus begint en kun je alles rustig laten
bezinken. Ook een onthaastingstentoonstelling dus. Maar gelukkig kon ik toch
nog het nodige filmen waarvan het filmpje bovenaan getuigt. Een uitgebreidere
documentaire over deze expositie van Tinguely? Klik dan op de volgende link http://bit.ly/2iTwQEg . Tot volgende week.
Van Briljant in 2016 naar
Blijmoedig in 2017. Dat karakteriseert voor mij deze jaarwisseling. In 2016 was
ik ten slotte Nederlands Briljanten Kunstenaar. Daar heb ik met feestelijke
exposities volop van genoten. Genoeg reden dus om tevreden 2016 te verlaten en
via de poort die ons scheidt van 2017 blijmoedig dat nieuwe jaar tegemoet te
treden. Want dat vind ik zo mooi aan de poort als symbool. Wat zit erachter,
welke vergezichten openen zich, welke verrassingen wachten daar?
Wat er van 2017 ook komt,
ik vind dat we in één van de beste landen van de wereld leven. Ondanks de natuurlijk
altijd voorkomende menselijke en maatschappelijke tekortkomingen. Maar met een
positieve instelling van ons allen en met alle beschikbare aanwezige talenten is
het oplossen daarvan beslist mogelijk.
Met mijn kunst hoop ik in
de toekomst dat positieve en blijmoedige gevoel te kunnen blijven overbrengen. Ik
wens een ieder hierbij een goed, kunstzinnig en vooral Blijmoedig 2017 toe.