Bauer, Kooplieden |
'Jouw werk heeft wel wat weg van Bauer'. Opmerkingen in
die trant kreeg ik jaren geleden meermaals te horen toen mijn schilderijen
landelijk bekender begonnen te worden. Ik keek dan een beetje wazig want die
naam Bauer zei me echt niets. En even snel opzoeken op internet? Hoezo? Het
werkwoord googelen moest nog worden uitgevonden, laat staan dat Wikipedia er al
was. Ik had zelfs nog niet eens een pc. Hoe hebben we kunnen overleven in dat
soort primitieve tijden? Maar na weer eens zo'n Bauer-vergelijking heb ik me
toch maar losgerukt uit mijn atelier om de bibliotheek in te duiken. Bleek dat
ie van voren Marius heette, als Nederlands grootste Oriëntalist werd beschouwd
en met zijn etsen, aquarellen en schilderijen dus sterk op het Midden- en Verre
Oosten was georiënteerd. Net zoals een deel van mijn werk toen ook. Alleen
bleek hij al een poosje dood te zijn. Gestorven in 1932.
Dat ik nu terugkom op die opmerkingen van destijds, heeft
echter te maken met zijn geboortejaar: 1867. Een beetje hoofdrekenaar zegt dan
gelijk 'oh,150 jaar geleden'. Nou mag 2017 in China dan wel het Jaar van de
Haan zijn en heeft de VN 2017 uitgeroepen tot het Internationale Jaar van
Duurzaam Toerisme, bij de Nederlandse Bauer Documentatie Stichting hadden ze een
nog beter idee. Dit moest het Bauer Jaar worden! Met een reeks
tentoonstellingen over zijn leven en werk. De laatste en grootste daarvan is nu
te zien in Bauers geboortestad Den Haag. In de statige expositiezalen van
Pulchri Studio aan het Lange Voorhout. De mooiste laan van Europa. Ten minste,
zo zeggen ze dat zelf bij dit Haags schilderkunstig genootschap, opgericht in
1847. Met ooit illustere leden als Weissenbruch, Bosboom, Israëls, Mesdag en
dus ook Marius Bauer. Die expositie mocht ik natuurlijk niet missen.
Pulchrizalen met de Bauer expositie |
Want sinds die Bauer-opmerkingen ben ik vanzelfsprekend
gaan letten op zijn werk. Ik kwam 't tegen op kunstbeurzen als de Tefaf in
Maastricht en de PAN in Amsterdam, soms in vaste collecties van musea zoals het
Drents Museum en tegenwoordig ook regelmatig op internetveilingsites als
Kunstveiling en Catawiki met vooral grafiek.
Bauer in het Drents Museum |
Dus dwaalde ik vorige week nieuwsgierig rond door de
altijd gratis toegankelijke Pulchrizalen. Bij het voor mij tot nu toe grootste
overzicht van Bauers werk. Drie zalen
vol. Opnieuw begreep ik die vergelijking tussen zijn Oriëntalistische werk en
mijn vroegere schilderijen. Kijk zelf maar.
Natuurlijk zijn er duidelijke verschillen. Kleur, oud
tegen nieuw, verschil in techniek. Ook schetste hij bij zijn lange reizen door
het Midden-Oosten en ook India heel wat notitieboekjes vol. Schetsen die hij dan
later in Nederland uitwerkte. Ik doe dat niet. Bij mij ontstaat alles op de
ezel vanuit opgedane impressies in combinatie met mijn fantasie. Maar ons
beider fascinatie voor die Arabische cultuur? Die spat natuurlijk van het doek.
Of van de vele etsen die Bauer heeft gemaakt en die in menige Nederlandse
huiskamer hingen.
detail van een grote ets van Bauer |
kleine ets van Bauer |
Bij mij is die fascinatie, zo vermoed ik, al vroeg ontstaan
door de illustraties van Gustave Doré in de bijbel bij ons thuis. Die openden
voor mij als kind een mysterieuze wereld waarin ik helemaal kon wegdromen.
Bijbel illustratie van Doré |
In
mijn academiejaren en daarna kwam dat allemaal terug op papier en doek. Helemaal
toen ik in 1989 voor het eerst naar dat Midden-Oosten afreisde. Egypte om
precies te zijn. Vol inspiratie, en dat echt niet alleen omdat ik daar levensgezel
ontmoette, kwam ik terug. Met aardig wat oriëntalistische schilderijen als
gevolg. Ook omdat daarna nog diverse reizen volgden. Met de rugzak of
georganiseerd, en natuurlijk met levensgezel. Tunesië, Syrië, Jordanië,
Marokko, Yemen. Vooral dat laatste land met zijn lemen steden maakte veel
indruk. Echt heel droef en beschamend dat Yemen nu met Westerse wapens helemaal
aan gruzelementen wordt gebombardeerd door de Saoud's en hun vriendjes.
Maar langzaam aan is, om allerlei redenen met
bijbehorende verhalen, mijn inspiratie
van het oriëntalistische verschoven naar andere culturen. India en
Midden-Amerika kwamen erbij. Ook Zuid-Europa ging een rol spelen. En nu is het
voor mijn gevoel veel meer een unieke mix geworden. Met ook de moderne stad
erbij.
Maar als werk van mij nog af en toe met dat van Bauer
wordt vergeleken, vind ik dat best een eer. Vergeleken worden met iemand die o.a.
in 1901 de Grand Prix kreeg bij de Wereldtentoonstelling in Parijs, de Grand
Prix d'Honneur in 1905 bij de World Exposition in St.Louis (USA) ontving, in
1910 tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau werd benoemd, in België in 1911 de
versierselen van Officier in de Orde van de Kroon kreeg opgespeld en die over
de hele wereld exposeerde? Niet onaardig toch? Tot volgende week.
TOOS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten