"Zo ik iets ben, ben ik een stadsmens". Dat kan
ik rustig van mijzelf zeggen. Afgezien natuurlijk van het kunstenaar zijn. Dat staat
nog wat hoger in rangorde. Die beginzin ontleen ik trouwens, al parafraserend,
aan Louis Couperus (1863-1923). De schrijver van klassiekers als 'Eline Vere',
'De stille Kracht' en 'Van oude mensen de dingen die voorbij gaan'. Hij sprak namelijk
ooit de onsterfelijke woorden "Zo ik iets ben, ben ik een Hagenaar".
'The sky is the limit', een van mijn nieuwe cityscapes |
De aanleiding voor deze inleiding? De Winter Art tentoonstelling
bij Galerie Hans Persoon in Eersel en mijn deelname daarin. Die tentoonstelling
start op zaterdag 18 november en dus leverde ik heel recent een aantal nog maar net
droge schilderijen aan.
Domein Oogenlust met daarin Galerie Hans Persoon |
Hans bekijkt een paar van de nieuw aangeleverde werken |
Schilderijen met als thema, en dat zal dus niet
verbazen, de stad. In het eerstvolgende nummer van kunstblad VIND staan in de expositie-agenda
dan ook zinnen als:
'De stad! Al duizenden jaren lang het kloppend hart voor
civilisatie, innovatie, inspiratie, economische en culturele ontwikkeling.
Wanneer en waar dan ook. Babylon, Athene, Rome, Venetië, New York, Sjanghai.
Die stad, een bron van inspiratie voor Toos van Holstein'
en
'Zo zijn er een aantal volstrekt persoonlijke cityscapes ontstaan. Stadsschappen die
je herkent, maar nooit kunt plaatsen. Want ze bestaan niet echt, behalve in haar
fantasie'.
Zo is 't maar net! Veel van mijn schilderijen hebben altijd
al de stad en de mensen daarin als onderwerp gehad. En nog steeds dus. Van
middeleeuwse tot moderne stad. Van de eeuwenoude duomo tot de skyline van … Ja, waarvan? Vul 't zelf maar in. Reis
in je eigen geest maar naar je eigen beelden en ervaringen. Net zoals ik dat
doe als ik me opsluit in mijn atelier, staand voor mijn ezel en een in eerste
instantie heel wit doek. Met boven een deur mijn slogan 'for me art is travelling the mind'.
Maar de natuur links laten liggen? Nee, natuurlijk niet. Ook daaruit put ik inspiratie. Waarbij het
volgende, persoonlijke verhaal wel tekenend is.
Lang geleden, in 1990,reisden levensgezel en ik door de Wild West. Hij moest namelijk in Canada
een week lang, samen met een aantal andere mannen, met een stok met onderaan
een krul tegen een klein, hard, wit balletje slaan. En als je toch in die
buurten bent, kun je net zo goed ook even wat verder kijken. Een Amerikaanse kunstvriend,
Michael Parkes, had ons de natuurparken in Utah, Nevada, Arizona en Californië
aangeraden. Op dus naar het Amerikaanse Wilde Westen.
De eerste paar dagen zogen we volop de ongelooflijke
kleurenpracht in van de natuur daar. Want dat rood, geel, bruin, oranje en
zwart van de rotsen, de canyons, de bergen, het groen van de bomen, alles overgoten
door fel zonlicht uit een strakblauwe hemel, was absoluut overweldigend. In
Europa kennen we zoiets helemaal niet. Een en al imponerende natuurpracht dus.
En toch bekroop ons beiden na een aantal dagen een licht gevoel van onbehagen. Maar
waardoor dan?
Nou, stel je voor. Je verlaat 's morgens je motel en de
routekaart, je weet wel, zo'n ouderwetse tom-tom op papier, vertelt dat het
volgende dorp 1 uur en 37 minuten verderop ligt. Dat was met een zakjapanner,
ook al weer zo'n bijna archeologisch ding, ook probleemloos uit te rekenen. Bijna
lege wegen en een zeer strakke en ook genadeloos gecontroleerde snelheidslimiet.
Goed, koffiestop dus over 1 uur en 37 minuten. Kom je daar, bestaat het gehucht
uit een kerk en twee boerderijen waarvan er ook nog een verlaten is. Hoezo koffiestop?
Oké, gewoon door naar de volgende mogelijkheid. Even kijken op de kaart. Oh,
die is over 1 uur en 58 minuten. Rijden we na inderdaad 1 uur en 58 minuten een van god verlaten mormonendorp
binnen! Want daar is 't in Utah mee vergeven. Starbucks hadden we beslist niet
verwacht, maar ook het totaal ontbreken van een soortement café? Zelfs 't bruinige, drabbige vocht dat in
Amerika voor koffie doorgaat, was er op dat moment bij ons ingegaan als Gods
woord in een ouderling. Maar dat werd ons door de Mormonen dus niet gegund.
Kort samengevat, natuurschoon in het kwadraat in
combinatie met een volstrekt gebrek aan cultuur. Totaal niets van waar we in Europa
zo aan gewend zijn: overal oude dorpen en steden, overal kerken, paleizen en
kastelen, overal cafés, restaurants en terrassen. En daar? Nothing, niente,
nada.
Dus ben ik een stadsmens? Ja, dat ben ik. Ik heb die
stadscultuur om me heen nodig. Natuur is absoluut mooi. Maar alleen natuur?
Nee. Vandaar dus die nieuwe cityscapes
bij Galerie Hans Persoon op het al helemaal in kerstsfeer verkerende prachtige
Domein Oogenlust.
Domein Oogenlust in kerstsfeer met de doorgang naar Galerie Hans Persoon |
Tot volgende week.
TOOS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten