deel van de expositie 'De Tranen van Eros' |
Leonora Carrington, Assurbanipal Abluting Harpies (1958), Centraal Museum, Utrecht |
Lee Miller, foto van Leonora Carrington en Max Ernst (1937), |
Leonora Carrington, Oink (They Shall Behold Thine Eyes) (1959), Centraal Museum, Utrecht |
Ook is daar de mij uit het hart gegrepen uitspraak van Dorothea Tanning. Een groot voorstander van gelijkheid die de benaming 'vrouwelijke kunstenaar' ver van zich wierp. 'Het is net zo'n contradictio in terminis als 'mannelijke kunstenaar' of 'olifanten-kunstenaar'. Je bent misschien een vrouw en je kunt een kunstenaar zijn; maar de één is een gegeven en de ander ben je.' Zelf noem ik me ook altijd een kunstenaar en geen kunstenares. Dat laatste verfoei ik echt. Maar vaak heb ik 't in mijn blog voor alle duidelijkheid nog over 'vrouwelijke kunstenaar' omdat menigeen bij 'kunstenaar' meestal toch automatisch een man voor zich ziet.
Dorothea Tanning, Asleep in the Deep (1947), Centraal Museum, Utrecht |
Leonor Fini, la Bergère des Sphinx (1941), Centraal Museum, Utrecht |
En Leonor Fini? Die zag zichzelf als autonome vrouw met volledige zeggenschap over zichzelf. Dat blijkt ook wel uit haar leven. Maar dat is een toekomstig verhaal. Binnenkort in dit theater, zogezegd. Met dan daarin misschien ook gelijk het veilingresultaat van onderstaand schilderij. Begin juli bij Sotheby voor een schatting tegen de $600.000. Schijntje toch?
Leonor Fini, La terrasse |
Leonor Fini |
Zo ging dat dus. De mannen speelden graag haantje de voorste en kunstrecensenten, toen natuurlijk allemaal mannen, gingen daarin gretig mee. Maar gelukkig is daarin sinds de jaren 80 langzaam aan verandering gekomen. Nu zijn al die vrouwelijke surrealisten na hun dood bezig met een gezamenlijke opmars. Een soort surrealistische dance macabre. Want ga maar na.
Begin 2017 waren Leonora Carrington, Leonor Fini, Dorothea Tanning al, zij het schaars, vertegenwoordigd op een expositie over surrealisme in Museum Boijmans van Beuningen.
Leonora Carrington, Are You Really Syrious, (1953), Museum Boijmans |
Dorothea Tanning, Voltage (1942), Museum Boijmans |
Leonor Fini, Due Donne (1939), Museum Boijmans |
Toen ik in 2018 het Juan Míro Museum in Barcelona bezocht, werd ik blij verrast door een speciale expositie over de Amerikaanse vrouwelijke fotograaf Lee Miller en het surrealisme in Engeland.
Eileen Agar, Quadriga (1935), ook op die expositie in Madrid |
Meret Oppenheim, ontwerpen uit 1935-40, pas uitgevoerd in 2003, Centraal Museum in Utrecht |
deel van de expositie |
Daarbij heb ik 't ook nog niet eens gehad over de aandacht in die expositie voor het LHBTI-gehalte van de surrealistische gemeenschap destijds. Lesbisch, homosexueel, bisexueel, transgender en interseksueel, ze liepen als kunststroming duidelijk heel ver voor de troepen uit. Maar Bob Dylan zong lang geleden al The Times They Are a-Changin'. Tot volgende week.
TOOS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten