Caravaggio, Narcissus, nu in het Rijksmuseum |
't Zou hier nu opnieuw gaan over mijn Buitenkunst, zo
verkondigde ik vorige week. Maar ja, ik kan ook niet buiten kunst. Vandaar een onvoorziene
interruptie. De musea mochten namelijk weer open op 1 juni en daar wilde ik dus héééél snel
gebruik van maken. Samen met levensgezel trouwens. Die ook zowel binnen als
buiten niet buiten kunst kan. Dus zat hij 's morgens 21 mei, de eerste dag dat
er weer kaartjes online geregeld konden worden voor het Rijksmuseum, binnen paraat
voor zijn pc-scherm. Want we wilden nog snel naar de expositie 'Caravaggio-Bernini, Barok in Rome', die
op 7 juni zou eindigen. En ja! Het lukte
om met onze Rembrandtpassen twee gratis toegangsbewijzen te scoren voor dinsdag
2 juni. Binnen het tijdslot van 14.15-14.30 uur. Want zo zijn tegenwoordig de
regels in het corona-museumspel en zo moet 't gespeeld worden. Online met een
tijdslot en niet anders.
Bernini, Medusa, nu in het Rijksmuseum |
Wij lopen dus op 2 juni om 14.14 uur het Rijksmuseum
binnen. Dat soort logistiek vernuft laat ik altijd met een gerust hart aan
levensgezel over! Kaartjes worden gescand, Rembrandtpas getoond, handjes
ontsmet en doorlopen naar die expositie. Ja, had je dus gedacht! In de grote
hal stond al een soortement rij. Want 'rij' is tegenwoordig met die 1,5 meter
toch wel een wat diffuser en ongeregelder begrip geworden.
Enigszins in twijfel sluiten we aan. Maar die twijfel verdween
snel toen een museummedewerker, laat ik die nr.1 noemen, aan ons een verzoek
had. Of we wilden kijken hoe laat 't nu was en hoe laat we de expositie binnen
konden lopen opdat we onze wachttijd aan een aldaar geposteerde andere medewerker konden doorgeven. Dat was voor hun nuttige
informatie. Nou, natuurlijk! Wel begonnen we toen enige figuurlijke nattigheid
te voelen. Dat was helemaal het geval toen we zo'n 6 à 7 minuten later en na een
aantal meters terreinwinst een nogal nonchalant tegen een muur geplaatst
Efteling-achtig bordje tegen kwamen. 'Vanaf hier een uur'. Hè? Maar een
langslopende medewerker, zeg maar nr.2, wist bij navraag te melden dat dit wel
ongeveer klopte.
De diffuse rij met die grote afstandsgaten schoof
inderdaad tergend langzaam op. Medewerker nr.3 kwam langs met klapstoeltjes
voor wachtenden die knikkende knieën en vervelende voeten begonnen te krijgen.
Levensgezel, die een praatje aanknoopte met medewerker 4 die de klapstoeltjes
bij inleveren gelijk weer ontsmette, leerde dat het Rijksmuseum eigenlijk ook
in een leerproces zat. Want hoeveel bezoekers kan je in zo'n tijdslot binnenlaten
en hoe snel stromen die door in de zalen waar maar weer een beperkt aantal
mensen te gelijkertijd mag verkeren? In feite waren we proefkonijnen in een
logistiek experiment. Dat Eftelingbordje klopte trouwens. Het duurde inderdaad
een uur voor we aan medewerker 5 volgens belofte konden vertellen dat het beloofde
uur inderdaad een uur was. Zo bleek de Cruyffiaanse uitspraak 'dat elk nadeel zo
ze voordeel heb' toch weer op te gaan. Want hadden we in de tussentijd niet in
alle rust met diverse museumsuppoosten gezellig een praatje kunnen maken? Iets
wat er anders nooit zo snel van komt.
één groot voordeel van het beperkte aantal toegestane bezoekers: je kunt in alle rust kijken |
Caravaggio, De doornenkroning, 1603 |
Bernini, buste van Thomas Baker, rond 1637 |
En die expositie? Hier tussendoor heb ik al met foto's
gestrooid. Interessant, maar geen echte topper. Dat komt ook omdat de
allerbeste werken van Caravaggio gewoon vast gespijkerd zitten aan kerkmuren in
Italië en op Malta. En omdat Bernini alle Rome-bezoekers natuurlijk al helemaal
heeft afgebluft met zijn beroemde, grootse barokfonteinen en beeldengroepen.
Daar kom je in 't museum echt niet meer overheen. Wel was voor mij opnieuw duidelijk
dat toch maar enkele Caravaggistische schilders in kwaliteit in de buurt komen
van hun grote meester. Zelfs al hingen de topwerken van Caravaggio er dus niet.
Orazio Gentileschi (1563-1639) Judith en haar dienstmeid met het hoofd van Holofernes, rond 1608 |
dochter Artemisia Gentileschi (1593-1654), De extase van Maria Magdalena |
Maar toch mooi dat Nederlander Hendrick ter Brugghen (1588-1629) daar zeker bij hoort.
Hendrick ter Brugghen, De ongelovige Thomas 1622 |
Hendrick ter Brugghen, Jonge vrouw die een luit stemt 1627 |
Hoe dan ook, ik liep toch maar lekker rond in het net weer geopende Rijksmuseum. En dat
's avonds op de 21e juni, dus nadat levensgezel 's morgens die tickets had vastgelegd,
bekend werd dat de expositie met alle uitlenen erbij verlengd had kunnen worden
tot 13 september? Ach, dat is eigen aan deze telkens opnieuw verrassende
coronatijden. Nu hebben anderen ook nog de gelegenheid. Bij een, naar ik hoop, beter
logistiek ingespeeld Rijksmuseum. En die Buitenkunst van mij? Tot volgende
week.
TOOS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten