dinsdag 8 oktober 2013

Is de Biënnale van Venetië 2013 de moeite waard?


Nederlands paviljoen
 Dat is zo'n gewetensvraag, elke keer weer dat ik er ben geweest. En dat is toch al heel wat keertjes, vier jaar geleden voor 't laatst. Van te voren weet ik al dat ik flink wat kunstzinnig gedoe en kunstprietpraat tegen ga komen waaraan ik mij erger. Of waarbij ik gewoon mijn schouders ophaal. Zo van "nou, dat zal dan wel". Maar ook dat ik getroffen ga worden door kunst die me echt iets doet. De vraag is alleen hoe het positieve zich verhoudt tot het negatieve en wat al die curatoren van de verschillende landen nu weer verzonnen hebben. Daarover straks meer. Wel strooi ik al foto's als sfeerbeelden er tussendoor. Ik ga overigens nog aan een fotoboek beginnen dat ik te zijner tijd mijn blogbezoekers niet onthoud.




Hoe dan ook, het blijft een bijzondere belevenis, die Biënnale. Dagenlang kun je in Venetië ronddwalen van kunstplek naar kunstplek. De Giardini, het officiële en oorspronkelijke expositieterrein met de landenpaviljoens waaronder ook het Nederlandse. Het Arsenale, 't eeuwenoude, robuuste, geheimzinnige industrieterrein van de stad dat sinds 1999 bij de Biënnale is getrokken. En de vele gebouwen in de stad zelf die worden afgehuurd door landen die geen plek hebben in de Giardini of het Arsenale. Dat worden er gelukkig zelfs steeds meer. Gelukkig, omdat je als bezoeker op die manier op de prachtigste plekken komt die normaal niet toegankelijk zijn. Niet meer gebruikte middeleeuwse kerken, paleizen waarvan plotsklaps de deuren openstaan en waar je zomaar gratis doorheen mag wandelen. Voor nop een prachtige inkijk in de oude grandeur van La Serenissima met ook nog gratis uitkijk op het Canal Grande. Dat alleen al maakt een bezoek de moeite waard.



klein stukje van het Arsenale
Maar nu de kunst. Veel dus dat voor mij onder de noemer "de kleren van de keizer" valt. Wie kent niet het wereldberoemde sprookje van Hans Christian Andersen. Een naakte keizer die denkt in de prachtigste kleren rond te lopen omdat iedereen tot de keizerlijke kring wil behoren en niemand de moed heeft te zeggen dat die prachtige kleren helemaal niet bestaan. Mijn lief gebruikt hiervoor wel de term "gebakken lucht". Gebakken lucht dus naast  veel conceptueel blabla waarbij je lappen tekst tot je moet nemen in een vaak tot mislukken gedoemde poging om te begrijpen wat er mee wordt bedoeld. Het Nederlands paviljoen met "onze" Middelburgse curator Lorenzo Benedetti , directeur van museum De Vleeshal, en kunstenaar Mark Manders onttrok zich hieraan. Echt een hoogtepunt naast nog een paar andere.


Het ronddwalen door het Arsenale is dat so wie so altijd al. Die langgerekte hallen met hun gigantische pilaren onder de houten daken, het schaarse licht, de geheimzinnige sfeer, in één woord prachtig. En als ik dan af en toe ook nog kunst zie die me optilt, kan die dag niet meer stuk.
Opvallend vond ik trouwens het gebrek aan goeie schilderkunst. Vooral veel installaties, foto's en heel veel  video. En bij dat laatste vind ik nog steeds dat de meeste makers/kunstenaars maar eens naar een echte filmacademie of naar Hollywood moeten gaan om het vak te leren. Alhoewel, op dat gebied beginnen toch wel steeds meer goed gemaakteprojecten te ontstaan. Maar als 't zogenaamd kunstzinnig vaag, vlekkerig,  schokkerig en onbegrijpelijk moet zijn, haak ik af.


Om uiteindelijk de vraag in de titel te beantwoorden: ja. Al die "kleren van de keizer" zijn nodig om de echte parels eruit te halen. Tot volgende week.
 TOOS

Geen opmerkingen: