|
het Prado in Madrid |
Lang, lang geleden, in de grijze oudheid toen ik zelf nog
niet grijs was, studeerde ik af aan de Academie in Tilburg. Met Francisco José De Goya y Lucientes (1746-1828), kortweg Goya, als scriptie onderwerp.
De man en zijn kunst fascineerden mij heel sterk. Niet dat ik zijn werk in
werkelijkheid kon zien. Want in Nederland is er niet zoveel van hem te vinden
in openbare collecties. In Spanje, in het Madrileense Prado, echter des te
meer. Maar ja, prijsvechters als Ryanair, easyJet en Transavia bestonden toen
nog niet. Dus een vliegreisje naar de Spaanse hoofdstad was destijds toch iets
te begrotelijk voor een arm academiestudentje. Zodoende werden het
boekenplaatjes waarmee ik 't moest doen. Plaatjes van schilderijen en van de
serie etsen Los desastres de la guerra (De
gruwelen van de oorlog). Of van Los
caprichos. Die andere serie etsen waarin Goya vaak met ironie
de corrupte heerschappij van staat en kerk verbeeldt. Maar altijd heb ik de
wens gehouden zijn kunst in werkelijkheid in dat Prado te mogen bewonderen.
En nu was ik daar, onlangs. In dat gigantische museum met
een wirwar aan zalen, zaaltjes en grote langwerpige hallen. Met als verlangen
"eerst Goya, de rest komt daarna wel". Overigens was dat wel even
zoeken omdat zijn schilderijen over allerlei ruimten op verschillende
verdiepingen zijn verspreid. Maar uiteindelijk zat ik daar dan toch. Eerst te
midden van een geweldige collectie grote kartonnen.
|
diverse zalen met de "kartonnen" van Goya |
Ontwerpen voor grote tapijten die de stenen muren van de
koninklijke paleizen moesten decoreren en isoleren. Schilderingen van vaak vrolijke,
volkse taferelen die je gelijk blij maken. Werk ook dat hem in aanraking bracht
met het Spaanse vorstenhuis waardoor hij ten slotte zelfs de officiële hofschilder
werd. Maar dan was daar als grote tegenstelling ook de zaal met de
geheimzinnige serie Zwarte Schilderijen, gemaakt rond 1820. Toen Goya al 75 was.
Een en al gruwelijkheid met afschuwelijke koppen, demonen en heksen.
|
één van de 14 Zwarte Schilderijen |
Eigenlijk al
expressionisme pur sang terwijl dat expressionisme nog op zich zou laten wachten tot einde 19de eeuw.
Wat er nu hangt, zijn na zijn dood op doek overgebrachte muurschilderingen die
hij maakte in een door hem gekocht huis aan de rand van Madrid, het Quinta del Sordo. Goya was intussen doof geworden en de relatie
met het koninklijk huis was ook niet meer zo tof. De Spaanse Inquisitie, onder
de nogal repressief ingestelde vorst Ferdinand VII zeer machtig, zat hem dwars.
Probeer daar trouwens maar eens vriendjes mee te blijven als je een
onafhankelijk en kritisch ingesteld karakter hebt. Aan de ene kant jaren werken
voor de royalty als hofschilder en te gelijkertijd de in jouw ogen corrupte
wereld om je heen afkeuren. Ga er als broodschilder, afhankelijk van de rijken,maar
aan staan!
Maar hoe dan ook, in zijn hofjaren ontstonden prachtige
konings en koniginnenportretten. En die mocht ik nu zomaar aanschouwen. Met ook
nog het wereldberoemde La Maja desdenuda,
De naakte Maja, in gezelschap van haar meer aangeklede versie. Mooi om die twee
iconische schilderijen naast elkaar te zien hangen.
Aangrijpend was 't om dat beroemde "De derde mei
1808" voor het eerst in werkelijkheid te zien. Een heel groot doek dat de
fusillade voorstelt van Spaanse opstandelingen door het Franse leger van
Napoleon die toen Spanje overheerste.
|
De derde mei 1808 |
Voor mij de 19de eeuwse Guernica, het
fameuze werk van Picasso uit de 20ste eeuw. En laat dat nu op een steenworp
afstand van het Prado hangen! In het Museo Reina Sofia, het museum voor de
moderne kunst.
Het totaal was voor mij een overweldigende, emotionele
ontmoeting met Goya. Na zo lange tijd een grote wens in vervulling zien gaan. Prachtig!
Het Prado kon voor mij al niet meer stuk terwijl de gigantisch grote rest nog moest
komen.
Zoals het werk van Jheronimus Bosch (circa 1450-1516), tegenwoordig
bij ons Jeroen Bosch maar in Spanje El Bosco. Daar krijg je vooral wazige
blikken als je begint over Jeroen Bosch. Het Prado bezit relatief veel werken van
onze bekendste middeleeuwse schilder. Een hele zaal is er aan gewijd.
|
de zaal met Jeroen Bosch |
Hoe die
allemaal daar terecht zijn gekomen, in dat verre Spanje? Dat is een verhaal
apart. Maar het pronkstuk Tuin der Lusten schijnt zelfs in Brussel bij onze
Vader des Vaderlands Willem van Oranje te hebben gehangen. In de tijd dat hij daar nog onder de adel
verkeerde. Later legde Alfa beslag op het
schilderij en kreeg Philips II 't uiteindelijk in zijn bezit. Een ander
pronkstuk, De Hooiwagen, kon ik ook nog net zien hangen. Nu zou dat niet meer
lukken. Het pronkt voor de komende tijd namelijk in Nederland, in Museum
Boymans van Beuningen. Ik zag recent zelfs een foto waarin ze het drieluik in
Rotterdam aan het installeren zijn. En volgend jaar wordt 't Den Bosch, Jheronimus'
woonplaats. Als ze daar uitgebreid zijn 500ste sterfdag gaan vieren.
|
De hooiwagen in het Prado |
|
De hooiwagen in Boymans van Beuningen |
Heb je El Bosco gehad, dan komt de grote Velazquez nog
eens een keer. Of een absolute topper van Rogier van der Weyden, een
Kruisafname van Christus uit de 15de eeuw.
|
Kruisafname van Christus, Rogier van der Weyden |
Ik ben er diverse keren naar terug
gelopen. En niet te vergeten de prachtigste Romantiek met stervende, al
lijkbleke heldinnen en helden op gigantisch grote doeken.
|
Romantiek ten top |
Mijn harde schijf was
op een bepaald moment helemaal mudje vol. Al het vele, vele andere moois, ik
kon het gewoonweg niet meer opnemen. Een heel goeie reden om nog eens terug te keren
naar Madrid. Om me ook opnieuw te kunnen laven aan Goya. Tot volgende week.
TOOS