de abdij van Cluny een aantal eeuwen geleden |
Vliegen naar Nice? As 't effe kan graag. Dat heeft toch zo zijn voordelen boven de auto. 't Gaat een ietsiepietsie sneller, is dus comfortabeler als je ten minste voor een paar uurtjes de behoorlijk krappe knieruimte in Transavia-vliegtuigen voor lief neemt en is ook nog eens een heel stuk goedkoper. Vloog levensgezel ergens eind jaren 90 voor zo'n 500 harde Nederlandse florijnen met gedwongen Parijse tussenstop op en neer met Air France, nu ben je rechtstreeks nog geen € 60 kwijt als je de goeie dagen eruit pikt. Dus geef mij het vliegtuig maar als ik weer eens naar mijn atelier in Nice wil.
Maar ja, soms moet 't wel met de auto. Met grote
schilderijen onder je arm het vliegtuig in? Nee, niet erg handig. Maar dan is
't toch dik 1300 km vanaf Middelburg. En, oh wonder, terug ook weer die afstand.
Dus al heet een groot deel van de weg heel lieflijk Route du Soleil, 't blijft
een rottig lang stuk. Maar "La douce France" biedt gelukkig allerlei
mogelijkheden dat toch wat te veraangenamen. Want heeft 't niet een heel lange
geschiedenis met heel veel bijbehorende culturele overblijfselen?
Vandaar een poosje geleden een tussenstop in Cluny, een
uurtje noordwaarts vanaf Lyon. Historisch en cultureel gezien een magische
plek. Want zo'n duizend jaar geleden l;ag hier het machtige christelijke hart
van Europa. Met z'n in het jaar 910 gestichte gigantische Benedictijner abdij
en de zogenaamde Maior Ecclesia. Eeuwen lang de grootste kerk in de
christelijke wereld. Tot in 1626 in Rome de Sint Pieter werd ingewijd.
Heel lang geleden was ik er voor de eerste keer en lang
geleden voor de tweede. Wat kon ik daar mijn fantasie laten gaan! Want van al
die macht en pracht in de Romaanse bouwstijl rest niet veel meer. Van die kerk volgens
de geleerden nog maar zo'n 10%. Alleen het deel van het kerktransept met de
twee torens dat op onderstaande foto in de verte is te zien. Een foto gemaakt
bij genoemde tussenstop. Bij mijn derde bezoek dus.
Je moet de rest van de later neergezette gebouwen
wegdenken om de 180 meter lengte van die kerk
goed te kunnen invoelen. Mee dankzij de basementen van de dikke pilaren
met meters omtrek die hier en daar nog staan. Stel je eens voor dat je daar als
middeleeuwer ergens rond 1100 voor het eerst binnenloopt. Wij raken nog maar
zelden geïmponeerd door een of ander gigantisch hoog atrium in een nog
gigantischer architectonisch modern hoogstandje. Zie je tegenwoordig overal,
gesneden koek. Maar zo'n middeleeuwer?
Een onvoorstelbare lengte voor een gebouw. Met een ook onvoorstelbaar
hoog dak. Wij kunnen ons eigenlijk helemaal niet meer voorstellen hoe iemand
uit die tijd zich daar moet hebben gevoeld. Maar ik denk overweldigd en nietig
in het kwadraat.
En dan zie je op bovenstaande reconstructiefoto's nog
niet eens de drukte die er geheerst moet hebben. Op het hoogtepunt, zo rond
1200, vielen in heel Europa bijna 1500 kloosters onder de orde in Cluny. Een
soort Rooms-katholieke EU in een verrommelde lappendeken van allerlei grotere
en kleinere machtsgebieden. Nou, daar horen heel wat monniken bij om dat alles
in goede banen te geleiden, afgezien nog van de horden devote bezoekers. Waar
nu toeristen in alle rust rondlopen, moet toen onder het hoge kerkdak en tussen
de missen door een luid resonerend geroezemoes hebben geklonken. Hoe mooi zullen
daar ook de Gregoriaanse gezangen van de monniken hebben gegalmd. Daar is die
fantasie weer. Alhoewel die nu toch wat onderdrukt werd. Het terrein was voller
geworden. Er bleken een paar nieuwe musea bijgekomen in gerestaureerde gebouwen
en overal staat uitleg. Er was zelfs een 3D-animatiefilm van de vroegere
toestand. Op zich natuurlijk prima voor de bezoekers. Maar ook prima voor mijn
rijke fantasie die graag zelf invulling geeft? Eigenlijk niet.
Toch, ook bij dit derde bezoek, kreeg ik weer zo'n nietig
gevoel bij die nog staande torens.
Waar de rest is gebleven? Heel kort
samengevat: verval, godsdiensttwisten, hoogmoed, slecht kerkelijk en financieel
bestuur,maar vooral ouderwets, gedegen handwerk. Want tijdens het regime van de
Franse Revolutie eind 18de eeuw en de daarop volgende Napoleontische periode waren
staat en kerk even geen echte vriendjes meer. Het archief van de abdij en de grootse
bibliotheek werden verbrand. Een nationalisatie volgde en de prachtige abdij
werd letterlijk een stenenmijn. De gebouwen werden afgebroken, stenen netjes afgebikt
en verkocht voor hergebruik elders. Cultuurbarbaren? Nu wel in onze ogen. Maar
toen? Dat waren andere tijden. Alhoewel? Die opgeblazen grote Boeddha beelden
in Afghanistan en de Taliban nog niet zo lang geleden? En de tempelvernietiging
in Palmyra door IS? Tot volgende week.
TOOS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten