|
de beroemde "Mae West lippensofa" van Salvador Dali bij "Gek van surrealisme" in Boymans van Beuningen |
|
Leonor Fini, Due Donne, 1939 |
Kun je 't eigenlijk nog wel surrealisme noemen als je een
surrealistisch moment hebt tijdens het rondlopen op de grote tentoonstelling
"Gek van surrealisme" in het Rotterdamse Museum Boijmans van
Beuningen? Want is zo'n surrealistisch
moment daar dan eigenlijk niet normaal? Ik
had 't toen ik Leonor Fini en André Masson er tegenkwam. Niet in levende lijve
trouwens. Ze zijn al weer wat jaartjes dood
en daaruit opstaan is maar weinigen gegeven. Zelfs bij surrealisten. Maar dode kunstenaars
leven wel voort in hun schilderijen. En die hingen er wel.
|
André Masson, Massacre, 1931 |
Maar waarom had ik nu juist bij die twee dat
surrealistische moment? Er hangt ten slotte volop werk van wereldwijd bekende grote
kunstkanonnen als Max Ernst, Salvador Dali, Yves Tanguy en René Magritte.
|
Max Ernst, Le couple, 1923 |
|
Yves Tanguy, Les Survenants II, 1942 |
|
Dali, Impressions of Africa (detail), 1938 |
|
René Magritte, The red model. 1935 |
Dat
komt omdat er voor mij een persoonlijk lijntje loopt naar Fini (1907-1996) en Masson
(1896-1987) van wie de namen regelmatig vallen in gesprekken met Jean-Paul
Aureglia in zijn galerie Quadrige in Nice. Die galerie, waarmee ik al weer heel
wat jaartjes samenwerk, werkte namelijk ooit onder de naam La Diane Française ook met hen beiden.
In de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw.
Toen richtte Pierre Cottalorda zich met zijn uitgeverij
La Diane Française op literaire kunstboeken in kleine oplage, aangekleed met
steendrukken of etsen van bekende kunstenaars. Zoals de toen al wereldberoemde
Matisse en Dali. En met, daar zijn ze, Leonor Fini en André Masson.
Gaat hier misschien een belletje rinkelen bij regelmatige
lezers van dit blog? Want geeft galerie Quadrige ook niet nog steeds zulke
boeken uit onder die naam van La Diane Française? En lever ik daaraan niet ook
regelmatig mijn bijdrage? Ziehier het lijntje.
Begin jaren 90 werden de oude Pierre Cottalorda en de
veel jongere Jean-Paul Aureglia compagnons in de nieuwe galerie Quadrige waar uitgeverij
La Diane Française onderdeel van ging uitmaken. Samen met de inboedel daarvan. Zoals
een door Masson zelf geschreven en geïllustreerd boek "Le PLAISIR de PEINDRE". Nu een bibliofiele uitgave.
En zoals een kunstuitgave van het beruchte en beroemde erotische
"L'histoire d'O" waarbij die 50 tinten grijs volstrekt verbleken.
Berucht vooral omdat het onder pseudoniem geschreven was door een toen nog
onbekende vrouw. Een vrouw die porno schreef? Kon dat zomaar? Opschudding alom!
Maar ja, 't kon dus.
Net zo goed als dat een andere vrouw voor die
kunstuitgave nogal erotisch getinte steendrukken maakte. Leonor Fini dus. Een behoorlijk
onafhankelijk ingesteld typje dat beslist niet bang was voor een opschuddinkje
hier en daar. In Frankrijk en Amerika zeer gekend maar in Nederland nooit echt
doorgebroken. Toch hangt ze nu maar mooi in Museum Boijmans. De Leonor Fini waarvan
ik via galerie Quadrige nog zo'n L'histoire d'O steendruk heb kunnen verwerven.
De Leonor ook die regelmatig verkeerde in het gezelschap van Dali en andere
surrealistische tijdgenoten. Wat eveneens gold voor André Masson.
|
Dali leunend tegen de paal, Leonor rechts van hem |
Snap je nu mijn surrealistisch moment? In 1994, toen ik door
toeval betrokken raakte bij Quadrige in Nice, had ik toch nooit kunnen bedenken
dat een schakel van gebeurtenissen mij in 2017 in Rotterdam blij verrast voor schilderijen
van Fini en Masson zou laten stilstaan?
|
Leonor Fini, The alcove, met Leonora Carrington (zie hieronder) op voorgrond |
Dat stilstaan gebeurde natuurlijk bij meer werken. Want
aan Max Ernst kan ik nooit voorbij lopen. Die heeft zo'n intrigerende wereld
geschapen dat ik er elke keer weer naar toe wordt getrokken. En Salvador Dali blijft natuurlijk een trekker van
jewelste met zijn iconische gesmolten horloges en olifanten op dunne pootjes. Maar
dat naast die mannen ook de vaak wat weggestopte vrouwelijke surrealisten,
zoals Leonora Carrington, in de tentoonstelling aan bod komen, vind ik een
groot pluspunt . Als lid van het vrouwelijk geslacht mag ik ten slotte best
vinden dat vrouwen in de kunst zowel in het verleden als ook nu nog veel te
vaak worden ondergewaardeerd en weggeschreven. Daar valt nog een wereld te
winnen.
|
Leonora Carrington, Are you really serious, 1953 |
|
links Leonor Fini, rechts Leonora Carrington |
Tot volgende week.
TOOS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten