Mijn ouderlijk huis in Nuenen had een kleine serre. Daar zat
ik vaak mijn middelbareschool-huiswerk te maken. Om die ruimte wat op te
fleuren had ik er een paar plaatjes van schilderijen opgehangen. "Het
straatje" van Vermeer en één met bootjes in een duidelijk méditerrane sfeer.
Die plaatjes had ik gevonden tussen het oud papier dat mijn vader, een tuinder,
kreeg van anderen om zijn groenten en fruit in te verpakken. Van wie die
bootjes waren? Geen idee! Pas veel later, op de Academie, kwam ik er achter dat
het werk was van Nicolas de Staël (1914-1955). Altijd hebben zijn schilderijen voor
mij een grote aantrekkingskracht gehouden. Zeker die van de laatste jaren van
zijn leven. Een leven waaraan hij in Antibes aan de Côte d'Azur zelf een einde
maakte.
Musée Picasso in Antibes |
Een speciale achternaam wel, de Staël. Maar die werd nog
specialer toen een vriend, galeriehouder en kunstenaar in St.Paul de Vence,
tegen me zei "Toos, weet jij dat die de Staël van achteren ook Von
Holstein heet?". Dat was dus een volstrekte verrassing! Nicolas, geboren
in het Russische Sint Petersburg, bleek als vader een baron Staël von Holstein
te hebben. Een vader met een functie in het leger van de tsaar. Dat werd dus
vluchten na de oktoberrevolutie van de bolsjewieken in 1917.
Kort samengevat had ik dus, zonder dat te weten, als
beginnende puber die altijd al met tekenen en schilderen bezig was, een zelf
gekozen plaatje voor mijn neus hangen van iemand met dezelfde achternaam. Nou
ja, vooruit, bij mij met "van" en bij hem met "von". Over
toeval gesproken! Maar nu de rest van de titel van deze aflevering.
Le concert van Nicolas de Staël |
Een aantal weken geleden streek ik weer neer in Nice. Om
in alle rust te kunnen werken in mijn atelier daar. Toen ik las dat er een
grote expositie was van Nicolas de Staël in het Musée Picasso in Antibes sprak
’t vanzelf dat ik daar heen moest. Naar mijn beroemde naamgenoot die juist die
naam nooit gebruikte. Nou is een reisje naar dat museum nooit een straf. Ooit
was 't een prachtig oud kasteel van de familie Grimaldi. Inderdaad, die van
Monaco. Nu dus een museum waar Picasso in 1946 eens twee maanden heeft gewerkt.
Maar dat is een heel ander verhaal. Nu ging 't me om de Staël.
Spijt heb ik er niet van gehad. Het draaide vooral om het
werk uit zijn laatste vijf levensjaren. Met daarbij het geweldige "Le
concert". Een doek van 3,5 bij 6 meter. Een ultiem, imposant werk! Verder,
naast natuurlijk nog meer olieverven, veel studies en tekeningen van het
vrouwelijk naakt. Opnieuw werd ik, na al die jaren met dat plaatje in mijn
huiswerkserre, gepakt door zijn kunst. Jammer dat je officieel niet mocht
fotograferen. Officieus heb ik dat natuurlijk toch gedaan.
Stap je, opgetild door de moderne kunst, met vederlichte tred dat Musée Picasso uit, dan
ligt direct daarnaast de middeleeuwse kerk van Antibes. Met daarbinnen dus een
volstrekt andere wereld. Met bijvoorbeeld een religieus veelluik van Brea.
Nooit van gehoord? Driewerf foei! Want in de 16de eeuw was aan de Côte d'Azur
en in zeer verre omstreken tot aan Turijn en Genua toe, een Brea zelfs het
zelfstandig naamwoord om een veelluik mee aan te duiden. Van welke kunstenaar
dan ook. Maar ook dat is weer een heel ander verhaal. Tot volgende week.
middeleeuwse kerk naast het museum |
TOOS