dinsdag 25 februari 2014

Daar waar het allemaal begon

terras in Saint Paul de Vence
Nee, ik bedoel niet het Paradijs met Adam en Eva. Maar wel de zolder boven het terras op bovenstaande foto. Een terras in Saint Paul de Vence waar ik een paar dagen geleden nog zat de genieten in de zon aan de Côte d’Azur. En wat daar dan wel, nu 20 jaar geleden, op die zolder begon? Mijn Franse kunstavontuur dat nog steeds voortduurt.

Want begin 1994 zat daar in de buurt, in Villeneuve Loubet, een Australisch familielid van mij een beetje in haar eentje te kniezen in zo’n time sharing resort. Dus mijn zus, haar man en ik in een opwelling daarheen met de auto om haar op te beuren en zelf ook gelijk onverwacht vakantie te vieren.
Saint Paul de Vence
Op een zonnige februarimorgen bezoeken we zodoende een middeleeuws stadje op een steile  heuvel in het achterland van Nice. De plaats was me geheel onbekend en we kwamen ook nog binnen door de stadspoort aan de anonieme achterkant. Ten minste, dat bleek later. Een prachtige oude, nauwe straat. Verweerde huismuren. Hier en daar een leuke winkel. Een galerie. Weer een galerie. En zowaar nog één! Het bleek er te stikken van de galerieën. Ik was beland in, wat uiteindelijk bleek, Saint Paul de Vence. Waar in het verleden beroemdheden als Matisse, Chagall, Picasso, Braque, Léger en Dufy hadden geresideerd. En ik, zelf beeldend kunstenaar, had daarvan nog nooit gehoord! Dat gebrek in mijn opvoeding heb ik nu trouwens meer dan genoeg bijgespijkerd.
 
Grande Rue
Want dat onbekende stadje had op die februarimorgen direct al een heel grote, onverklaarbare maar daarom niet minder reële aantrekkingskracht op me. Hier wilde ik zijn, hier wilde ik werken. Dezelfde dag nog heb ik voor een periode van drie maanden die zolder gehuurd, boven wat toen restaurant Abacadabra was en nu La Terrasse heet. In de Grande Rue, de smalle hoofdstraat waardoor zich dagelijks vele toeristen wurmen.

Weer thuis ben ik mijn auto helemaal gaan volstouwen. Met natuurlijk ook heel veel schildersmateriaal. Die drie maanden erna zijn een soort roes geweest. Ongelooflijk hard werken, nieuwe vriendschappen maken, mijn Frans opwaarderen, Saint Paul leren kennen. Zogezegd mijn Franse kunstavontuur een vliegende start geven. Want ik legde contact met Galerie Qvadrige in Nice, de galerie waarmee ik nog steeds samenwerk.  Met een jaar later een expositie in de kapel van Saint Jeannet, ook zo’n middeleeuws stadje daar in de buurt. En ook nog een tentoonstelling in het Musée de Saint Paul de Vence. Een eer die daarvoor noch daarna aan andere Nederlandse kunstenaars is verleend.

graf van Chagall

schilderij van Chagall met Saint Paul


















Dus als ik weer voor enige tijd in mijn atelier in Nice verkeer, zoals nu, maak ik vaak even een tour sentimental naar Saint Paul. Met dit keer ook weer een bezoekje aan het graf van Chagall.Die heeft er namelijk gewoond, ligt er begraven en heeft het stadje ook op diverse schilderijen vereeuwigd. De begraafplaats ligt bij die achterste stadspoort, daar waar ik dus destijds binnenkwam. Toeval of niet, wat ontdekte ik  even later? In het Musée de Saint Paul, vlak bij de voorste stadspoort, was een tentoonstelling over Chagall. Nu wil ik mezelf beslist niet vergelijken met die wereldberoemde kunstenaar, maar ‘t gaf toch wel een heel goed gevoel dat ik daar ook al eens had mogen exposeren. Tot volgende week.
TOOS

dinsdag 18 februari 2014

Oranje Nederlands? Hoezo?

Schaatsen, Olympische Winterspelen. Dus de kleur oranje is al een aantal dagen niet van het televisiescherm weg te branden. Dat hoeft trouwens ook niet wat mij betreft. 't Is gewoon een mooie, opvallende, warme kleur. Eentje die in Nederland is geannexeerd als "onze" nationale kleur. Oranje is van ons! Nou, mooi niet dus.

Ooit in een boeddhistisch land rondgedwaald? Dan weet je dat oranje daar al eeuwenlang het straatbeeld en de tempels kleurt. Boeddhistische monniken in oranje gewaden, je komt ze de hele dag door tegen. Prachtig, dat oranje dat er ineens uitspringt in het totaalbeeld! Daarom gebruik ik in mijn schilderijen ook liever gedekt oranje schakeringen. Een feller oranje is veel te bepalend in een compositie. Tijdens mijn recente reis door Laos en Cambodja heb ik dat heel wat keertjes mogen ervaren.

   

Je blijft voortdurend plaatjes schieten van die monniken in hun helder oranje, eenvoudige gewaden. Zonder oorlogskleuren op het gezicht trouwens en zonder uitzinnige hoofdtooien en uitdossingen, zoals dat in Nederland dan blijkbaar weer verplicht is. Het leek me leuk juist nu, tijdens de Nederlandse oranje euforie, wat van die monnikenfoto's van mijn reis te laten zien.

 's Morgens vroeg, vanaf 6 uur, begint 't al. Als ze langs de straten lopen en hun dagelijks voedsel van de plaatselijke bevolking krijgen. Een ritueel dat in Luang Brabang in Laos eigenlijk al te veel een toeristische attractie begint te worden, zo moest ik jammer genoeg ervaren.
Dan is daarentegen de rust in heel veel tempels weer een verademing. Vaak prachtig onderhouden gebouwen met in de woongedeelten al die oranje gewaden aan de waslijn er tussendoor. Want als monnik kun je er vanzelfsprekend niet smerig bijlopen.

Maar ook de moderne techniek is ze natuurlijk niet vreemd meer. Want ze staan wel midden in het leven. Zelfs getatoeëerd. Kijk zelf maar in welke foto. En heel wat heb ik er met hun smartphone of digitale camera zien rondlopen bij toeristische attracties. Of in musea. Want in hun eigen, eeuwenoude cultuur zijn ze beslist geïnteresseerd.





Overigens zag ik heel soms bij tempels en heilige plaatsen ineens witte gewaden. Vrouwen, vaak ouder, en ook kaal geschoren net als de mannen. Vrouwelijke monniken dus, in hun voorgeschreven wit. Maar veel minder in aantal dan de mannen. Want een man hoort in de boeddhistische traditie toch in ieder geval minstens enkele maanden van zijn leven in een klooster door te brengen. Een verplichting die voor de vrouwen niet geldt.

Tot volgende week.
TOOS

dinsdag 11 februari 2014

Gebakken lucht en kunstvibraties in Rotterdam

Op voetbalgebied mag Ajax al een paar jaar hoger staan dan Feyenoord, op een heel ander gebied  blaast Rotterdam toch een aardig toontje hoger. Zoals bij de Rotterdam Art Week. Die moet een beeld geven van de nieuwste ontwikkelingen in de moderne kunst en is een echt landelijke kunstgebeurtenis. Ga maar na.
Art Rotterdam als internationaal bekende kunstbeurs, de Raw Art Fair als meer nationaal. Daarnaast nog kleinere beurzen. Openingen van exposities in Museum Booymans van Beuningen, de Kunsthal en het Nederlands Fotomuseum. Designbeurs OBJECT, videopresentaties op diverse locaties, technische kunst bij TEC Art, enz. Heel erg veel dus.


Dat op zich hoeft natuurlijk nog niet positief te zijn. Want in al die moderne kunstontwikkelingen zit vaak een hoog gehalte aan gebakken lucht. De toekomst zal moeten uitmaken wat beklijft en wat volledig wegzakt in verdiende vergetelheid. Maar ik vind, als professioneel kunstenaar, dat je wel op de hoogte moet blijven van wat er zoal speelt. Natuurlijk heb ik niet alles kunnen bekijken. Veel te veel! Maar een paar bezoeken geven vaak al snel een aardig beeld. Of vibraties, om maar eens te spreken met de woorden van kunstenaar Terpentijn, één van die onsterfelijke creaties van Marten Toonder in zijn strips van Tom Poes en heer Bommel. Fans hebben nu ongetwijfeld het beeld van Terpentijn met onafscheidelijke baret en pijp direct al op hun netvlies staan. Een prachtig kunstenaarskarakter, heel gevoelig voor kunstvibraties, zowel goede als slechte. Wat Terpentijn ervaren zou hebben weet ik niet, maar ik ervoer daar in Rotterdam toch meer slechte dan goeie vibraties.



Staat daar in een Engelse galerie een plastic emmer op de grond eenzaam te zijn. Slechts € 3.000. Daarvoor is ie, oorspronkelijke zwart, nog wel prachtig geel gespoten. Conceptuele kunst dus. Maar probeerde Marcel Duchamp in 1917 niet al een door hem gesigneerd urinoir als kunstvoorwerp op een New Yorkse beurs geplaatst te krijgen?  Nu een in de kunstgeschiedenis wereldberoemde act. Moet ik dan bij zo'n emmer, bijna 100 jaar later, denken aan moderne kunstontwikkelingen? Ik vraag me echt af of zo'n galeriehouder nou hikkend van de lach bezig is een goed plekje voor die emmer op de grond te vinden of er echt bloedserieus mee bezig is hoe die emmer het beste is uit te lichten.
 
vazen van Hella Jongerius
Natuurlijk was er ook echt vakkundig gemaakte kunst. Maar vaak zo kil en afstandelijk. Kunst zonder ziel, zonder emotie. En die emotie  is voor mij persoonlijk toch wel heel belangrijk. Verder extreem gephotoshopte foto's, met een eigen wereld erin, vaktechnisch goed. Maar voor prijzen die echt over de top zijn. Hoe lang zal die hype nog stand houden? Een paar honderd gelijkvormige vazen van de internationaal bekende Nederlandse  ontwerpster Hella Jongerius. Voor slechts € 999 per stuk. Maar dan wel met BTW inbegrepen natuurlijk. Knip- en plakwerk waarmee ik vroeger mijn leerlingen probeerde esthetiek bij te brengen. Modern? Soms ook schilderijen waarvan ik me afvroeg of die nu bewust onbeholpen waren gemaakt of dat het echt onbeholpen was.


Ik heb maar wat foto's door dit stukje heen gestrooid die mijn "Terpentijnse vibraties" moeten illustreren. Overigens gaat dit natuurlijk over het gevoel dat ik had. Ongetwijfeld liepen er velen rond die het anders hebben gezien en ervaren. Maar toch moest ik iets te veel denken aan het sprookje van Andersen over de Kleren van de Keizer. Tot volgende week.
TOOS

dinsdag 4 februari 2014

Vlees, gotiek en moderne kunst in een Middelburgse mix

Venetië, Biënnale 2013
De Vleeshal, Middelburg
 Een bruggetje maken. Zo heet dat toch tegenwoordig als je in een TV-programma twee verschillende onderwerpen op een logisch lijkende manier aan elkaar wilt praten? Zo is er een mooi bruggetje tussen deze blogaflevering en die van vorige week. Maar dan wel met twee foto's. Die van hierboven, vorig jaar gemaakt bij de Kunst Biënnale  in Venetië, de stad waarover die vorige aflevering ging. En die hier links. Een paar dagen geleden gemaakt in museum De Vleeshal in Middelburg.

Twee bruggetjes dus eigenlijk met twee verschillende beelden die duidelijk van één kunstenaar zijn. Hoe zit dat? Vorig jaar mocht kunstenaar Mark Manders, met Vleeshaldirecteur Lorenzo Benedetti als curator, het Nederlandse paviljoen op het Venetiaanse Biënnaleterrein inrichten. Die expositie werd toen gezien als één van de beste landententoonstellingen. Een opinie waarmee ik het helemaal eens kon zijn. Het MoMA, 't Museum for Modern Art in New York, kocht zelfs het grote beeld op de 1ste foto aan. Samen trouwens met nog een andere installatie die hieronder staat. Maar gelukkig is een sculptuur in dezelfde sfeer nu ook te bewonderen in De Vleeshal. En durf aan de hand van de foto daarvan maar eens te beweren dat moderne kunst niet goed combineert met de middeleeuwse beelden in die gotische ruimte!
 
Biënnale Venetië
De Vleeshal
Want de Vleeshal (http://vleeshal.nl/nl/), tot 1900 als zodanig ook in gebruik, stamt inderdaad uit de middeleeuwen. Ten minste, een deel ervan nog.  In mei 1940 namelijk werd de hal samen met het prachtige 15de eeuwse stadhuis voor een groot deel door het Duitse leger in puin geschoten. Na de oorlog werd het complex weer opgebouwd. Met, jammer genoeg, binnen de fraai gerestaureerde gevels en buitenmuren slechts hier en daar nog dat wat restte van de oorspronkelijke pracht . Het oude stadhuis is nu onderdeel van de Roosevelt Academy, De Vleeshal is al weer vele jaren een kleine, maar internationaal gerenommeerde tentoonstellingsruimte. Heel wat buitenlandse, later bekend geworden kunstenaars hebben daar in het begin van hun carrière geëxposeerd. Met vaak tentoonstellingen geïnspireerd door die gotische ruimte. Zoals nu dus Mark Manders met "Acolyte Frena".


Zonder daar een ingewikkeld kunstverhaal van te maken komt 't er op neer dat hij bij exposities al jaren werkt aan zijn "zelfportret als gebouw". Daarin bevinden zich beelden en elementen die niet zijn zoals je denkt dat ze zijn. Brons is beschilderd als hout, natte klei is in werkelijkheid epoxyhars,  gedroogde klei is geen klei, kranten bevatten alleen maar onmogelijke woorden en zinnen. De zogenaamde rotzooi in wat lijkt een werkruimte/atelier te zijn, is helemaal geënsceneerd. Ga maar eens heel goed kijken en ontdekken. De toegang is zelfs ook nog helemaal gratis voor niks. Tot 23 maart.

Doe je dat op bijvoorbeeld zondag 2 maart, dan zijn er in Middelburg nog een kleine 40 andere kunstadressen ook vrij toegankelijk. Met daaronder mijn atelier. Want de Middelburgse Kunst en Cultuurroute is in februari opnieuw van start gegaan. Voor het 15de jaar alweer. Elke 1ste zondag van de maand van 13-17 uur. Dus ook die 2de maart. Kijk maar eens op de geheel vernieuwde website http://www.kunstroutemiddelburg.nl/

Tot volgende week.
TOOS