dinsdag 31 december 2019

Op naar een menselijk 2020



Hierbij mijn Nieuwjaarswens voor 2020, ontstaan uit de hybride samenwerking tussen het aanrakingsscherm van mijn iPad en de software van de pc.
Ik wens je een 2020 toe waarin een ieder een open blik naar buiten houdt bij een gevoel van gezamenlijkheid. Een jaar ook waarin de ander zich welkom kan voelen. En natuurlijk een jaar van kleur en creativiteit. Met andere woorden, een mooi en menselijk 2020.
TOOS

dinsdag 24 december 2019

Kunstschaamte


 In 1917 leverde kunstenaar Marcel Duchamp in New York een door hem met R.Butt gesigneerd urinoir aan voor de expositie van de Society of Independent Artists. Het werd geweigerd maar is daarna wel een icoon en ijkpunt in de kunstgeschiedenis geworden.
In december 2019 plakt de Italiaanse kunstenaar Maurizio Cattelan een banaan met plakband op de muur van een stand op de kunstbeurs Art Basel Miami. De belangrijkste Amerikaanse beurs voor moderne kunst. Kosten van banaan + plakband: 120.000 dollar. Een koopje dus. Zeker voor iemand met een paar losse dollarcenten op zak.
Zijn we nu echt aan het doldraaien in onze wereld? Of ben ik alleen maar een idioot die dit een krankjorum kapitalistisch verschijnsel  vindt in een wereld waarin 1% superrijken meer dan de helft van alle rijkdom op aarde bezit?


Dat urinoir van Duchamp was destijds een poging  om het begrip kunst eens lekker op te rekken. Nou, dat is 'm aardig gelukt. Maar moet je daarmee die, sorry voor het woordgebruik, pisbak nu ook als kunst bestempelen? Levensgezel poneert in zo'n discussie dan altijd dat iets nog geen kunst hoeft te zijn om toch een rol in de kunstgeschiedenis te spelen.

Nu die banaan. Met enige ironie kun je best wel stellen dat er in meer dan een eeuw beslist  vooruitgang is geboekt in de moderne kunst wereld. Duchamp's pissige kunstwerk met de naam 'Fountain' werd geweigerd, Cattelan's fruitige wrochtsel genaamd 'Comedian' werd een hype. En werd daarnaast ook nog driemaal verkocht. De 'kunstminnaars' kregen er zelfs nog een certificaat van echtheid gratis bij.
drukte rond de banaan

Is het raar dat mijn brein bij dit alles ongecontroleerd gaat stuiteren? Of moet ik gewoonweg vaststellen dat ik hier geestelijk nog niet aan toe ben. Als ik een voorzichtige begripspoging waag, kom ik al snel uit bij dat veelzeggende sprookje 'De nieuwe kleren van de keizer' van Andersen uit 1837. Het verhaal waarin de keizer door manipulatie van een paar charlatans naakt door de straten loopt terwijl hij denkt heel speciale kleren aan te hebben. Iedereen prijst de keizer voor zijn prachtige kledij tot een jongetje in het publiek uitroept dat de keizer in zijn nakie rondloopt. Voor mij slaat Andersen hier die banaan op z'n kop en tot pulp.
 
nog wat meer kunst die op de Art Basel Miami te koop was.
Zit er iets voor je bij?





In de publiciteit was dat gele ding van Cattelan echter niet weg te slaan. Maar vrijwel nergens in de serieuze kunstpers ontdekte ik een poging om die banaan tot de gebakken lucht te bestempelen die Andersen in zijn sprookje zo mooi typeert. Moeten we dit nou echt als moderne kunst aanvaarden? In bepaalde kunstkringen blijkbaar wel. Er waren zelfs al musea geïnteresseerd in een mogelijke uitleen van die banaan door de nieuwe eigenaren. Dat kan best nog leuk worden. Om de paar dagen een nieuwe banaan opplakken omdat het exemplaar aan de muur natuurlijk hangt weg te rotten. Met om de paar weken ook nog een nieuw stuk van dat grijze duct-tape want het oude raakt natuurlijk steeds meer beduimeld bij de herhaalde plakacties. En stel je eens voor dat die kunstzinnige banaan van $120.000 's avonds plots naar beneden kukelt door verminderde plakkracht. En dat de nachtelijke schoonmaker op de grond liggende bananen als  secondaire arbeidsvoorwaarden ziet bij een ongetwijfeld karige loon. Daar gaat ie, zo'n $ 25.000 dollar per hap. Maar ach, dat wordt dan waarschijnlijk alleen maar gezien als toegevoegde waarde aan een idee dat in oplage wordt verkocht. Een nieuwe is zo opgeplakt.

Let wel, ik heb er helemaal niks op tegen dat een kunstenaar als Cattelan dit soort streken uithaalt. Dat heeft hij al wel meer gedaan met een beeld van een knielende en biddende Hitler en een massief gouden wc-pot die, je houdt 't niet voor mogelijk, door het Guggenheim Museum is aangekocht. 
het Hitler-beeld van Cattelan
Cattelan bij zijn gouden wc-pot
Maar al die kleren-van-de-keizer-kunstkringen die er ja en amen bij knikken en er instinken! Dat is waar ik me elke keer weer kinderlijk over verbaas. Zeker als je ziet wat dat gedoe kost.

Zoiets wordt toch alleen gekocht door hen voor wie geld een volstrekt abstract begrip is geworden? Voor hen die zich graag hullen in die dure, nieuwe kleren van de keizer? Of ben ik nu gewoon alleen maar dom? Moeten we eigenlijk aan al die nieuwe woorden als vliegschaamte, cruiseschaamte en pakjesbezorgschaamte niet ook eens kunstschaamte toevoegen?

Trouwens, nog even over dat urinoir van Duchamp. Een onderzoek onthulde vorig jaar dat het idee van die 'Fountain' zeer waarschijnlijk helemaal niet van hem is maar van een vrouw. Elsa von Freytag-Loringhoven, New Yorks eerste performancekunstenaar en groot inspirator van Duchamp. Maar ja, vrouwen in de kunst, hè. Tot volgende week.
TOOS

dinsdag 17 december 2019

"Schrijf op, Verwey voelt zich een miskend genie" en Rob Ruggenberg deed aldus

foto van Kees Verwey in zijn atelier in Haarlem
als jonkie in Dordrecht

Bij Dordrecht komen al eeuwen drie rivieren samen. Dat verklaart gelijk de ligging van deze ooit grootste stad van Holland. Maar ook voor mij knopen er zich in Dordrecht telkens opnieuw levenslijnen samen.
 Dat begon al toen ik er op 19-jarige leeftijd neerstreek. Met mijn op de academie in Tilburg behaalde MO-A  diploma deed ik er mijn eerste, niet licht te vergeten onderwijservaringen op. Maar ook, zoals dat gaat, nieuwe vrienden en een Dordtse stamkroeg. Nog zo'n echte bruine. Daar probeerde ik eens mijn oudste zus te koppelen aan de van oorsprong Franse Jean Boulanger. Hij leek me wel wat voor haar. Maar ik had me deerlijk vergist. Zij zag alleen maar de stralend blauwe ogen van Rob Ruggenberg. Destijds journalist en mijn beste vriend daar.
 
die stamkroeg destijds en een tekening die ik er toen van maakte 
De rest is historie. Rob bleef boezemvriend, werd zwager en katapulteerde zich in 2006 de kinderboekenwereld in met zijn eerste boek 'Het verraad van Waterdunen'. Nog zes andere historische jeugdromans en vele prijzen volgden. Zoals de door velen begeerde Thea Beckmanprijs en die van de Jonge Jury. Maar heel recent overleed Rob plotseling. Een heftige schok die ik nog steeds aan het verwerken ben. In dat proces paste mooi een bedevaart naar Dordrecht. Naar een expositie over schilder Kees Verwey in het Dordrechts Museum (zie de foto's tussendoor). De link?
 
Rob Ruggenberg in Groenland voor onderzoek voor zijn boek 'IJsbarbaar'
Hiervoor eerst een citaat uit de doorslag van een bijna 35 jaar oude brief van Rob aan de destijds beroemde, wat norse en ook provocerend ingestelde maestro Verwey (1900-1995). Zo'n met carbonpapier gemaakte pre-digitale doorslag, getikt op zijn journalisten-typemachine.
" Ik neem de vrijheid ook nog terug te komen op mijn telefonische vraag, vorige vrijdag. Ik zou echt heel graag een aquarel willen kopen, met name een die ik in de Vishal zag hangen en die mij in het hart trof. Daar U mij te verstaan heeft gegeven dat die mogelijkheid afhangt van de wijze waarop ik over U heb geschreven, buig ik thans het hoofd en wacht ootmoedig Uw oordeel af, Met gevoelens van hoogachting en bewondering, Uw dienstwillige dienaar, Rob Ruggenberg."
 
een aquarel van Verwey op de expositie in het Dordrechts Museum
Waar kom je dat soort brieven tegenwoordig nog tegen. Maar 't was wel de manier waarop je de toen 85 jaar oude Kees Verwey geacht werd te benaderen. Reactie en aquarel zijn er nooit gekomen. Niet ootmoedig genoeg geschreven? Wel jammer, geen 'Verwey' dus in de familie. Maar wel verscheen in diverse regionale dagbladen het grote interview van Rob met Verwey waarnaar het citaat indirect verwijst. Met als kop "Schrijf op, Verwey voelt zich een miskend genie".
Een aantal jaren geleden gaf Rob me een dikke ordner over Verwey.  Zo van 'lijkt me wel interessant voor jou'. Met daarin allerlei knipsels en kopieën  die hij had verzameld als voorbereiding op dat interview. Nu kwam dat mooi van pas voor mijn Dordtse bedevaart.
 
een stilleven met bloemen van Verwey
Verwey leek langzaam aan op weg naar de kunstvergetelheidshoek. Daar waar zich al heel veel kunstenaars hebben verzameld. Toen echter was hij nog steeds een NAAM. Met een rijk tentoonstellingsverleden. Het Stedelijk Museum in Amsterdam, Boymans in Rotterdam, Frans Hals Museum in Haarlem en het Van Abbe in Eindhoven. En dat ondanks het Cobrageweld dat hem vanaf de jaren 50 kwelde. Want eigenlijk vond de moderne kunstwereld toen al dat zijn stijl 'niet meer kon'. Stel je voor! Figuratief met, oké, af en toe wat abstractie, en dan ook nog een mix van impressionisme en expressionisme? Dat deed je voor je goeie kunstfatsoen niet meer. En toch bleef hij zijn unieke zelf. 'Een kunstenaar wiens toekomst ligt in zijn schitterend verleden' zoals hij zichzelf ooit eens typeerde.


In Dordrecht zag ik een mooie doorsnee van zijn werk. Met zijn befaamde aquarellen maar ook met die beroemde stillevens van zijn atelier. Het beroemde atelier waar in geen tientallen jaren was schoongemaakt en waarvan hij steeds opnieuw een aanzicht schilderde. Voortdurend onderzoekend hoe hij 't met compositie, stijl, licht en kleur anders kon doen.
een kijkje in het atelier van Verwey met daarin de op zijn
schilderijen steeds terugkerende gipsen Egyptische kop



Dat hij ook nog wat abstracte schilderijen maakte voor de overzichtsexpositie in Haarlem bij zijn 85e verjaardag? Even een heerlijk citaat uit het interview van Rob met hem bij die gelegenheid. "Abstract? Dát willen ze, anders tel je niet mee. Je moet eigentijds zijn. Dus heb ik speciaal voor deze tentoonstelling eens een paar abstracten gemaakt. Het is heel gemakkelijk. Grote penselen, dus gauw klaar. Een liniaal is het belangrijkste. Je begint met een stel lijnen te trekken en dan komt de rest ook wel. Bovendien hoef je het niet helemaal af te maken. Dat ziet toch geen mens." De provocateur Verwey ten top!

Het is bewonderenswaardig dat het Dordrechts Museum na zoveel jaren opnieuw een terechte ode brengt aan deze schilder en waarnemer pur sang (tot 5 januari). Voor mij is dit stukje trouwens ook een soort ode, een eerbetoon aan mijn grote vriend Rob. Zijn apotheose komt echter nog. Als in april volgend jaar zijn laatste historische jeugdroman verschijnt. Postuum dus. Ingeleverd bij uitgever Querido een paar dagen voor hij stierf.
Oh ja, en die Dordtse stamkroeg bestaat nog steeds, maar nu als restaurant.Tot volgende week.
TOOS

dinsdag 10 december 2019

Ooit was Rembrandt jong



Zou Rembrandt ooit kindertekeningen hebben gemaakt? Je weet wel, van die A4'tjes die trotse ouders en grootouders met een punaise ergens op prikken. Met van die abstracte strepen erop of van die zogenaamde kop-potelingen waarin het middenlichaam ontbreekt. En die dan jarenlang blijven hangen als de eerste uitingen van een artistiek talent in ontwikkeling.
Om op die beginvraag terug te komen,dat kan bijna niet anders. Maar hoe? Van A4'tjes had toen nog nooit iemand gehoord. Even achteloos een dik pak wit of gekleurd papier kopen in de winkel? In de 17e eeuw? Vast niet. Laat staan een set viltstiften in allerlei kleuren of die Caran d'Ache doos met een gigantische hoeveelheid kleurpotloden.
het vernieuwde museum De Lakenhal met een stoere Rembrandt ervoor
Toch moet Rembrandt als kind op de een of andere manier zijn tekentalent hebben kunnen uiten. Van mezelf weet ik nog dat ik als kind heel veel zat te tekenen. Lekker afgezonderd in mijn eigen hoekje op zolder. Helemaal in mijn eigen wereldje. Net zoals dat ik er in de tekenles behoorlijk bovenuit stak op de Middelbare Meisjesschool. Die onvolprezen MMS, de vrouwelijke pendant van de ook al heel lang verdwenen HBS. En dat ik van de tekenleraar toch nooit een hoger cijfer kreeg dan een 7 of 8. Gewoon omdat die docent vond dat het altijd beter kon. Iets waarin hij natuurlijk helemaal gelijk had. Hoe dat toen met de in 1606 geboren Leidse Rembrandt Harmenszoon van Rijn zat? Dat zal wel voor altijd in het geschiedenisduister verborgen blijven.

Maar op de expositie 'Jonge Rembrandt-Rising Star' in het prachtig verbouwde museum De Lakenhal in Leiden hangen gelukkig toch een paar werken uit zijn jonge jaren. Zoals 'De brillenverkoper', een schilderij dat hij maakte zo rond zijn 18e. Of die tekening van zijn vader, gedateerd ergens tussen 1625 en 1630.




En ook onderstaande twee olieverven van ergens rond zijn 20ste.
 
De doop van de kamerling, 1626
Historiestuk, 1626
Goeie schilderijen natuurlijk, zonder meer. Maar toch beslist nog niet de Rembrandt zoals we hem van later kennen. Ach, mag 't? Zo rond die leeftijd? Als je nog je weg en je stijl aan het vinden bent. En als je opbokst tegen je vriend Jan Lievens (1607-1674) met wie Rembrandt een atelier deelde.
Maar dan een paar jaar later!
Simeon in de tempel, 1631
 
De ontvoering van Proserpina, 1630-31
Daar is ie al, 'onze' Rembrandt. De kunstenaar die de wereld nog steeds verbaasd doet staan met zijn destijds zo innovatieve wereld. Het licht-donker met daarin prachtig geheimzinnige lichtaccenten die spaarzaam opflitsen. Die lossere manier van schilderen die toen helemaal 'in' werd, maar in zijn laatste levensfase weer 'uit' raakte. Ach, trends en mode in de kunst zijn van alle tijden, daar is nog steeds helemaal niks in veranderd.

Die ontwikkeling in Rembrandts stijl in zijn jonge jaren, dat is wat deze tentoonstelling zo interessant en aantrekkelijk maakt. Knap dat ze dit beeld kunnen schetsen in de na een grondige verbouwing zo mooi afgestofte Lakenhal. Dankzij heel veel uitlenen, dat wel. Want zelf bezitten ze daar niet veel van één van hun beroemdste inwoners. Zelfs zijn geboortehuis is in de 20e eeuw afgebroken.
 
Oosterse vorst, 1632
er hangen ook prachtige tekeningen
Nog een van die interessante facetten van de expositie vond ik een paar grote prenten van Rembrandt. Prenten gemaakt met een schilderij als basis. En in samenwerking met de Leidse prentmaker Jan Gillisz. van Vliet. 

Met natuurlijk de prent in spiegelbeeld ten opzichte van het schilderij. Dan moet je van te voren heel goed nadenken over de compositie. Vertel me wat, ik heb ten slotte een flink aantal steendrukken gemaakt in de loop van de tijd.

Tot begin februari kun je er nog heen. Wat mij betreft, doen!! Tot volgende week.
TOOS

dinsdag 3 december 2019

Rembrandt 350 Jaar bijna verleden tijd

zo rustig zie je het Rijksmuseum niet vaak

Nog even en Rembrandt is al weer 351 jaar geleden overleden. Dus komend jaar is 't uit met de pret van al die speciale Rembrandt exposities van dit jaar. Maar als je snel bent, kun je er nog twee prachtige bezoeken. Tussen alle schildersdrukte door voor de volgende editie van mijn 'The 70-Series and More' half januari in Eersel wilde ik daarvoor absoluut tijd vrij maken.
Dus liep ik op een heel speciale donderdagavond rond in het Rijksmuseum bij 'Rembrandt-Velázquez' (nog tot 19 januari) en een paar dagen later bij 'Jonge Rembrandt-Rising Star' in Leiden (tot 9 februari). Alle twee om verschillende redenen meer dan de moeite waard.


Die donderdagavond was sowieso al bijzonder. Want heb ik op de foto hierboven het Rijksmuseum zomaar helemaal voor mijzelf? Nou, bijna! Levensgezel maakte deze foto terwijl we op dat moment echt de enigen waren in de beginzaal van 'Rembrandt-Velázquez'. Een kwestie van 'slim' rondlopen.
Het was een avond voor houders van de Rembrandtpas. Een soort Museumkaart, maar dan van de Vereniging Rembrandt. Met vergeleken bij de Museumkaart allerlei voordelen als vrij toegankelijke lezingen over kunst en cultuur, speciale toegangsdagen bij speciale exposities, een eigen magazine en nog zowat meer. Nu opende die donderdagavond het Rijksmuseum speciaal de deuren enkel en alleen voor Rembrandtpas-bezitters en kon je tot twee keer toe een boeiend verhaal aanhoren van de samensteller van 'Rembrandt-Velázquez'. Best aanleiding voor nog weer eens een ander verhaal, die Rembrandtpas. Nu terug naar die eerste zaal.
 
de beginzaal van 'Rembrandt-Velázquez'
Met 'De Vaandeldrager' waarin Rembrandt zelf in een lekker protserig pak stoer staat te wezen. Ik voelde me, heel eventjes maar trouwens, één van de Rothschilds. Want die niet echt onbemiddelde familie heeft daar al heel lang van kunnen genieten. Maar ze willen 't nu wel kwijt voor een leuk prijsje. Van de Franse regering echter mag 't de komende twee jaar het land nog niet uit. Cultureel erfgoed of zoiets. Behalve zoals nu voor zo'n speciale uitleen. Als in die tijd iemand daar minimaal 165 miljoen ophoest, blijft 't er. Lukt dat niet, dan, zo gaat het gerucht, wil het Rijksmuseum wel een poging wagen. Net zoals enkele jaren geleden bij Marten en Oopjen. Toen ook in het bezit van de Rothschilds. En nu als gemeenschappelijk bezit van het Rijksmuseum en het Louvre hangend naast een paar even grote  portretschilderijen van Velázquez.
 
alweer alle ruimte
Van Velázquez zag ik een aantal jaren geleden enkele van zijn beroemdste schilderijen hangen in het Prado in Madrid. Indrukwekkend! Maar nu met die twee portretten naast Rembrandt's Marten en Oopjen? In voetbaltermen, Ajax won overtuigend van Real Madrid. Ik zag het in vooral zwart geklede echtpaar nu voor de derde keer en ze worden steeds indrukwekkender. Zoals Rembrandt allerlei nuances zwart ongelooflijk levendig in de jurk van Oopjen heeft verwerkt is technisch echt ongelooflijk. Minimaal vijftig tinten zwart! Het zwart van Velázquez lijkt daarbij vergeleken zelfs saai en vlak. En dat zegt iets!
Zo worden Velázquez en Rembrandt meer met elkaar geconfronteerd.
 
en nog eens bij 'De Staalmeesters' van Rembrandt
en 'De smidse van Vulcanus' van Velázquez 
zelfportretten van Velázquez en Rembrandt
Velázquez 'Vrouwelijke figuur', Rembrandt 'Lezende oude vrouw'
zelfportret Rembrandt als apostel Paulus en 'Hofnar met
boeken' van Velázquez
Als je dat als een soort wedstrijd zou willen zien, vind ik dat over het geheel genomen Rembrandt wint. Hij schildert levendiger, menselijker, vriendelijker. Maar ja, ben ik wel objectief? De schilderkunst uit onze Gouden Eeuw (oeps, politiek correct niet meer helemaal de juiste term, geloof ik) heeft een heel andere basis dan de Spaanse kunst destijds. Even heel wit-zwart: protestantisme tegen katholicisme, burgerij tegen adel, grotere geestelijke vrijheid tegen strenge dogma's. En dat heeft invloed. Ik vond dit heel mooi geïllustreerd in onderstaande foto.

Eén van mijn lievelings-Rembrandts, Het Joodse Bruidje, naast 'Christus omhelst de heilige Bernardus' van Francisco Ribalta, een andere Spaanse grootmeester. Alle twee prachtige werken. Maar geef mij dan in plaats van de overgrote katholieke devotie en overgave toch maar die lieflijke tederheid in gebaar en blik.

En die Jonge Rembrandt in De Lakenhal in Leiden? Die komt er nog aan. Tot volgende week.
TOOS

dinsdag 26 november 2019

'Kamers van nu' in een pakhuis van toen

pakhuis Holstein, Korendijk 56, Middelburg

Voor alles in het leven is er een eerste keer. Dus ook voor zoiets als een kunstige kruisbestuiving tussen de 20-jarige Kunst en Cultuurroute Middelburg en De Vleeshal. Het sinds de 70-er jaren bestaande Middelburgse en tot over verre grenzen bekende  centrum voor hedendaagse internationale kunst. En die eerste keer gaat dan ook nog eens gebeuren in mijn eeuwenoude pakhuis Holstein. Er wordt daar op 1 december Zeeuwse kunsthistorie geschreven. Aangenomen dan dat, zoals ik denk, dit ook echt de eerste keer is. Intrigerend daarbij is dat ik op dit moment zelf nog niet eens goed weet wat me allemaal staat te wachten. Hoe dat alles in elkaar steekt? Lees maar.

Vorig jaar is de Vleeshal gestart met het project 'Rooms of Now'. Daarbij wordt een kunstenaar door Roos Gortzak, directeur van De Vleeshal, gevraagd kunstzinnige ingrepen te doen in een Middelburgs huis. Dat pand wordt daarna een aantal dagen opengesteld voor het publiek. Maar dan moeten er daarvoor natuurlijk wel huizen beschikbaar zijn. Dus dacht ik 'waarom niet bij mij?'. Het gevolg?
 
een team van De Vleeshal op bezoek ter oriëntatie
In het woongedeelte van mijn pakhuis uit 1738 vindt komende zondag 1 december om 15 uur de officiële opening plaats van 'Rooms of Now #4'. In aanwezigheid van natuurlijk de ingrijpende kunstenaar, van Roos Gortzak en van iedereen die denkt 'daar wil ik bij zijn en dat pakhuis wil ik wel eens zien'.
Beneden ben ik dan in mijn atelier al vanaf 13 uur bezig met de 11e en laatste editie van 2019 van onze onvolprezen kunstroute. Twee exposities dus in één pand. Het lijkt bijna de Kunsthal in Rotterdam wel, dat pakhuis Holstein! Wat er beneden is te beleven, heb ik natuurlijk zelf in de hand. Maar boven? Dat wordt in ieder geval een twee jaar geleden gecreëerde video-installatie van kunstenaar Inge Meijer (zie foto).
 
de video-installatie van Inge Meijer twee jaar geleden in een speciale ruimte
Waar die precies komt te staan, hoe groot 't wordt, hoe mijn woonplezier wordt beïnvloed en wat er bij te ervaren valt? Ik heb nog geen flauwe notie, ik laat me deze week maar gewoon verrassen door het Vleeshalteam. Wel weet ik al dat er twee reprises gaan plaatsvinden. Namelijk op zondag 5 januari en zondag 2 februari. Die verplichting heb ik graag op me genomen voor dit experiment, voor deze kruisbestuiving tussen De Vleeshal en de Kunstroute.
 
hoe 't er recent bij mij uitzag
En wat ik ook al weet, is dat ik beneden naast mijn eigen kunst ook mijn nieuwe boek 'TOOS VAN HOLSTEIN II, for me art is travelling the mind' presenteer. Voor €35 heb je dan bijna anderhalve kilo boek met meer dan 200 pagina's. Met heel veel foto's van mijn kunstwerken vergezeld van bijbehorende overpeinzingen en verhalen, met artikelen van kunstcritici en kunstverzamelaars en met, als toegevoegde waarde, een opdracht plus origineel tekeningetje. Als ik daar ten minste de tijd voor krijg.

Welkom dus op de Korendijk 56 vanaf 13 uur voor de Kunst en Cultuurroute in mijn atelier en om 15 uur bij de officiële opening van 'Roomsof Now #4' in mijn woonhuis. Over dat laatste valt nog meer lezen op https://vleeshal.nl/nl/publieksprogramma/rooms-of-now-4. Tot zondag en anders tot volgende week.
TOOS

dinsdag 19 november 2019

Het al eeuwenoude glazen plafond voor de vrouw in de kunst

cover van het nieuwe nummer
'Holland Côte d'Azur Magazine'

 De Nederlandse Club aan de Côte d'Azur floreert al jaren. Niet zo raar want er wonen daar duizenden Nederlanders. Óf omdat ze er hun Fransgetinte euro's verdienen óf vanwege het azuurblauwe invullen van hun pensionadostatus. Zelf werd ik ergens in de jaren 90 lid van de club. Ik verkeerde toen ten slotte toch al regelmatig in die regio, zeker nadat ik er zelfs een atelier kon verwerven.

Zo'n vijftien jaar geleden werd ik door de redactie van het verenigingsblad 'Holland Côte d'Azur Magazine' gevraagd of ik in dat zeer verzorgde kwartaaltijdschrift de kunstpagina's wilde vullen. Nou, eens in de drie maanden drie pagina's met tekst en plaatjes, dat moest kunnen. Zeven achtereenvolgende jaren heb ik toen met veel plezier mijn zogenaamde 'Kunststukjes' gemaakt. Zowel gericht op de kunst aan de Côte als op algemenere items . Hoewel dus al weer wat jaartjes geleden valt dat alles nog steeds terug te lezen op mijn website www.toosvanholstein.nl.  Onder de knop 'Publicaties' en dan 'Kunststukjes'.
 
pagina met 'Kunststukjes' op www.toosvanholstein.nl 
Recht vanuit mijn kunsthart schreef ik daarbij ook over vrouwen in de kunst. Want ik was er, pas na mijn academietijd, achter gekomen dat die vrouw in de kunst in voorgaande eeuwen behoorlijk in het verdomhoekje had gezeten. En dat er in de 20e eeuw naast dat beruchte glazen plafond voor de vrouw ook nog steeds een heel laaghangend kunstplafond voor ons bestond. Niks geen probleem om daar zonder te springen je kop tegen te stoten. Iets dat trouwens nog steeds geldt.
Want ga maar na. Een van de belangrijkste dikke academiepillen die we als student moesten doorploeteren was het standaardwerk 'Wereldgeschiedenis van de kunst' van de Amerikaan Janson. Geen vrouwelijke kunstenaar in te bekennen! Geen enkele! Echt, Toos? Echt, geen enkele. Pas in de 5e en herziene druk van 1995 mochten ze er, bij de gratie van de mannelijke kunstgoden, mondjesmaat in. In nog zo'n modern standaardwerk, 'Eeuwige Schoonheid' van Gombrich, waren vrouwelijke kunstenaars ook de bekende naald in de hooiberg. Hoezo modern standaardwerk!

Ik vond 't dus heel logisch om als hedendaagse vrouwelijke kunstenaar over dat soort zaken te schrijven in die 'Kunststukjes'. Met o.a. als inspirerend voorbeeld de Guerrilla Girls. Een in 1985 opgerichte groep van Amerikaanse vrouwelijke kunstenaars. Van hen is onderstaande, onsterfelijke affiche.


Sinds die tijd is er best wel wat gebeurd. Maar of we er al zijn? Ter illustratie het volgende verhaaltje. Kunstgeschiedenisdocente Karin Haanappel groeit in Nederland steeds meer uit tot DE vrouw bij wie je moet zijn voor de geschiedenis van de vrouw in de kunst. Onlangs gaf ze een lezing voor zo'n 120 kunstvakgenoten. Professoren, kunsthistorici en kunstgeschiedenis studenten. Niet het minst kunstige gezelschap dus. Maar drie aanwezigen bleken bekend met Sofonisba Anguissola, een beroemd vrouwelijk kunstenaar uit de 16e en begin 17e eeuw. Iets minder dan 30 kenden Berthe Morisot, schoonzuster van de wereldberoemde 19e eeuwse impressionist Manet. Maar mee daardoor ondergesneeuwd geraakt terwijl ze zelf een oeuvre bij elkaar schilderde dat kwalitatief niet voor dat van haar echtgenoot onderdoet. En op de vraag van Karin wie Natalja Gontsjarova kende, bleven alle vingertjes omlaag. Nota bene een beroemde Russische avant-gardist uit begin 20e eeuw en later lid van de in de kunstgeschiedenis overbekende Blaue Reiter groep.
 
zelfportret van Sofonisba Anguissola
Berthe Morisot, Le berceau
Natalja Gontsjarova

Valt er dus nog wat te winnen voor de vrouw in de kunst? Absoluut. Volop reden om daaraan hier zo af een stukje te wijden. Net zoals destijds in dat Magazine.
Oh ja, is 't de oplettende lezer misschien opgevallen dat ik het woord kunstenares helemaal niet gebruik? Vrouwelijke kunstenaar vind ik een veel betere benaming, zelfs eigenlijk nog het liefst zonder dat vrouwelijke. Hebben we 't ooit over een timmervrouw, een bakster, een ministeres, een Commissaresse van de Koning of een monteuse? Nou dan! Tot volgende week.
TOOS