dinsdag 24 april 2012

Hoe Monumentendag naar Keulen leidt

 Ergens tussen Keulen en Bonn hangt een schilderij van mij. De logica van de kunst leidde er daardoor toe dat ik afgelopen weekeinde o.a. een regenachtig Keulen bezocht, waar je vanuit de gotieksfeer in de Dom met een paar passen belandt in de moderne kunstsfeer van het Museum Ludwig. Middeleeuwse cultuur direct naast Amerikaanse Pop Art. Eerst staand voor de Kölner Dom en twee minuten later bij een modern beeld (zie foto’s).

Maar wat heeft dat allemaal te maken met de Monumentendag in Middelburg? Tja, de kunst plaveit voor mij vaak onvoorspelbare kronkelwegen. Mee daardoor is mijn vak zo interessant.
 Ik doe al een aantal jaren mee met die landelijke Monumentendag, altijd op de tweede zaterdag van september. Mijn pakhuis is ten slotte niet voor niets een rijksmonument uit 1738. Is normaal alleen mijn atelier open voor bezoek, dan is het hele pand te bezichtigen. Enkele jaren geleden kwamen op die manier Doris en Christian Hinz binnen. Daarna kwamen ze nog eens tijdens de kunstroute, en nog eens, en nog eens. En vorig jaar kochten ze een schilderij.

Later bleek dat zij ook zo hun kunstcontacten hadden in Keulen. Vandaar dat ik op een bepaald moment het verzoek kreeg of ik mee wilde doen met een kunstmanifestatie “Zwiegespräche”. Die vond plaats op basis van zogenaamde kunstdialogen die organisator Joachim Hoffman in de loop der jaren met andere kunstenaars had gehouden.

Ze stuurden elkaar zelfgemaakte kunstkaarten over de post waarbij telkens de een weer op de ander reageerde. Als slot hiervan vroeg Hoffman aan een aantal kunstenaars om op nog zo’n kaart van hem een antwoord te maken. Als enige Nederlander viel ook mij die eer te beurt vanwege dat contact met Doris en Christian. Ik heb toen bijgaand kunstwerkje gemaakt op A6-formaat.Vanwege andere activiteiten kon ik niet aanwezig zijn bij de vernissage van de “Zwiegespräche” in februari. Maar die schade heb ik nu dus ingehaald met een bezoek aan de expositie in gezelschap van organisator Joachim Hoffman en de “Hinzen”. M’n Duits voer er beslist wel bij! Tot volgende week.
TOOS. 


dinsdag 17 april 2012

Een straal van twee uur

Na dagen achter elkaar intens bezig te zijn geweest in mijn atelier heb ik, dat vind ik ten minste zelf, altijd wel een dagje uit verdiend. Zo’n uitdagje draait dan trouwens toch meestal ook weer om de kunst. Want voor mij glijden hobby, werk en vrije tijd vaak op een kunstige manier naadloos in elkaar over.
Middelburg doet haar naam daarbij absoluut eer aan. Trek maar eens een cirkel met een straal van twee uur rond mijn woonplaats, wel uitgaand van autogebruik. Want lopend zou je in die tijd niet ver komen. Maar met de auto? Zonder fileleed zit je in twee uur in Amsterdam. Of bij Venlo, de Duitse grens dus. Of in Maastricht, ook een soort buitenland. En in het noorden van Frankrijk, waar je dan Lille al voorbij bent.
Omdat afgelopen weekeinde de Lille Art Fair was, leek me dat een goeie bestemming voor m’n dagje uit. Zoals ik al zei, hobby, werk en vrije tijd, één pot nat.


Ik had in 2008 uit nieuwsgierigheid de eerste versie van deze beurs bezocht en was er daarna niet meer aan toegekomen. Dus waarom niet deze vijfde editie eens met een bezoekje vereren? Om te zien wat voor kunsttrends zich in Frankrijk afspelen en ook omdat Galerie Derrière la Dune uit Le Touquet er stond. Met die galerie werk ik nu een jaar samen en dan is het goed om elkaar af en toe ook weer eens persoonlijk te zien en te spreken.

Interessant was dat trends daar aardig sporen met die in Nederland. Relatief veel cartooneske, enigzins platte kunst waarbij perspectief eigenlijk geen rol speelt. Ook weinig echte schilders die laten zien dat ze van verf houden. En bij jongere kunstenaars regelmatig een wat schurend kleurgebruik. Van die kleuren die voor mijn gevoel net niet goed bij elkaar passen. Mijn levensgezel heeft daarover een intrigerend theorietje. Volgens hem heeft ‘t te maken met het felle kleurgebruik dat al tientallen jaren bij plastic speelgoed en veel kinderkamers overheerst. Dat moet, zegt hij, gevolgen hebben voor de persoonlijke kleurenvoorkeur! Misschien een ideetje voor wetenschappelijk onderzoek?
Tot volgende week.
TOOS. 

dinsdag 10 april 2012

Calder, Maeght en Saint Paul: een logische combinatie

Tijdens Pasen bezocht ik, met mijn vriendenpas van het Haags Gemeentemuseum, de expositie daar over Alexander Calder (1898-1976), bekend om zijn abstracte en ook beweegbare beeldhouwwerken  (zie foto’s). Maar omdat die kunstenaarshersenen van mij de hele dag door alsmaar associatief bezig zijn, voelde ik me ineens teruggeplaatst naar de tuinen van de Fondation Maeght in St. Paul de Vence aan de Côte d’Azur.

Daar heb ik namelijk in 1994, toen als vriend van dat museum, heel wat aangename uurtjes doorgebracht. Hoe ik daar in St. Paul terecht kwam? Dat is weer zo’n verhaal apart dat in dit blog vast nog wel eens ter sprake zal komen. Maar, heel kort samengevat, leidde een volstrekt spontane opwelling tot een verblijf van 3 maanden in dat middeleeuwse stadje. Pas toen ik er zat, begreep ik dat vele kunstenaars mij waren voorgegaan. En dat St. Paul na Parijs en Mont Saint Michel de derde toeristische trekpleister van Frankrijk is. Een niet onaardige bijkomstigheid van die opwelling werd trouwens nog dat ik het jaar daarop, als enige Nederlandse kunstenaar ooit, een tentoonstelling kreeg in het Musée de St.Paul.

Maar buiten de stadswallen staat nog een ander, internationaal heel bekend museum. Dat van de Fondation Maeght. Met dus die tuinen. En met daarin een aantal beelden van Alexander Calder. Vandaar mijn associatie. Hoe die beelden daar terecht kwamen? Tja, ook dat is weer een lang verhaal. Opnieuw kort door de bocht geformuleerd komt ’t er op neer dat de bekende Parijse kunsthandelaar Aimé Maeght in 1964 één van de eerste particuliere musea in Europa liet bouwen. Want hij wilde toch wel erg graag zijn uitgebreide verzameling moderne kunst kunnen tonen. Met werk van wereldberoemde kunstenaars als Giacometti, Chagall, Braque, Léger en Miro, kunstenaars die ook allemaal hun sporen in St. Paul de Vence hebben achter gelaten. Chagall ligt er zelfs begraven.

Als ik, destijds in 1994, moe was van het schilderen op mijn zolderkamertjes middenin St.Paul zocht ik vaak afleiding en rust in die tuinen van de Fondation. Of in de bibliotheek daar. Waar ik dan kunstenaars ontdekte die wereldberoemd waren in Frankrijk en omstreken, maar niet in Nederland. Ooit gehoord van, bijvoorbeeld, Leonor Fini? Nu voor mij, als vrouwelijk kunstenaar, een icoon. Maar ik ontdekte ze dus pas daar in de Fondation. Een aanrader, dat museum, als je aan de Côte d’Azur bent. Tot volgende week.
TOOS. 

dinsdag 3 april 2012

Een saxy K en C route


Alweer 12 jaar oud, die Middelburgse Kunst en Cultuurroute. En sinds 2002 ben ik daarvan een trouw deelnemer. Dat betekent ook dat er al heel wat muzikanten in mijn atelier zijn opgetreden. Want elk jaar in april staat de route in het teken van het thema “van Klassiek tot Populair”. Hoe ze ’t doet weet ik niet, maar organisatrice Bea Zwadlo weet dan altijd weer muziekensembles van hoog niveau met vaak jonge musici naar Middelburg te halen.
Omdat mijn atelier zich qua grootte en akoestiek goed leent voor die muziekoptredens viel ik ook dit jaar weer in de prijzen. Soms houdt een band overigens niet helemaal goed rekening met de omstandigheden. Zo was er eens een groep die dacht in mijn atelier hun totale versterkersaccessoir te moeten opbouwen. Toen de helft stond, kregen ze toch wel door dat dit een tikje overdreven was. Zeker als je ook weer snel moet afbreken omdat er op een andere routelocatie nog een optreden wacht, vraagt dat om logistieke problemen. Maar al doende leert men, heet ’t dan!


 Allerlei soorten muziek heb ik zo in de afgelopen jaren meegemaakt. Klezmer, klassiek, Zuid-Amerikaans, jazz, swing, solo, gitaarduo. Afgelopen zondag was het dus weer zo ver. Eerst het Göksel Yilmaz Ensemble met vaak al eeuwenoude muziek in het Turks, Arabisch en Koerdisch. Met natuurlijk de liefde als hoofdonderwerp. Prachtig klonk dat. Daarna nog het Berlage Saxophone Quartet. Een stel jonge muzikanten die klassieke muziek de pan uit lieten swingen. Daarbij komt dat de saxophoon mijn lievelingsinstrument is. Dus ik kon mijn hart ophalen. Een saxophoon kwartet nog wel!

Daarom ook had ik een schilderij van mij opgehangen met daarop een saxophoonspeler. ’t Was prachtig om te zien hoe zijn houding op het schilderij regelmatig samenviel met de houding van de heel expressieve speelster die er voor stond.
Wat mij betreft volgend jaar weer zoiets. Maar eerst maar “tot volgende week”.
TOOS.