dinsdag 26 juli 2016

Schots en scheve Egyptische notities II

Zoals vorige week beloofd nog even een paar van de wat uit de hand gelopen schots en scheve notities over mijn belevenissen en waarnemingen in Egypte een paar maanden geleden.
Kleding
Logisch toch dat ik het straatbeeld van 27 jaar geleden, bij mijn eerste Egyptereis, ging vergelijken met dat van nu? In de media hebben we de laatste jaren ten slotte breed uitgemeten gekregen hoe de voorgeschreven kledingmodus in veel Arabische landen is veranderd. Bij de vrouwen dan. Het hoofddoekjes en boerka item dus. 
En ik kon alleen maar constateren dat dit klopt. De conservatievere Koraninterpretatie had duidelijk terrein gewonnen. Maar wat me tot m'n grote vreugde opviel was dat vooral jonge vrouwen hun hoofdbedekking tot een variabel, kleurig modeverschijnsel maken. 

En niet alleen die hoofddoekjes. Ook de rest van de kleding mag er vaak zijn. Ze fleuren de openbare ruimte helemaal op. Daarmee vergeleken is de islamitische vrouwenmode in Nederland maar saai. De categorie "boerka" is trouwens, hoe dan ook, duidelijker aanwezig dan destijds. Terwijl de categorie "hoofddoekloos" nu meer opvalt omdat er minder representanten zijn.


Toch kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat veel jongere vrouwen in de grote stad knabbelen aan de rand van wat wel en niet sociaal correct is. Maar is dat ook niet eigen aan de jeugd en te gelijkertijd een vereiste om een maatschappij verder te brengen?
Reclame
Vooral bij de grote reclameborden viel me het schizofrene in de Egyptische maatschappij op. Want wat ontbreekt er nou juist in die grote billboards hieronder?




Juist ja, die hoofddoek. En ik heb die plaatjes er echt niet op uitgezocht. Vreemd nietwaar, die tegenstelling? Zelfs Minnie van Mickey Mouse mag op een openbare muurversiering een opwaaiend zomerjurkje hebben. Zou de inspiratie daarvoor gevonden in die iconische foto van Marilyn Monroe?


En dan deze etalages in een drukke winkelstraat in Caïro!



Blonde jongetjes en meisjes en blonde vrouwen in sexy lingerie. Om zomaar naar te kijken!Het liefst zou ik nog een foto hebben kunnen maken van zo'n soort stel als hieronder voor zo'n soort etalage.


Dat zou dan helemaal voer voor sociologen en psychologen zijn geweest. Lijkt me best een interessante onderzoekskluif.
Vloek van het verleden
 Het stikt in Alexandrië en Caïro van de verwaarloosde flatgebouwen. Waarschijnlijk in geboortestaat aangenaam ogende complexen, maar nu afgebladderd, verveloos, afbrokkelend en met schots en scheve ramen en deuren. 



Armoe? Dat bleek maar een deel van de verklaring. Daar kwamen we achter in een gesprek met de eigenaar van het meer dan een eeuw oude en zeer karakteristieke Windsor Hotel  in Caïro. Een hotel waarmee levensgezel en ik een wel heel speciale binding hebben. Maar dat is dus ook weer zo'n heel ander verhaal.
Windsor Hotel
Gezamenlijk gezeten op het terras tegenover zijn hotel kon hij ons die verwaarlozing wel verklaren. Aan de hand van het woongebouw direct naast het hotel. Een geheel verrommeld gebouw, maar wel staand op grond die miljoenen waard is. Hartje centrum Caïro ten slotte. Met een jaarlijkse huuropbrengst voor de eigenaar van nog geen duizend Egyptische ponden. Even ter informatie, zo'n pond is dus ongeveer 10 eurocent waard. 
op het terras met de eigenaar van het Windsor Hotel
Hoe dat zat? Toen Nasser met een militaire coup in de jaren 50 de macht had overgenomen van Koning Faroek en zich daarna via verkiezingen met een democratisch sausje wilde overgieten, had hij voor de bevolking een aantal heel lekkere snoepjes. Een daarvan was dat huurders van een appartement hun hele leven lang nooit meer huur zouden hoeven te betalen dan ze op dat moment deden. En dat dit tot in eeuwigheid ook voor hun kinderen, kleinkinderen enz. zou gelden als ze maar niet verhuisden. Dat was in een tijd dat er nog 5 Amerikaanse dollars in een Egyptisch pond gingen. Nu zitten er dus zo'n 10 pond in 1 dollar. En dat besluit van zo'n 60 jaar geleden geldt nog steeds. Zij het dat Nassers opvolger Sadat de maatregel later heeft beperkt tot alleen de kinderen. Maar als die dus nog leven en Kruidje-Roer-Me-Niet hebben gespeeld, betalen ze met die Egyptische Ponden wel heel weinig huur. Hun hele leven lang. Wat dat voor het algemeen onderhoud betekent? Dat de eigenaar de huuropbrengst van een heel jaar al kwijt is als hij een simpel klusje moet laten uitvoeren. Tel uit je winst! Ook voor de totale economie. Niet dus de Vloek van de Farao, maar de Vloek van Nasser.
Ik heb zo'n flauw vermoeden dat er op die dure centrumgrond  heel wat gesloopt gaat worden als die kindergeneratie uiteindelijk uitsterft. Tot volgende week.

TOOS

dinsdag 19 juli 2016

Schots en scheve Egyptische notities

We hebben in het verleden flink wat Arabische landen afgereisd, levensgezel en ik. Tunesië, Yemen, Syrië, Jordanië, Marokko en Egypte. Georganiseerd met een groep of als backpackers op onszelf. Landen met een grote historie, met interessante oude kunst en een aparte cultuur. Destijds natuurlijk niet wetende dat je nu een aantal van die streken maar beter even kunt mijden. Heel erg jammer. Levensgezel en ik hebben elkaar zelfs in Egypte ontmoet. Maar dat is weer een heel ander verhaal.
 
sfeer in Alexandrië
Vanwege die vroegere reizen en de in eerdere blogs beschreven uitnodiging deel te nemen aan de Biënnale voor kunstboeken in Alexandrië was 't dus heel interessant om eind april, na heel veel jaren, weer eens in Egypte rond te neuzen. Nou ja, Egypte? Alleen Alexandrië en Caïro dan, om nauwkeurig te zijn. Logisch dat je dan gaat vergelijken met de Egyptische ervaringen van toen, van de tijd dat onze haren absoluut minder of misschien zelfs nog niet grijs waren. Dit keer daarom even geen kunst, maar wat willekeurige notities bij dat recente verblijf.
 
Alexandrië
Taxichauffeurs
Taxichauffeurs? Altijd oppassen. Bij  aankomst 's avonds op het vliegveld van Caïro zou er één op ons staan wachten voor de rit naar het hotel in het centrum. Levensgezel had dat via internet geregeld met een als betrouwbaar bekend staand bedrijf. Er was zelfs al vooraf betaald. Maar hoeveel chauffeurs er bij de uitgang ook stonden met omhoog geheven kartonnetjes, geen bordje met onze naam. Nou hebben die zonder bordje natuurlijk  feilloos snel in de gaten dat je zoekend rondloopt. Keus te over dus om naar Caïro te komen. Maar levensgezel bekijkt zoiets altijd op z'n gemak. Maakt een rondje, maakt een praatje, kiest voor zichzelf al vast een chauffeur, vraagt naar de prijs, loopt nog een rondje, vraagt nog eens naar de prijs, enz. Want Egypte en dan niet onderhandelen? Dat gaat er bij hem niet in. Dus ging de eerst gevraagde 18 dollar via 15 naar 12 en ten slotte naar 10. Niet dat het daarvoor zou gaan lukken, dat wist hij ook wel. Er is altijd wel weer een truc waardoor die prijs toch nog omhoog gaat. Maar dat hoort bij het spel.
de chaos van Caïro
Dus de taxi in voor 10 dollar. Bij de slagboom bij het verlaten van de parkeerplaats voor taxi's moest de chauffeur wel ineens geld aan de parkeerwacht daar overhandigen. Vijf dollar naar zijn zeggen. Of dat ook klopte? Dat hadden we zo gauw niet kunnen zien. Dus werd die rit toch ineens weer 15 dollar. Kijk, daar heb je de truc! Ook bleek zijn korte termijn geheugen niet helemaal op orde want van die 10 dollar kon hij zich absoluut niets meer herinneren. "We hebben toch echt 15 afgesproken, my friend!" Daar moet je je dan ook niet druk over maken. Andere cultuur en een domme westerling die er toch niets van snapt. Go with the flow, zoals dat heet. Dus betaalde levensgezel keurig 15 dollar na aankomst bij het hotel. Maar in één van de biljetten zat een kreukje. En dat is in Egypte een doodzonde voor dollarbiljetten. Dat hoort niet. Een verschijnsel dat we van vroeger al kenden. Bij kreukjes schijnt de waarde te dalen. Toen heeft levensgezel laten blijken dat hij en de chauffeur beslist niet in de wieg waren gelegd om vrienden voor het leven te worden. En de taximan begreep dat uiteindelijk ook wel.
aan de thee in Caïro
Overigens was die 15 dollar een redelijk gangbare prijs. Want voor die taxi die niet was komen opdagen hadden we €16,32 moeten betalen. Dat is na een klacht achteraf trouwens keurig terug gestort. Blijft natuurlijk de vraag wat de prijs zou zijn geweest als levensgezel in eerste instantie niet had afgedongen.
Hotelveiligheid
In alle hotels bleken ineens van die veiligheidspoortjes te staan. Zoals op het vliegveld. Van die dingen die gaan piepen bij onverantwoord aanwezig metaal. 
detectiepoortjes in de hotels

Zo werden we toch maar uitstekend beveiligd tegen het gevaar van terroristen. Hoewel? Bij zo'n poortje zat altijd een mannetje die natuurlijk moest ingrijpen bij calamiteiten. Als ie er ten minste al zat. Want zo iemand moet natuurlijk ook regelmatig even een plasje doen of naar buiten voor een sigaret of een kletspraatje. Indommelen of verdiept zijn in de krant hoorde er trouwens ook bij. Toch bestond er beslist een kans dat hij opkeek bij een piep van onze kant. Maar dan werden we met een wuivend handgebaar gelijk doorgelaten. Wat moeten we er toch vertrouwenwekkend hebben uitgezien, elke keer weer. Of we ons er veiliger door hebben gevoeld? Is dat van belang? Hoe dan ook is zo'n staatsmaatregel natuurlijk wel goed voor baantjes in een land waar de werkloosheidscijfers gigantisch hoog zijn. En vergeet ook die andere cultuur niet. Westerse efficiency is niet overal zaligmakend.

Deze schots en scheve notities lopen uit de hand. Dat heb ik al wel in de gaten. Dus heb ik achter de titel maar snel een Romeinse I geplakt. Tot volgende week.

TOOS

dinsdag 12 juli 2016

12 Keer op rij erbij en 12 keer in de top


Het zal zo'n veertien jaar geleden zijn dat hij die lumineuze inval kreeg. De inval? "We gaan een verkiezing organiseren voor de Nederlandse Kunstenaar van het Jaar, buiten alle gebaande kunstwegen, alle kunstsubsidiekanalen en alle kunstinstituties om, gewoon een fris kunstgeluid waarbij iedereen zich betrokken kan voelen". Die hij? David Polak, de man die nu, veertien jaar later, eigenlijk zelf een kunstinstituut heeft gevormd. 
 Met die jaarlijkse verkiezing en de daarmee samenhangende  Kunstweek altijd aan het begin van november als leidraad. Met een reeks kunstbeurzen door het hele land voor zowel professionele als amateurkunstenaars die daarmee via een eigen bijdrage een podium krijgen voor hun werk. Met de zogenaamde C-kaart waarmee je korting krijgt op allerlei cultuuruitingen in het hele land. Verder is er een serie boeken "Beeldende kunst in Nederland" en "Jaarboek Kunstenaars" ontstaan. Zoals ook de club Vriend van Stichting Kunstweek en een club van partners en sponsors waardoor dat alles zonder gemeentelijke en rijkssubsidies kan draaien. Of de Nationale Associatie voor Beeldend Kunstenaars NABK die zich inzet voor de beeldende kunst in het algemeen. En wie weet vergeet ik nog een en ander.

Dat had David Polak zelf vast niet verwacht toen in 2003 ergens in een zaaltje in Utrecht de eerste verkiezing van die Kunstenaar van het Jaar nog wat rommelig verliep. Ik weet dat want ik was erbij als een van de genomineerden. De oude Cobra-coryfee Corneille, speciaal daarvoor overgekomen uit Parijs, werd toen de eerste van de reeks Kunstenaars van het Jaar.
Waarom ik dit alles nu ophaal? Omdat de nieuwe verkiezing op de traditionele datum van 1 juli weer is los gebarsten. Op http://www.kunstenaarvanhetjaar.nl/verkiezing2017/ronde2/  kan weer gestemd worden op de 90 genomineerde kunstenaars. En zoek je alfabetisch op achternaam bij de H, dan kom je mij daar ook weer tegen. 

Want ik zit er nu, in 2016, opnieuw bij als genomineerde. Nog steeds zou ik eigenlijk beter kunnen zeggen. Want sinds 2005 heeft mijn naam niet ontbroken op de lijst van kunstenaars die door een panel van rond de 100 Nederlandse kunstkenners wordt samengesteld. Zij mogen allemaal maximaal 20 kunstenaars aandragen en dan gaat 't er maar om welke namen het meest worden genoemd.

Nu is het aan het publiek om tot half september via internetstemmen  een groep van de 20 populairste kunstenaars door te laten gaan naar de volgende ronde. Dank zij de liefhebbers van mijn werk zat ik daar tot nu toe ook steeds bij. Al 12 keer dus. Niet onaardig toch? Als daarna dat kunstpanel weer aan bod komt om uit die overgeblevenen de laatste acht aan te wijzen voor de publieke slotronde zit mijn naam er nooit meer tussen. Dat leed zal ik moeten dragen! Voor die allerlaatste groep heb ik dus blijkbaar niet genoeg draagvlak binnen het panel. Maar hoe dan ook werd ik door de publieksstemmen toch maar mooi de Briljanten Kunstenaar 2016. Dat is zij of hij die in de uiteindelijke volgorde als eerste 65-plusser daarvoor in aanmerking komt.


Dat ik er opnieuw bij zit, streelt mijn kunstenaarsego natuurlijk best wel. Want van de reeks Kunstenaars van het Jaar zijn er al 5 niet meer terug te vinden onder de genomineerden van nu. Bij Corneille overigens wel logisch. Want die is dood. En van bijvoorbeeld de 90 genomineerden in 2009 is maar de helft over in de nu gepubliceerde lijst. Aan doorstroming dus geen gebrek. Dat ik daar verkeer tussen heel veel zeer gerenommeerde kunstenaars stemt me beslist tevreden. Ga maar na. De wereldberoemde Marlene Dumas, het vroegere enfant terrible Jan Cremer, de onbetaalbare stillevenschilder Henk Helmantel, de als een komeet opgekomen beeldhouwer Folkert de Jong, de ook voor IKEA werkende en overbekende design-ster Hella Jongerius, society-schilder Ans Markus, de over de hele wereld werkende fotograaf Erwin Olaf, de op dit moment nogal controversiële ontwerper Daan Roosegaarde en herman de vries die zijn naam zonder hoofdletters schrijft en in 2015 Nederland vertegenwoordigde op de Biënnale van Venetië. Interessant stel bij elkaar dus.

Maar nu allemaal stemmen. Ook op mijn website www.toosvanholstein.nl heb ik op de Nederlandse openingspagina een link aangebracht die direct naar de stemlijst voert. Tot volgende week.

TOOS

dinsdag 5 juli 2016

De Homo Ludens van Constant

maquette van Constant
Vlak naast het Centraal  Station van Den Haag piekt een modern ogend gebouwencomplex met winkelcentrum, kantoren, hotel en woningen de lucht in. New Babylon. Een naam die projectontwikkelaar en eigenaar stomweg hebben gepikt van kunstenaar Constant Nieuwenhuijs (1920-2005). En dat, gezien hun bouwsel, volkomen ten onrechte. Het bewijs? Daarvoor hoef je deze zomer vanuit het Centraal Station alleen maar even door te reizen naar het Haags Gemeentemuseum. Want in dat mij dierbare museum vind je tot 25 september een grote overzichtstentoonstelling van het project New Babylon van Constant. Een halve eeuw ouder maar heel wat inspirerender en visionairder dan dat complex bij het Centraal Station.
 
Constant, Homo Ludens, olieverf op doek (1964)
Voor mij is Constant één van de grootste Nederlandse kunstenaars uit de tweede helft van de 20ste eeuw, zo niet de grootste. Maar dat is natuurlijk een persoonlijke mening. Ik schat in dat veel Nederlanders veel eerder op de proppen zullen komen met iemand als Karel Appel. Samen met Constant en Corneille in 1948 oprichter van de Nederlandse groep binnen de internationale Cobrabeweging. Maar waar Appel en Corneille eigenlijk nooit fundamenteel van hun ingeslagen Cobra-paadje zijn afgeweken na opheffing van de groep in 1951, ging Constant, het theoretisch brein van de drie, de rest van zijn leven een geheel eigen weg. Met als leidraad dat kunst en leven voor de moderne mens een onverbrekelijk geheel moesten gaan vormen.
La guerre (1951), portfolio van 8 steendrukken
werk van Constant uit de Cobra periode
Daaruit ontstond in 1956 dat idee van Nieuw Babylon, de nieuwe wereld van de Homo Ludens, de Spelende Mens. Een term die al eerder was geijkt door de beroemde Nederlandse historicus Johan Huizinga. Automatisering ging het mogelijk maken dat de mens steeds minder hoefde te werken voor zijn bestaan en steeds meer in staat zou zijn het leven op een ludieke en kunstzinnige manier zelf in te richten. Dat zou weer invloed hebben op de manier van wonen en vervoer  en daarmee ook op de architectuur van stad en landschap. Ziedaar dus het project New Babylon waarmee Constant zich tot 1974 heeft bezig gehouden. Logisch dat hij ging samenwerken met architecten en vormgevers. Logisch dat de originele denkbeelden en het ludieke ontregelende van de Amsterdamse Provobeweging uit de jaren 60 hem sterk aanspraken. Logisch ook dat hij na de internationale studentenopstanden van 1968 in bijvoorbeeld Parijs en Amsterdam teleurgesteld raakte toen daar geen echte aansprekende revolutionaire resultaten uit voortkwamen. Met, niet te vergeten, daarnaast ook nog de Amerikaanse oorlog in Vietnam.






 Maar in de tussentijd waren er door Constant prachtige architectonische maquettes gemaakt. Niet echt bouwtechnisch van stijl, maar meer gebaseerd op ruimte en kleur. En heel wat zorgvuldiger gemaakt dan de schilderijen waarmee Appel in de tussentijd beroemd aan het worden was. Schilderijen waarbij, zoals laatst in het nieuws kwam, door slecht materiaalgebruik de verf min of meer spontaan van het doek valt en waarbij druipers uit zichzelf nieuwe kunstzinnige elementen aan het doek toevoegen. Genoeg werk voor restaurateurs de komende jaren. Dat zal bij Constant dus niet gebeuren. Niet met spontaan uit elkaar vallende bouwsels en niet bij de olieverfschilderijen die hij rond 1970 weer begon te maken. Vaak nog geïnspireerd op New Babylon, maar ook maatschappij-kritisch op de oorlog in Vietnam, op hongersnood en op vluchtelingen. Prachtig werk.

Dat alles is nu mooi terug te zien in die overzichtsexpositie in het Gemeentemuseum. Met maquettes die als een soort ruimteschepen zweven in donkere kabinetten. 


Of met gigantisch ingewikkelde bouwdozen op palen boven de grond terwijl de mens in de vlakte eronder verkeert. En met die prachtige schilderijen van onduidelijke en toch harmonische ruimtes van schuivende panelen en trappen.  Schilderijen waarin altijd die Homo Ludens aanwezig is in de vorm van blobberige vlekken. Dat laatste klinkt misschien negatief, maar is het niet. Al die blobs zijn raak en zitten op de goeie plek.


En is het niet mooi dat juist nu de hele automatisering en robotisering van de maatschappij opnieuw heftig ter discussie staat? Of dat het idee van het basisinkomen voor iedereen opnieuw uit de kast is gehaald? Een idee waarmee de mens zich vrij zou kunnen maken van te grote financiële zorgen en alsnog die Homo Ludens zou kunnen worden. Een idee dat laatst bij referendum in Zwitserland volledig werd weggestemd, maar waar in Finland vermoedelijk mee geëxperimenteerd gaat worden. De visionaire Constant was dus zo gek nog niet met zijn New Babylon ideeën. Die tentoonstelling met bijbehorend gedachtegoed zou maar eens over de hele wereld moeten gaan reizen. In Madrid was ie vorig jaar al. In het Museo Reina Sofia. Who's next? Tot volgende week.

TOOS
PS Een heel interessante documentaire over het Nieuwe Babylon van Constant is te vinden bij de link http://arttube.nl/nl/video/Gemeentemuseum/Constant_Nieuwenhuys .