dinsdag 26 april 2016

MIDDELBURG even MIDDELPUNT van Nederland


citaat van Karen Armstrong in mijn artist book over de Four Freedoms
Afgelopen donderdag bevond ik me op de absoluut veiligste plek in Nederland. Op het Abdijplein van Middelburg. Alhoewel de verdedigingswallen al in de loop van de 19de eeuw zijn afgebroken, was het toch weer voor even een echte vestingstad. Blikken politie, ME en militairen waren opengetrokken. In combinatie met heel veel hekken was zo een ondoordringbaar cordon rond dat Abdijplein opgetrokken. 



Voor onbevoegden althans, want ik mocht er door heen. 
het Abdijplein met partytent voor de VIP's
bij de zandsculptuur van Roosevelt op het Abdijplein
Angela Merkel was in town! En niet alleen Angela. Ook Willem-Alexander, Maxima, Beatrix en Rutte, om maar een paar namen te noemen, gaven acte de présence. En dat allemaal voor de uitreiking van de Awards behorend bij de beroemde Four Freedoms. Ooit door President Roosevelt van de VS in 1941 geformuleerd. De vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van religie, de vrijwaring van gebrek en de vrijwaring van angst.

Waarom ik daar dan wel was? Vanwege het kunstboek in zeer beperkte oplage dat ik maakte over die Four Freedoms. Lees er de blogafleveringen van de laatste tijd maar op na. Ik kan nu zeggen dat dit artist book in het bezit is gekomen van alle laureaten die naast Merkel ook een medaille kregen omgehangen. Maar ook Willem Alexander, de Commissaris van de Koning in Zeeland Han Polman en de organiserende Roosevelt Foundation hebben zo'n boek ontvangen.
de perstribune
in de kloostergangen van de abdij
Merkel tijdens haar indrukwekkende reden

echt niet door mij genomen, deze foto!
Echt een belevenis om dit allemaal mee te mogen maken. Superveilig in de Nieuwe Kerk en op het Abdijplein, terwijl een eind verderop op de Dam een, gelukkig, armetierig zootje demonstranten onze democratische vrijheid gebruikte om te proberen de vrijheid van anderen juist in te perken. Een inconsequentie in hun denkraam waar ik erg veel moeite mee heb om dat te begrijpen. Vandaar hier helemaal bovenaan die uitspraak van Karen Armstrong, laureaat uit een voorgaand jaar. Die is me helemaal uit het hart gegrepen. Ook een uitspraak trouwens die in mijn kunstboek over de Four Freedoms staat. Met bijbehorende originele tekening natuurlijk.
 
een zielig groepje demonstranten met meer politie en pers dan demonstranten

zelfs beveiliging op het water bij die demonstratie

En nu, terwijl dit blog verschijnt, zit ik in Alexandrië in Egypte. Ook in verband met die Four Freedoms. Een poos geleden berichtte ik al daarover. Drie keer raden waarover de komende aflevering gaat!
Oh ja, bij de Middelburgse Kunst en Cultuurroute op zondag 1 mei ben ik weer terug en heb ik in mijn atelier aan de Korendijk 56 een en ander liggen over dat kunstboek met die citaten en tekeningen. Het is daar zelfs te koop bij voorinschrijving. Bedenk dat de oplage maar heel klein is, namelijk 30. Met in totaal dus 300 originele tekeningen! Tot volgende week.

TOOS

dinsdag 19 april 2016

Kunst en kitsch tijdens een cruise

de Atlantische Oceaan
De moderne, digitale fotoboeken hebben een paar grote voordelen maar een heel  groot nadeel. Althans voor mij. Ze zijn heerlijk om af en toe eens doorheen te bladeren. En je kunt ze via internet makkelijk delen met anderen. Maar voordat je daar uiteindelijk aan toe bent!
Eerst de selectie maken. Vaak niet makkelijk, want we schieten tegenwoordig gigantisch veel meer foto's dan vroeger. Met je analoge camera was je daar juist zuinig mee. Dure filmrolletjes. Tegenwoordig is dat geen probleem meer met kaartjes die nauwelijks zijn vol te krijgen. Dan uitzoeken bij welke fotoboekenaanbieder je dit keer gaat laten drukken. De prijsverschillen zijn vaak, zoals dat heet, significant. Steeds dus maar kiezen. Daarvoor hebben we tegenwoordig een mooi woord. Keuzestress. Max Dendermonde schreef lang geleden de prachtige roman "De wereld gaat aan vlijt ten onder". Volgens mij zou die titel nu moeten worden "De wereld gaat aan stress ten onder". Onder die stressnoemer valt dan ook beslist dat elke aanbieder natuurlijk net even verschillende gebruikssoftware heeft. Weet je hoe 't bij de een werkt, moet 't bij die nieuwe toch weer anders. En dan komen er nog de uren bij die je nodig hebt om uiteindelijk dat boek in elkaar te draaien.
 In mijn kunstenaarsbestaan ontbreekt het regelmatig aan die uren. Daarom kom ik er meestal pas toe als de desbetreffende reis al weer ver achter me ligt. In dit geval de cruise met oversteek van Rome naar Miami die ik eind oktober, begin november maakte. Daarover schreef ik al eerder en daarover deelde ik ook al mijn Rome-fotoboek http://bit.ly/1KZYcMI .  

Maar nu is 't er dan toch. Het cruiseboek http://bit.ly/1Q31Xlr van 100 pagina's kijkplezier. Met daarin vanzelfsprekend foto's van oceaanluchten. Ik moest op het schip regelmatig denken aan die beroemde 17de eeuwse Hollandse wolken van Jacob van Ruisdael (1628-1682). Juist omdat ze er meestal niet waren, daar op de oceaan. Atlantische wolken zien er toch heel vaak anders uit. En als de zon in de zee zakte, kregen ze ook nog eens heel verrassendste kleuren. Als je ze zo zou schilderen, met die felheid en verscheidenheid aan tinten en licht-donker contrasten, zou dat al snel als edelkitsch kunnen worden aangemerkt. En toch gooit moeder natuur je dat soms zomaar gratis in de schoot.
Ruisdael, Gezicht op Haarlem
zo maar een zonsondergang op de oceaan
Overigens is dat niet de enige kitsch tijdens zo'n cruise. Aan boord is altijd wel een galerie waar je likkebaardend kunt rondlopen als je van Amerikaanse kitschkleuren houdt. Niet echt my piece of cake. Tijdens zo'n oversteek worden er zelfs regelmatig veilingen georganiseerd  waar je schilderijen kunt aanschaffen van, volgens de veilingmeester, wereldberoemde Amerikanen. En laat ik daar dan nog nooit van gehoord hebben!
 
galerie aan boord
veiling aan boord
Geef mij maar zo'n kunstverrassing als de Rua de Santa Maria in Funghal, de hoofdstad van Madeira en een van de aanlegplaatsen onderweg. Daar hebben plaatselijke kunstenaars die oude straat, al jaren vervallen, weer helemaal tot leven gebracht. Gewoon door van de huisdeuren kunstobjecten te maken. En nu? Nu bruist 't er sinds een paar jaar aan alle kanten. Met terrasjes, restaurants en natuurlijk veel fotograferende toeristen. Zoals ik.
Rua de Santa Maria



Zoiets zouden ze ook moeten doen in Basseterre op het Caraïbisch eiland St.Kitts, de volgende stop na een flink aantal dagen alleen maar oceaanwater. Vervallen op een schilderachtige manier,maar een opknapbeurt zou geen kwaad kunnen. De toeristen blijven nu vooral hangen in de koopgoot waar ze automatisch doorheen worden gedwongen, gelijk als ze van boord gaan. Loop je wat verder, dan begint dat verval. Zo'n kunststraat zou er wonderen kunnen verrichten.
Basseterre

Op St. Maarten is dat beslist minder nodig. Daar maakt hoofdstad Philipsburg gelijk een veel welvarender indruk. Nederlandse invloed en dito geld?  Of misschien toch het gevolg van maffiamoney? Dat schijnt rijkelijk aanwezig op het half Nederlandse, half Franse eiland. Heel toevallig kwam ik nog terecht in de galerie van kunstenaar Maximiliaan Phelipa. Echt zo'n leuke tropische verrassing, die ontmoeting.
verrassende ontmoeting
En dan nu nog één fotoboek te gaan. Over New York. In november de afsluiting van die trans-Atlantische tocht. Wanneer dat afkomt? De wereld gaat aan stress ten onder en daar wil ik niet aan meedoen. Tot volgende week.

TOOS

dinsdag 12 april 2016

3 Overeenkomsten tussen Karel Appel en Jeroen Bosch

Karel Appel in het Haags Gemeentemuseum
karel Appel, Narrenschip
 Wat Jeroen Bosch en Karel Appel (1921-2006) met elkaar te maken hebben? Eigenlijk niet veel. Behalve dan dat ze beiden schilderden en beiden al geruime tijd geleden zijn overleden. Jheronimus Bosch 500 jaar en Karel Appel 10 jaar. Mooie ronde getallen dus. En daar zijn musea nogal gevoelig voor bij het maken van overzichtsexposities over dooie kunstenaars. Over Jeroen hoef ik 't hier niet meer te hebben. Die is dit jaar niet weg te slaan uit zowel het nieuws als uit Den Bosch. Bij Appel is dat wat minder prominent maar ook hij heeft nu een heel interessante retrospectieve tentoonstelling. Nog tot 16 mei in het Haagse Gemeentemuseum.
Oh ja, er is nog een overeenkomst! Beiden schilderden een werk met de titel "Narrenschip", nu ook alle twee te zien op hun eigen expositie. Dat het Narrenschip van Appel er een tikje anders uitziet dan die van Bosch? Ach, dat zal niet verbazen. Of hij zich daarbij door Bosch heeft laten inspireren? Geen idee!

Maar toen ik dat werk uit 1986 zag hangen tussen nog twee andere collage-achtige schilderijen moest ik wel gelijk aan een andere, ook al dode kunstenaar denken. 
Karel Appel, schilderijen uit 1986
Basquiat, werk uit 1982
De heftig levende en jong gestorven Michel Basquiat (1960-1988). Gek eigenlijk dat in de beschrijving bij die drie atypische Appel-werken wordt gesproken over "een opmerkelijke stijlbreuk" en "raadselachtige, op zichzelf staande beelden".  Bij mij kwam toch echt direct die Basquiat als inspiratiebron opborrelen.

Een soortgelijke ervaring had ik bij een paar naakten van Appel uit 1963. 
Karel Appel, werken uit 1963

Willem de Kooning
 De tijd waarin "onze" Rotterdamse Willem de Kooning (1904-1997)al grote furore had gemaakt in New York met zijn abstract expressionistische naakten uit de jaren 50. Ook hier geen vermelding van die voor mij duidelijke inspiratiebron. En dat terwijl Appel bij zijn eerste bezoek aan New York in 1957 de Kooning wel degelijk had ontmoet. Mogelijk hebben de tentoonstellingscuratoren geen afbreuk willen doen aan het imago dat Appel zelf zorgvuldig opbouwde tijdens zijn leven. Dat imago van de vrijgevochten, energieke Amsterdamse lefgozer met borstelsnor en verf in zijn bloed. De schilder van "ik rotzooi maar wat an", zijn beroemde uitspraak in een documentaire van Jan Vrijman in 1961.

Maar aan de andere kant zorgt de tentoonstelling er ook weer voor dat die kreet duidelijk wordt weersproken. Gewoon door een paar studietekeningen en schilderijen te combineren die heel erg op elkaar lijken , maar in jaren ver uit elkaar liggen. 
tekening uit 1954
schilderij uit 1958
Daaruit kun je afleiden dat Appel heel goed wist wat hij deed. Die vaak gehoorde standaardopmerking bij Appels werk van "dat kan mijn zoontje van vijf ook" kan dus in het vervolg met een kilo zout worden genomen. Natuurlijk heeft zijn spontane en snelle manier van werken gezorgd voor het nodige rommelige en middelmatige werk.  Maar daar staan ook heel wat echte topstukken tegenover. Schilderijen waaraan je wel degelijk kunt afzien dat hij op de academie drommels goed had geleerd wat kleur en compositie voor zeggingskracht hebben. In sommige zalen werd ik gewoon vrolijk van de energie en kleur die van de doeken spatten. Ook trouwens bij sommige van zijn beelden en van zijn beschilderde boomstronken.



Terecht dus dat Appel al vrij snel internationaal wist door te breken. Dank zij de juiste contacten op de juiste momenten. Bij zijn Nederlandse Cobra kompanen Constant en Corneille gebeurde dat ook wel maar toch wat minder. Alhoewel Constant (1920-2005) heel duidelijk bezig is aan een opmars. En terecht. Voor mij is hij door zijn heel persoonlijke ontwikkeling door de jaren heen een groter kunstenaar dan Appel. Daarom ben ik ook heel benieuwd naar de grote overzichtstentoonstelling later dit jaar van zijn "Nieuw Babylon" en "de Spelende Mens" periode uit de jaren 60 en 70. Ook in het Gemeentemuseum. Waarom hebben ze dat eigenlijk vorig jaar niet gedaan? Toen was Constant juist 10 jaar dood. Tot volgende week.

TOOS

dinsdag 5 april 2016

Wie heeft de grootste bij Jheronimus Bosch?


Vorige week was ik er. In 's-Hertogenbosch, bij "Jheronimus Bosch, Visioenen van een genie". Volgens het Noordbrabants Museum de grootste Bosch-tentoonstelling ooit. Maar dat pikt het Prado in Madrid weer niet want die krijgen straks, eind mei, de grootste. Zeggen ze. Waarom laten die grote museum-ego's zich nu eigenlijk kennen als kleinzielige geesten? Waarom zijn ze bezig met iets dat nog het meest lijkt op een wedstrijdje verpiesen van kleine jongetjes?

't Begon allemaal vorig jaar oktober. Toen lekte vroegtijdig uit dat het BRCP, het Bosch Research and Conservation Project, na uitgebreid onderzoek drie werken van het Prado niet langer toeschreef aan de grote meester zelf. Oeps, dat was natuurlijk tegen het zere Pradobeen. Want die conclusie was volgens het Prado gebaseerd op "buitengewoon subjectieve stilistische criteria". En dat terwijl het BRCP (www.boschproject.org) juist jarenlang bezig was geweest met het tot nu toe meest uitgebreide wetenschappelijke onderzoek van het werk van Bosch ooit. Met alle geavanceerde technieken van tegenwoordig.
 
begin van de expositie
Toen het in 2010 werd opgericht was dat de uiterst slimme zet waardoor er nu tijdelijk zoveel werk van Bosch in zijn geboorte en woonplaats hangt. Musea met werk van hem werd een begeerlijke worst voorgehouden. Het Bosch Project had een aantal miljoenen beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek aan en restauratie van zijn schilderijen en tekeningen. Nou, als jouw schilderijen voor niks kunnen worden gerestaureerd ben je natuurlijk wel gek als je die kans voorbij laat gaan. Dat je ze daarvoor dan ook een poosje moet uitlenen aan het Noordbrabants Museum is slechts een klein offer. Op die manier hangen er toch bijvoorbeeld maar mooi vier schilderijen uit musea in Venetië. En op die manier hadden er ook een aantal uit het Prado moeten hangen. Nu is dat alleen "De Hooiwagen". Die was namelijk toch al in Nederland door het eerder uitlenen aan Museum Boymans Van Beuningen in Rotterdam.
 
belangstelling voor De Hooiwagen
Wat er in Den Bosch nu niet hangt en toch was beloofd? Verzoeking van de Heilige Antonius en Keisnijding. Laten dat nu net twee van de werken zijn die door het BRCP worden beschouwd als kopieën gemaakt na de dood van onze Jeroen. Net als De Zeven Hoofdzonden, ook in het bezit van het Prado. Kleinzielig? In mijn ogen wel. Als ze dan toch niet echt zijn, krijg je ze ook niet. Lekker puh! Maar straks, als ze op onze grote expositie in Madrid hangen, staat er toch bij dat ze zijn van El Bosco, de Spaanse naam van Bosch. En dan hebben wij lekker de grootste en jullie niet! Is 't niet heerlijk, dit gedoe?
 
werk van een navolger
Voor mijn gevoel maakt het bij de expositie in Den Bosch allemaal niet uit. Het is gewoon een prachtige tentoonstelling die terecht nu al helemaal is uitverkocht met 380.000 toegangskaarten. Dat het daardoor dag in dag uit ook een tikje druk is? Ach, dat moet je maar op de koop toenemen. Gewoon de tijd nemen, geduld hebben en je kunt alles prima bekijken. Mocht je denken "maar op die foto's van jou zie ik toch nauwelijks iemand staan", dan klopt dat. Maar dat zijn geautoriseerde plaatjes voor de pers. Het is namelijk niet toegestaan foto's te maken. En kun je even niet bij een schilderij, dan hangen er tussendoor schermen met heel interessante en informatieve video's. Zoals een waarin details van het beroemde Ecce homo, een echte Bosch, prachtig worden vergeleken met vergelijkbare details van een namaak ervan.
 
de "echte" Ecce homo
Ecce homo, niet van Bosch, waarschijnlijk wel uit zijn atelier
Hoe ik dan aan die foto hieronder van de Aanbidding door de koningen kom? 
Aanbidding door de koningen
Die maakte ik afgelopen november in het Metropolitan Museum in New York. Daar mocht je wel fotograferen en stond er niemand naar dat werk te kijken. Nu trekken er dus de hele dag door van 's morgens 9 tot 's avonds 11 uur horden aan voorbij. Maar je hoeft er dan ook niet voor naar New York. Scheelt toch een vliegreisje heen en weer.
toch nog een foto, bij de stapels catalogi
Wie nu de grootste heeft? Ach, 't zal allemaal wel! Het overgrote deel van wat nog over is van het oeuvre van Jheronimus Bosch hangt hoe dan ook in Den Bosch. Want we weten dat er heel veel werken verdwenen zijn in de loop der eeuwen. Ook dat wordt duidelijk gemaakt op de expositie. Verbrand, vernietigd, weggeteerd, weggegoooid? Wie zal 't zeggen. Interessant daarbij is wat ik laatst ergens in een oud boekje las.  In 1619 zijn er nog zes schilderijen van Bosch beschreven die hingen in de Sint-Janskathedraal . Toen 's-Hertogenbosch in 1629 door Prins Frederik Hendrik werd veroverd op de Spanjaarden moest de katholieke geestelijkheid de stad verlaten. Maar van Frederik Hendrik mochten ze die zes schilderijen meenemen. Daarna zijn ze nooit meer gezien. Eigenlijk toch wel dom van onze stadhouder. Want stel nou eens dat die werken in de stad hadden moeten blijven. Hadden ze daar dan nu absoluut de grootste gehad? Tot volgende week.

TOOS