dinsdag 11 augustus 2015

Waarom Lyon geen Nationaal Hitteplan heeft


Lyon, je rijdt er doorheen of omheen. Ik meestal er door. Want  om is inderdaad heel erg om.En bij er doorheen valt de file altijd reusachtig mee. Pure afstand en tijdwinst dus. Dan ervaar je ook hoe groot Lyon is. Naar inwonertal de tweede stad van Frankrijk. Welke de eerste is? Raad dat zelf maar. Deze keer had ik me voorgenomen er te stoppen in het kader van "nu ga ik". Het kader dat ik vorige week al schetste en gelijk maar toepaste op Aix-en-Provence.

Dat Lyon heel anders zou zijn dan Aix was me wel duidelijk van al die keren dat ik over de A7, de Autoroute du Soleil, langs de Rhône door Lyon was gereden. Stedenbouwkundig duidelijk Parijse sferen. Maar wel met twee grote rivieren in plaats van maar eentje. De Rhône en de Saône vloeien er namelijk samen. Een confluence, zoals dat op z'n Frans heet. En laat nu net op dat punt van het schiereiland dat Lyon eigenlijk is, een nieuw architectonisch icoon zijn neergezet. Het Musée des Confluences, een natuur-historisch museum. 
Musée des Confluences
Want een beetje stad heeft of krijgt tegenwoordig natuurlijk zo'n gebouw, meestal een museum, dat er heel futuristisch en bouwkundig eigenlijk onmogelijk uit moet zien. Bilbao zette jaren geleden de toon en vele steden volgden. Lyon nu zeer recent ook.

Maar eigenlijk kwam ik toch meer voor die Parijse sfeer. Je kent dat wel, prachtig statige en grote gebouwen in 18e en 19e eeuwse stijl, dito pleinen, promenades langs de rivier, grote beelden en imponerende boulevards. 

de kathedraal in de oude stad
 Dat beeld klopte helemaal, met één klein en één groot verschil. Er is nog een echt middeleeuws centrum, zij het kleiner en minder aantrekkelijk dan in Aix, en, best belangrijk, de sfeer is heel relaxed. Gemoedelijke terrassen met veel gemoedelijker prijzen dan in Parijs, vriendelijke mensen, relatief rustig verkeer, veel voetgangersgebied en  goed openbaar vervoer. Niks mis mee. Ook niet met de kunst trouwens. Psychisch gezien vast een afwijking van me, maar persoonlijk toch altijd een belangrijke graadmeter. Leverde Aix in dat opzicht al verrassingen op, Lyon deed 't ook.Niet zo zeer wat betreft de moderne kunst. Natuurlijk is er een Musée d'Art Contemporain. Maar het enige interessante daar was dat ik even op ziekenbezoek kon bij Fidel Castro. Bij mijn bezoek aan Cuba begin dit jaar had ik dat wel geprobeerd, maar geen toestemming gekregen. Nu begreep ik waarom. Hij had zich stiekem naar Lyon laten overbrengen om daar in alle rust verbaasde museumbezoekers te kunnen ontvangen. Maar de rest? Slecht, slecht. Heel snel vergeten!
 
op bezoek bij Fidel Castro in zijn ziekbed
Die teleurstelling werd echter geheel en al goed gemaakt in het Musée des Beaux Arts de Lyon. Een soort klein Louvre. Alhoewel klein? Een gigantisch gebouw waarin je uren kunt ronddwalen. Maar ja, vergeleken met het Louvre is alles klein. Zelfs de beste padvinder kan daar verdwalen. Maar met Lyon als tweede grote stad in Frankrijk kun je dit museum rustig ook een tweede plek geven achter het Louvre. Vanaf de Middeleeuwen tot nu, onderverdeeld over de vele, vele zalen. Met moderne kunst waar het zootje in het Musée d'Art Contemporain niet aan kon tippen.
indrukwekkend modern werk in het Musée des Beaux Arts




Natuurlijk alle bekenden. Van Rembrandt tot Picasso, in gezelschap van alle grote Franse kunstenaars. Maar ook verrassingen. Zoals een aantal werken van ene Cubaan Wifredo Lam(1902-1982). 
werk van Wifredo Lam
Had ik in Havana al een paar zalen vol met zijn op Picasso geënt werk gezien, kom ik ook hier schilderijen van hem tegen. Daar zullen de jaren die hij in Parijs leefde beslist aan hebben meegewerkt. En verder ene Louis Janmot(1814-1892). Nog nooit van gehoord, van deze Lyonnais. Met werk dat heel duidelijk beïnvloed was door de Prerafaëlieten, die beroemde groep 19de eeuwse, vooral Engelse schilders waar ook onze eigen Albert Alma-Tadema toe behoorde. Die verdiende een heel goede boterham met zijn werk in Londen. 
werk van Louis Janmot
Dat kan niet gezegd worden van Janmot, maar zijn werk is er niet minder om. Echt een ontdekking voor een Nederlandse kunstenaar die dan toch weer niet genoeg weet van de Franse kunstgeschiedenis.

Dat soort zaken is natuurlijk het prettigst te overpeinzen op een terras. In de zomer 't liefst wel onder een parasol. 

Want het kan daar dan in de zon behoorlijk warm zijn. Meestal boven de 30 graden, zo vernamen we van diverse inwoners. Maar ach, dat waren ze gewend. En daardoor moest ik ineens denken aan ons eigen Nationaal Hitteplan. Dat kwam ergens in juni uit een ambtelijke la toen de temperatuur  een viertal dagen lang boven de 27 graden uit durfde te komen. Tjonge, dat was me wat. Maar we konden met z'n allen de gevaren redelijk goed doorkomen als we dat plan maar volgden. Voldoende water drinken, dunne kleding dragen, in de schaduw blijven en op het heetst van de dag vooral de lichamelijke inspanning beperken.  Kijk, daar heb je wat aan bij een bevolking waarvan beweerd wordt dat bijna 50% hoger opgeleid is. In Lyon hoorde ik niemand over zo'n Hitteplan. Stom hè! Tot volgende week.

TOOS

Geen opmerkingen: