dinsdag 1 november 2016

De Maior Ecclesia van Cluny

de abdij van Cluny een aantal eeuwen geleden

Vliegen naar Nice? As 't effe kan graag.  Dat heeft toch zo zijn voordelen boven de auto. 't Gaat een ietsiepietsie sneller, is dus comfortabeler als je ten minste voor een paar uurtjes de behoorlijk krappe knieruimte in Transavia-vliegtuigen voor lief neemt en is ook nog eens een heel stuk goedkoper. Vloog levensgezel ergens eind jaren 90 voor zo'n 500 harde Nederlandse florijnen met gedwongen Parijse tussenstop op en neer met Air France, nu ben je rechtstreeks nog geen € 60 kwijt als je de goeie dagen eruit pikt. Dus geef mij het vliegtuig maar als ik weer eens naar mijn atelier in Nice wil.
Maar ja, soms moet 't wel met de auto. Met grote schilderijen onder je arm het vliegtuig in? Nee, niet erg handig. Maar dan is 't toch dik 1300 km vanaf Middelburg. En, oh wonder, terug ook weer die afstand. Dus al heet een groot deel van de weg heel lieflijk Route du Soleil, 't blijft een rottig lang stuk. Maar "La douce France" biedt gelukkig allerlei mogelijkheden dat toch wat te veraangenamen. Want heeft 't niet een heel lange geschiedenis met heel veel bijbehorende culturele overblijfselen?
 
maquette van de abdij op het hoogtepunt in de 13de eeuw
Vandaar een poosje geleden een tussenstop in Cluny, een uurtje noordwaarts vanaf Lyon. Historisch en cultureel gezien een magische plek. Want zo'n duizend jaar geleden l;ag hier het machtige christelijke hart van Europa. Met z'n in het jaar 910 gestichte gigantische Benedictijner abdij en de zogenaamde Maior Ecclesia. Eeuwen lang de grootste kerk in de christelijke wereld. Tot in 1626 in Rome de Sint Pieter werd ingewijd.
 
achterkant van de Maior Ecclesia
Heel lang geleden was ik er voor de eerste keer en lang geleden voor de tweede. Wat kon ik daar mijn fantasie laten gaan! Want van al die macht en pracht in de Romaanse bouwstijl rest niet veel meer. Van die kerk volgens de geleerden nog maar zo'n 10%. Alleen het deel van het kerktransept met de twee torens dat op onderstaande foto in de verte is te zien. Een foto gemaakt bij genoemde tussenstop. Bij mijn derde bezoek dus.


Je moet de rest van de later neergezette gebouwen wegdenken om de 180 meter lengte van die kerk  goed te kunnen invoelen. Mee dankzij de basementen van de dikke pilaren met meters omtrek die hier en daar nog staan. Stel je eens voor dat je daar als middeleeuwer ergens rond 1100 voor het eerst binnenloopt. Wij raken nog maar zelden geïmponeerd door een of ander gigantisch hoog atrium in een nog gigantischer architectonisch modern hoogstandje. Zie je tegenwoordig overal, gesneden koek. Maar zo'n middeleeuwer?  Een onvoorstelbare lengte voor een gebouw. Met een ook onvoorstelbaar hoog dak. Wij kunnen ons eigenlijk helemaal niet meer voorstellen hoe iemand uit die tijd zich daar moet hebben gevoeld. Maar ik denk overweldigd en nietig in het kwadraat.



En dan zie je op bovenstaande reconstructiefoto's nog niet eens de drukte die er geheerst moet hebben. Op het hoogtepunt, zo rond 1200, vielen in heel Europa bijna 1500 kloosters onder de orde in Cluny. Een soort Rooms-katholieke EU in een verrommelde lappendeken van allerlei grotere en kleinere machtsgebieden. Nou, daar horen heel wat monniken bij om dat alles in goede banen te geleiden, afgezien nog van de horden devote bezoekers. Waar nu toeristen in alle rust rondlopen, moet toen onder het hoge kerkdak en tussen de missen door een luid resonerend geroezemoes hebben geklonken. Hoe mooi zullen daar ook de Gregoriaanse gezangen van de monniken hebben gegalmd. Daar is die fantasie weer. Alhoewel die nu toch wat onderdrukt werd. Het terrein was voller geworden. Er bleken een paar nieuwe musea bijgekomen in gerestaureerde gebouwen en overal staat uitleg. Er was zelfs een 3D-animatiefilm van de vroegere toestand. Op zich natuurlijk prima voor de bezoekers. Maar ook prima voor mijn rijke fantasie die graag zelf invulling geeft? Eigenlijk niet.

Toch, ook bij dit derde bezoek, kreeg ik weer zo'n nietig gevoel bij die nog staande torens. 



Waar de rest is gebleven? Heel kort samengevat: verval, godsdiensttwisten, hoogmoed, slecht kerkelijk en financieel bestuur,maar vooral ouderwets, gedegen handwerk. Want tijdens het regime van de Franse Revolutie eind 18de eeuw en de daarop volgende Napoleontische periode waren staat en kerk even geen echte vriendjes meer. Het archief van de abdij en de grootse bibliotheek werden verbrand. Een nationalisatie volgde en de prachtige abdij werd letterlijk een stenenmijn. De gebouwen werden afgebroken, stenen netjes afgebikt en verkocht voor hergebruik elders. Cultuurbarbaren? Nu wel in onze ogen. Maar toen? Dat waren andere tijden. Alhoewel? Die opgeblazen grote Boeddha beelden in Afghanistan en de Taliban nog niet zo lang geleden? En de tempelvernietiging in Palmyra door IS? Tot volgende week.

TOOS

Geen opmerkingen: