dinsdag 4 april 2017

Bordeauxrood monnikenwerk


Vanuit Nederland sijpelt er natuurlijk altijd wel een en ander door naar mijn kunstcocon in Nice. 't Is maar net of en wanneer ik de deur van dat cocon op een kier zet. Het oranje van de schaatssupporters ligt natuurlijk al een poos in de klerenkast maar is recentelijk, zo begreep ik, in de vorm van voetbalsupporters oranje weer opgedoken. In Bulgarije en in de Amsterdam Arena. Niet dat ik een schaats of voetbalsupporter ben, maar ik vind die kleur oranje altijd zo mooi. Of ie nou wel of niet moreel gedeukt uit de strijd tevoorschijn komt. Daar heeft onze Vader des Vaderlands in de 16de eeuw toch maar mooi voor gezorgd door op jonge leeftijd via vererving prins van de Franse stad Orange te worden. Die Franse invloed draagt nu dus toch maar mooi bij aan onze zo vaak bediscussieerde Nederlandse identiteit.

Door dat Nederlandse oranje moest ik ineens ook denken aan het Thaise, Laotiaanse en Cambodjaanse oranje. Ook in die streken een heel populaire kleur. Maar dan voor de kleding van Boeddhistische monniken. Dus had ik me er eigenlijk automatisch op ingesteld dat tijdens mijn recente reis door Myanmar 't oranje heel vaak op mijn netvlies zou vallen. Ga maar na. Het aantal monniken daar, jong of oud, mannelijk of vrouwelijk, tijdelijk of permanent, wordt tussen de 300duizend en een half miljoen geschat. Moeilijk te missen dus. Zeker als een groot deel  's morgens op hun blote pootjes op stap gaat om naar Boeddhistische traditie in de straten hun etenskom te laten vullen door gulle gevers.

meisjesmonniken in het voorgeschreven roze
Maar wat bleek? Hebben de manmonniken in Myanmar dat oranje ingeruild voor hoofdzakelijk bordeauxrood! Tja, 's lands wijs, 's lands eer zogezegd. Waar ik gelijk aan wil toevoegen dat bordeauxrood ook een heel aangename kleur is. En dat echt niet alleen vanwege de dieprode wijn uit de Bordeaux streek. Want je kunt er ook prima mee schilderen. Of schilderachtige, kleurrijke monnikenfoto's van maken. Toevallig ben ik hier in Nice de laatste tijd ook bezig met het sorteren van foto's voor mijn Birma boek. Best een monnikenwerk trouwens  gezien de gigantische hoeveelheid door te spitten plaatjes. Maar ook een goeie reden om al vast een bordeauxrood monnikenvoorproefje  te geven. Met hier en daar toch nog een toefje mannelijk oranje of vrouwelijk roze.




Monnik kun je al heel jong zijn. Zo bleek uit het verhaal van een ruim 20-jarige gids met wie we een dag op stap waren. Samen zittend in een boot en wandelend door dorp en land kom je natuurlijk wel tot een gesprek. 


Hij was al twee keer monnik geweest. Zij 't elke keer maar voor enkele weken. Want dat kan dus, monnik worden voor korte tijd. Het hoort bij de traditie, geeft aanzien en staat goed op je cv. Kost trouwens wel een behoorlijke grijpstuiver als je het goed wilt doen bij die eerste keer. Feest in de tempel, speciale kleren voor de hele familie, uitgebreide maaltijd, enz.
feest in de tempel voor kinderen die monnik worden



In het beroemde boek "Animal Farm"(1954) van George Orwell stond 't al: alle dieren zijn gelijk, maar sommige zijn gelijker



 Dus is 't ook weer niet voor iedereen weggelegd. Hele dorpen organiseren daarom wel eens een centrale ceremonie voor veel kinderen te gelijkertijd. Iedereen draagt een steentje bij en het drukt de kosten. Onze gids wilde na zijn trouwen met toestemming van zijn vrouw misschien nog wel een derde en laatste keer voor een tijdje het klooster in.  Vaker dan drie keer in je leven mag namelijk niet. En ben je getrouwd, dan moet je vrouw dat ook goed vinden. Alles dus een tikje anders dan bij het katholieke kloosterleven. Tot volgende week.

TOOS

Geen opmerkingen: