dinsdag 25 november 2014

4 Of nog wel meer redenen om wel of niet naar Rothko te gaan


Als kunstenaar ben je deze maanden wel bijna verplicht om twee grote tentoonstellingen te bezoeken. Een van een dooie kunstenaar in het Haags Gemeentemuseum en een van een levende in het Stedelijk Museum van Amsterdam. Van Mark Rothko die in 1970 zelfmoord pleegde en van Marlene Dumas die gelukkig nog onder ons verkeert. Maar beiden iconen in de huidige wereld van de moderne kunst. Dat "huidig" en "modern" is eigenlijk taalkundig wat dubbelop, maar het ligt ten slotte in de kunstgeschiedenis van de toekomst verborgen of ze ook iconen blijven. Hoeveel voorbeelden zijn er niet van kunstenaars die in hun tijd beroemd waren en van wie nu bijna niemand meer weet?


Mijn nieuwsgierigheid naar de tentoonstelling van Rothko is nu bevredigd. Van hem had ik in werkelijkheid ooit maar enkele schilderijen gezien. Schilderijen trouwens waarvan recent het hiernaast afgebeelde No.21 (Red, Brown, Black and Orange) voor 45 miljoen dollar in New York op de veiling werd verkocht. Zou 't dat waard zijn? Vast niet! Is die kunstmarkt voor de grote namen in de moderne kunst overspannen? Vast wel! Zijn er mensen met veel te veel geld die graag pronken in hun omgeving met de vraag "Heb je mijn nieuwe Rothko al gezien"? Beslist! Maar dat ter zijde.

Ook vroeg ik me af wat ik aanmoest met de verhalen die altijd de ronde doen bij Rothko. Van die verhalen waarbij kijkers naar zijn werk zo diep emotioneel geraakt worden dat ze zelfs in huilen kunnen uitbarsten. Hoe zou mijn toch best wel sensitieve kunstenaarsziel gaan reageren op zo'n overmaat aan werken van hem? Nou, die ziel reageerde eigenlijk dubbel. Want was Rothko nou echt een groot kunstenaar? Zijn eerdere schilderijen uit de veertiger jaren vond ik beslist niet geweldig. Bij Picasso kon je in zijn jeugd gelijk al zien wat een ongelooflijk talent hij had. Maar bij een Rothko op zelfs 40-jarige leeftijd kon ik dat, naar mijn idee, niet constateren. 
vroeger werk van Rothko
Was hij zo doorgegaan, dan was hij, denk ik, nu onbekend geweest. Maar na de Tweede Wereldoorlog kwam in Amerika het abstract expressionisme heel sterk op. Kunstenaars probeerden zich te ontworstelen aan allerlei conventies. Daarbij kwam bijvoorbeeld "onze" van oorsprong Rotterdamse Willem de Kooning boven drijven. Of Barnett Newman waarbij velen zullen reageren met "O die" bij het horen van "Who is afraid of red, yellow and blue". Of Jackson Pollock met zijn dripping paintings. En dus Mark Rothko met zijn schilderijen met de kleurvelden. Meestal horizontale banen boven elkaar in verschillende kleuren.


Rothko in summiere verlichting
 Werd ik tot in mijn ziel geraakt? Nee. Wel vond ik het heel interessant de ontwikkeling van Rothko te zien, van zijn vroegere werk tot wat nu heet zijn classic style met de kleurvelden vanaf de jaren 50. Vooral als hij in die stijl werkte met allerlei nuances rood vond ik het boeiend.  Ander werk raakte mij minder. Interessant ook is een heel summier verlichte zaal, helemaal zoals Rothko dat zou hebben gewild. Daarin moet je heel langzaam en goed kijkend de kleine verschillen in kleurvelden op een aantal werken tot je laten doordringen. Een manier die je dwingt de tijd te nemen. Iets dat Rothko ook van zijn kunstkijkers verlangde.

Bij de vraag of Rothko een groot kunstenaar was, heb ik voor mijzelf geen duidelijk antwoord. Ik twijfel. Hij was met zijn stijl in ieder geval wel een juiste persoon op de juiste plaats, Amerika, op de juiste tijd, de jaren vijftig van de vorige eeuw. En daarmee heeft hij zeker een plaats in de kunstgeschiedenis verdiend. Maar ben je daarmee automatisch een groot kunstenaar? 
het laatste schilderij van zowel Rothko als Mondriaan

Tot volgende week.
TOOS

1 opmerking:

Anoniem zei

Boeiend blog.

Groet
Laila